"*n<4 iKtuUrertoCf) \0wer riïW_ ten kennen studenten bij naam en de lijnen zijn kort. Behalve de studentgerichtheid van de HZ, is er ook iets wat wij noemen procesgericht onderwijs. Je leert studenten niet zomaar een kunstje. Nee, het gaat ook om leren leren, leren analyseren, leren praktische pro blemen op te lossen. Kortom: het concept van casuïs tiek dat we door de hele school hebben doorgevoerd. We hebben één onderwijsconcept voor de hele hoge school, we werken allemaal met hetzelfde gedachte goed. Dat is uniek in Nederland. Ik denk dat je de HZ in die zin kan vergelijken met een mooi, evenwichtig spinnenweb. Er zitten nergens gaten en deuken in. Dat is ook de kunst van excellent onderwijs. Zorg ervoor dat alles klopt. Dat alle facetten die van belang zijn voor het leerproces van de student, dat die gewoon goed zijn. Je kunt bij wijze van spreken wel heel goed zijn in één fenomeen - je lesprogramma, je docenten - maar als de rest niet deugt dan werkt het niet. Dan haal je niet zulke hoge leeropbrengsten als wij.' Vercouteren: 'Denk trouwens niet dat alles vanzelf gaat. Er is veel onderzoek naar efficiënt en excellent onderwijs gedaan. Daar proberen we in de praktijk ons voordeel mee te doen. Wat werkt wel, wat niet? We kijken naar eikaars toetsen en lessen. Het is een continu feedbackproces tussen alle opleidingen die we verzorgen. De HZ is een lerende organisatie. En ook dat draagt weer bij aan de kwaliteitscultuur van het bouwwerk.' Wattel: 'Een ander aspect van excellent student- en procesgericht onderwijs is dat we niet alleen maar zeggen dat studenten over bepaalde kennis moeten beschikken of een bepaald boek moeten kennen. Je moet er rekening mee houden dat studenten na ver loop van tijd op een ander terrein bezig kunnen zijn dan waar ze voor opgeleid zijn. Dat ze het analytische vermogen hebben om ook in die andere context pro blemen op te lossen. Dat ze in een nieuwe bedrijfs situatie vaardig zijn in het verzamelen van de vereiste kennis. Dat element van leren leren, dat is heel erg doorwrocht in het hele curriculum van de HZ.' Het klinkt allemaal overtuigend. En vooral logisch. De student staat centraal, ja wie anders? En docen ten moeten inspireren, nogal wiedes. Het zijn toch eigenlijk inzichten en uitgangspunten die we sinds de reformpedagogiek van het einde van de negentiende eeuw al kennen en zouden moeten toepassen... De Buck: 'Mee eens. Je zal bij veel hogescholen veel dezelfde aspecten in hun instellingsplan lezen. Maar het gaat erom dat die plannen geen papieren tijger zijn. Dat je ze ook echt doorvoert in de praktijk. In ons geval is dat het concept van de persoonlijke hoge school. Een school waar werkelijk alles is geïndividu aliseerd. De student zal bij ons nooit een brief krijgen met de aanhef "Geachte student van klas CEi2a" of zoiets dergelijks. Dat bestaat gewoon niet. Nee, hij of zij wordt aangesproken met zijn/haar echte naam. Wij weten echt wie hij of zij is. In onze hele informatie voorziening staat de student daadwerkelijk centraal.' Vercouteren: 'Natuurlijk, je kan de houding heb ben van we moeten volgens de wet eens in de zoveel 53 Zeeuws Tijdschrift 2014 2-3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2014 | | pagina 53