tekst Arjan van Dixhoorn Wanneer onze politici en economen vandaag spreken over het ontwikkelen van onze regio's en landen tot kennissamenlevingen en kenniseconomieën, sug gereren ze dat een breuk met het verleden wenselijk is. Voor een belangrijk deel is de theorievorming over de kenniseconomie en de kennissamenleving van vandaag de uitkomst van een debat over de rol van de industrie, de industriële productiewijze en de indu- striearbeid in het moderne westen. Vanaf de jaren vijftig begonnen theoretici, eerst voorspellend, daarna beschrijvend en vervolgens ook in retrospectief, de westerse economieën te beschouwen als postindustri eel en postagrarisch. De belangrijkste aanwijzing voor het ontstaan van een postindustriële samenleving werd in eerste instantie gevonden in het aantal werknemers in de landbouw en de industrie, dat al decennia een dalende tendens vertoont. Het zware lichamelijke werk in fabrieken en op het land werd steeds meer overge nomen door machines geproduceerd door andere machines die zelf ook weer machines of fijnzinnige technische apparatuur produceerden. Terwijl de technologische ontwikkeling een exponentiële vlucht nam, groeide het aantal werknemers in de financiële, juridische en consultancysectoren, het onderwijs en de (medische) zorg en de overheidsbureaucratie, maar veranderde ook het werken met machines zelf ingrij pend. Wet- en regelgeving die de welvaart, het welzijn, de gezondheid, zekerheid, veiligheid en het kennis niveau van de westerse mens reguleren is eveneens exponentieel toegenomen. Vernieuwing en aanpassing Het gevolg zijn samenlevingen en economieën die om mensen vragen die in staat zijn tot voortdurende ver nieuwing en aanpassing, om zich staande te houden op de arbeidsmarkt en in onze gereguleerde samenle ving en daarvan te profiteren. Datzelfde type mensen is ook nodig, zo is nu de gedachte, om de concur rentiekracht en de invloed van het eigen land of de eigen regio op het internationale toneel in te stand te houden op het gevaar af dat landen of continenten economisch, militair en politiek overvleugeld worden door andere geopolitieke machten. Volgens een breed gedragen overtuiging is kennis de belangrijkste pro ductiefactor in de strijd om verbetering en overleven geworden. Investeringen in kennis zouden leiden tot innovaties die efficiënte productieprocessen genere ren. Vooral moeten ze nieuwe producten helpen creë ren waarmee een voorsprong en een eigen niche in de wereldmarkt kan worden verworven. Het zoeken is nu naar het geheime recept voor een duurzame kennissa menleving. In zo'n samenleving beschikken individu en en organisaties over het scheppend vermogen om voortdurend nieuwe kennis te genereren en daarmee innovatieve producten en processen te ontwikkelen om die op het niveau van de wereldeconomie te laten produceren en vermarkten. Wereldwijde competitie om macht, invloed en rijkdom is de aanleiding voor politici en economen om te pleiten voor hervormingen die een door ken nis gedreven competitieve samenleving en economie moeten helpen vormen en bestendigen. Vervuilende en lichamelijk belastende oude industrieën zouden volgens het model uitbesteed worden aan economieën met laaggeschoolde en goedkope arbeid en vervangen door slimme, hoogtechnologische industrieën en dienstverlening met hooggeschoolde en goedbetaalde arbeid. De ongekende opkomst van nieuwe informa tietechnologieën van eind vorige en begin deze eeuw gaf de theorievorming over de postindustriële samen leving een nieuwe boost. Nu begon ze ook opgemerkt 4 Zeeuws Tijdschrift 2014 2-3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2014 | | pagina 4