te worden door historici van het vroegmoderne, proto- industriële Europa, de wereld waaruit onze kennisin tensieve samenlevingen zouden zijn voortgekomen. Economische logica en het gevaar van technocratie Het streven naar een fitte bevolking die via gedurige innovatie een land of regio in de maalstroom van het wereldwijde kapitalisme een voorsprong kan bezor gen, wordt zeer nauw verbonden met de ratio van hoogopgeleiden, hun vaardigheden en culturele eigen schappen in een bevolking. Onderwijs en vervolgon derwijs wordt dus een cruciale rol toebedacht in het trainen van een hoogontwikkelde en competitieve bevolking verrijkt met ondernemers- en onderzoeks- kwaliteiten die gericht zijn op verbeteren, perfectione ren en innoveren met het oog op een internationale markt. Er bestaat daarbij een sterke neiging om de aandacht te richten op het verhogen van technologi sche en economisch georiënteerde kwaliteiten van de bevolking, en clusters voor technologische ontwikke ling. Die neiging gaat nu al ten koste van aandacht voor juridische, culturele, taalkundige, historische en sociaalwetenschappelijke kennis, vooral waar die niet kwantificeerbaar is of met technologische en econo mische ontwikkeling kan worden verbonden. Op die manier heeft ons denken over de kennissamenleving de neiging zich te verengen tot het streven naar een kenniseconomie als enige doel. Die tendens grijpt nu al diep in onze kennisinstellingen en onze onder zoeksculturen in. Onze intellectuele tradities drei gen zo in de greep van een eng economische logica terecht te komen. Die logica wordt extra dwingend omdat ze zich lijkt te rechtvaardigen met een verwij zing naar het intellectuele product bij uitstek, kennis, wat een kritische evaluatie van vooronderstellingen en doelstellingen bemoeilijkt. De ideologie van de kennissamenleving onder bouwt zo de rechten van experts. Ze versterkt de neiging om allerlei vraagstukken te herleiden tot tech nische problemen die met technische middelen opge lost kunnen worden. Het is geen wonder dat in de discussie over de kennissamenleving ook is gewezen op het gevaar van de technocratie als tegenhanger van de democratie. Dat gevaar wordt bovendien versterkt door onbedoelde sociale effecten van de opkomst van een samenleving waarin kennis en toegang tot ken nis steeds essentiëler wordt voor het maatschappelijk functioneren van individuen en groepen. Sinds enkele decennia is in ontwikkelde landen met massa-educatie bovendien de sociale mobiliteit aan het afnemen en de kloof tussen de allerrijksten en de minder bedeelden aan het toenemen. Die kloof begint ook samen te vallen met een kloof tussen gevestigden en immigranten en wordt daardoor ook etnisch en religieus. Tegelijk neemt de afstand tus sen het lokale niveau en de politieke instituties toe wat mogelijkheden voor lokale gemeenschappen om over hun eigen lot te beschikken beperkt en de ten dens versterkt om politieke kwesties te herleiden tot technische problemen die met wet- en regelgeving te verhelpen zijn. Een jaloersmakende kenniscultuur Een historische analyse van het denken over de rol van kennis in samenlevingen en van pogingen om die rol te begrijpen en te versterken, kan wellicht helpen om het streven naar kennissamenlevingen en kenniseconomieën van enige afstand te evalueren en te relativeren. Zo kan een historische studie van de 5 Zeeuws Tijdschrift 2014 2-3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2014 | | pagina 5