door het te verbreden. Dat zijn heel spannende ont wikkelingen, want je loopt tegen de grenzen van de regelgeving aan.' Er zijn ook vernieuwingen voor kinderen die vanwege hun meer dan normale intelligentie ook niet passen in het reguliere onderwijs. Langeraert: 'We hebben een prachtige middelen om de meer begaafde leerling te kunnen begeleiden namelijk via de Leonardoklas, de Nautilusgroep of Plusklas. Met de Leonardoklas bedienen we de vijf pro cent van het hoogste segment in de markt van de hoogbegaafden die apart onderwijs krijgen. In de Nautilusgroep zitten de meer begaafden die extra uitdagingen nodig hebben. In de plusklas zitten de begaafde leerlingen die minstens een keer per week naar een omgeving gaan waar ze de specifieke opdrachten krijgen die ze later op hun "thuis- school" kunnen uitwerken.' 3D-printers en Integrale Kindcentra Een andere vernieuwing is de invoering van com putergestuurd onderwijs. Langeraert wilde ICT een volwaardige plek binnen het onderwijs geven. Daar voor moest de discussie 'het werkt niet, ik weet het niet en ik kan het niet' stoppen. Er is samen met andere schoolbesturen in Zeeland een project gelan ceerd op het gebied van elektronische verbindingen. Vervolgens stelde Leertij twee bovenschoolse ICT- functionarissen aan voor de onderwijsinhoudelijke kant. Langeraert: 'Innoveren is kansen krijgen en kansen geven. Het is onmogelijk op alle dertig scho len een 3D-printer neer te zetten. Toch willen we kinderen er kennis mee laten maken omdat we ervan overtuigd zijn dat het fenomeen 3D een grote invloed op de samenleving gaat uitoefenen. Onmiddellijk zie je dat de ICT-functionarissen erover praten en lezen en er een leskist voor ontwikkelen. Willen we excel leren dan moeten we direct op zulke ontwikkelingen inspelen.' Iets waar Langeraert zich het laatste jaar erg druk om heeft gemaakt, is de inconsequentie in de wet en regelgeving omtrent de leerplicht. Kinderen zijn vanaf hun vijfde leerplichtig maar ze hebben tegelij kertijd leer- en ontwikkelingsrecht vanaf hun geboor te. Langeraert: 'Er moet snel een koppeling gemaakt worden tussen peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en onderwijs. We staan, zeker in Zeeuws-Vlaanderen, aan de vooravond van de vorming van integrale kind centra. De tijd is er rijp voor.' In de aanpak van Langeraert komt steeds een aantal elementen terug. Langeraert: 'Op het moment dat iemand bij me komt met een idee, dan denk ik: 'Wat kan ik ermee, wat moet ik hiermee en wat wil ik hiermee? Wat moet ik organiseren in menskracht, materiaal en financiën? Is dit wat we nodig hebben om onze leerlingen klaar te stomen voor de samenle ving van de toekomst? En wat wil ik? Past het binnen mijn visie op onderwijs, op kinderen, op mens zijn, op ontwikkeling?' Als hij dat alles op een rijtje heeft, gaat hij aan de slag met personeel om het idee te rea liseren. Niet wachten op Den Haag Tot slot, wat maakt Perspecto bijzonder. Langeraert: 'Perspecto en haar rechtsvoorgangers hebben sterk ingezoomd op vernieuwingen. Niet afwachten wat de plannenmakers uit Den Haag met je voorhebben maar zelf het voortouw nemen zoals met de fusie van OpenBasis en de Linie. Dat gaf een schokeffect in onderwijsland. Nu vijf jaar later zien we steeds meer van zulke samenwerkingsbesturen. Hetzelfde geldt voor onze opzet tweejarige kinderen naar school te laten gaan. Dat kon toch niet? Nu wordt het idee landelijk omarmd en gezien als een goede manier om de ontwikkeling van peuters in een vroeg sta dium te stimuleren. Het betekent steeds inspelen op de actualiteit, met gelijkgerichte partners. Voor de nabije toekomst ligt er dan ook een opdracht voor Perspecto om wat te doen aan de mogelijke ontslag golf van jonge leerkrachten. Dat is voor ons geen fait accompli, maar we overleggen onder andere met schoolbesturen in Gent en Antwerpen om Zeeuwse leerkrachten daar les te laten geven. We moeten grensoverstijgend denken.' 34 Zeeuws Tijdschrift 2014 2-3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2014 | | pagina 34