MAAK OragtLODgOtitF ®BD®[!EWDP DM
tekst Dian Fluijt
Het zich geborgen voelen van leerlingen met een
beperking of speciale onderwijsbehoeften is in het
onderwijs de laatste decennia nogal eens vertaald als
'het vinden van een plek die speciaal hiervoor toege
rust is'. Als we eenmaal weten wat er met een kind
aan de hand is, zoeken we een plaats waar zij les krij
gen van speciaal daarvoor opgeleide mensen. We zijn
er lange tijd van uitgegaan dat het de beste oplossing
was en nog steeds denken veel mensen dat. Het was
een schijnoplossing want het heeft niet alleen geleid
tot een explosieve groei van het speciaal onderwijs dat
onbetaalbaar is geworden maar ook gebaseerd is op
een verkeerde premisse.
We verwijzen leerlingen met beperkingen naar spe
ciale scholen, waarvoor ze vaak ver moeten reizen en
vooral leren om te gaan met speciale kinderen. Daarbij
geven we kinderen en jongeren op reguliere scholen
het idee dat als je anders bent, het niet vanzelfsprekend
is dat je erbij hoort. Talentontwikkeling en excellentie
lijkt, onder druk van de onderwijsinspectie, vooral te
worden afgemeten aan het behalen van hoge prestaties
op het gebied van de cognitieve leervakken. Je kunt je
afvragen of de wijze waarop we het onderwijs hebben
ingericht wel past bij wat we willen met onderwijs.
Naar een ecologische pedagogiek
In het onderwijs wordt gelukkig steeds vaker over eco
logische pedagogiek gesproken waarbij een leerling
zich ontwikkelt op basis van kindeigen kenmerken
en omgevingsfactoren. Hoe rijker de omgeving is en
met onderwijs dat zich richt op mogelijkheden en
talenten, des te meer kans er is op ontwikkeling in
de meest brede zin van het woord. Werken aan deze
onderwijsbehoeften wordt mogelijk als leraren zijn
toegerust voor zo'n omgeving. Die geven echter aan
dat, niettegenstaande dat de wil er is, zij zich niet
in staat voelen zo'n omgeving voor de leerlingen te
creëren. Het is hoopgevend dat op Walcheren ver
schillende, ook voor de rest van Zeeland inspirerende,
initiatieven zijn gestart.
Vanaf i augustus 2014 is er een nieuw stelsel voor
passend onderwijs. Dit verplicht scholen een passende
onderwij spiek te bieden aan leerlingen die extra onder
steuning nodig hebben. Zorginstelling Arduin heeft
zich in het verleden al met verve sterk gemaakt voor
integratie van mensen met beperkingen in het regulier
onderwijs. Verder nam de gemeenteraad van Mid
delburg in 2013 een motie aan om het passend onder
wijs verder uit te bouwen naar inclusief onderwijs en
samen met de twee andere gemeenten op Walcheren te
streven naar inclusief onderwijs en pilots op te starten.
Steiermark als inspiratiebron
Een gemêleerde afvaardiging van 23 personen uit het
hele onderwijsveld en zorginstellingen uit Walcheren
heeft zich in Oostenrijk, dat een verhoudingsgewijs
even grote onderwijsbegroting heeft als Nederland,
georiënteerd op de wijze waarop de deelstaat Steier
mark inclusief onderwijs vorm geeft. Financiële mid
delen worden hier uitdrukkelijk voor het primaire pro
ces, het lesgeven in de klas, aangewend. Dit heeft ertoe
geleid dat er in het reguliere onderwijs klassen van
maximaal 25 leerlingen zijn met daarin maximaal vijf
leerlingen met beperkingen die worden begeleid door
twee leraren. Steiermark streeft er naar om in 2020
helemaal met speciaal onderwijs te stoppen.
Geïnspireerd door de resultaten in Graz werkt de
Walcherse deputatie inmiddels op twee sporen hard
en met veel enthousiasme verder aan het gezamenlijk
streven: onderwijs dat ervoor zorgt dat talenten en
kansen van alle leerlingen in het regulier onderwijs
en dicht bij huis worden geborgd. Het eerste spoor is
de oprichting van een consortium dat zich ten doel
heeft gesteld te werken aan integratief onderwijs (met
mogelijkheden voor specifieke scholen om door te
groeien naar inclusief onderwijs). Het tweede spoor
is wetenschappelijk onderzoek naar de meerwaarde
en voorwaarden van inclusief onderwijs en de moge
lijkheden van co-teaching (het onderzoeksvoorstel is
geschreven door Barbara Oomen van University Col
lege Roosevelt en Dian Fluit van het Seminarium voor
Orthopedagogiek in Utrecht).
45 Zeeuws Tijdschrift 2014 2-3