Julian Romero de I ba rro I aplaatsvervangend bevelhebber van
de Spaanse vloot, die in 1574 bij Reimerswaal werd vernietigd;
schilderij door El Greco (coll. Prado, Madrid).
heroverde Nederlanden bestuurd vanuit Brussel en
Madrid'. Er is geen door historici gebeiteld epitaaf zó
overtuigend, of het wordt door anderen weer naar het
depot afgevoerd.
Om erachter te komen hoe en waarom de dingen
liepen zoals ze liepen ontrafelt het boek het optreden
van het Staatse leger en de vloot tegen de Spaanse
overmacht in chronologische samenhang en thema
tisch. Behalve voor de eigenlijke aard van de strijd
is er veel aandacht voor organisatie en financiering.
Toch, na meer dan 400 pagina's eruditie, meldt de
slotbeschouwing al aan haar begin (pag. 433): 'De
uitkomst van de Tachtigjarige Oorlog mag verrassend
heten. Dat het enorme Spaans-Habsburgse imperium
niet in staat zou blijken het landsheerlijke gezag over
al in de Nederlanden te herstellen, was door niemand
voorzien. Ook niet door de opstandelingen zelf.'
Zilver voor Zeeland
Inger Leemans Gert-Jan Johannes, met medewer
king van Joost Kloek, Worm en donder. Geschiedenis
van de Nederlandse literatuur ijoo-1800: De Republiek.
Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2013. ISBN 978
90 351 3045 6, 65,-.
Geen edelmetaal meer, maar een kaal getal. Na de
Gouden Eeuw breekt de achttiende eeuw aan. In het
Rijksmuseum wordt de overgang geïllustreerd: van
uit de Eregalerij beland je in een naamloze zijzaal.
Nederland en ook Zeeland bleven rijk in de achttiende
eeuw, maar vooral door beleggingen, niet langer door
vernieuwingen of veroveringen. Een tijd van stagnatie,
eveneens in de literatuur, niet meer de grootsheid van
laten we zeggen Hooft of Vondel.
Aan Inger Leemans en Gert-Jan Johannes de
ondankbare taak in de reeks Geschiedenis van de
Nederlandse literatuur het deel over de verguisde eeuw
te vullen. Ze deden dat in Worm en donder op een
originele manier, bijvoorbeeld door veel aandacht
aan het boekenvak te besteden. De ontwikkelingen in
de Zuidelijke Nederlanden laten ze buiten beschou
wing. Daardoor, maar zeker niet alleen daardoor
lijkt Zeeland een uithoek. Zeeland komt met name
in opsommingen voor. De uitgevers-boekverkopers
zitten vooral in de huidige Randstad, lezen we, 'aan
gevuld met enkele regionale centra zoals Middelburg,
Groningen en Leeuwarden'. Het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen wordt vermeld als een van
de navolgers van de in 1752 opgerichte Hollandsche
Maatschappij der Wetenschappen.
Pieter Boddaert van de Stichtelyke gedichten komt
aan bod, de 'vrome Pieter'. Aan zijn kleinzoon, de
'vieze Pieter' Boddaert, helaas geen Zeeuw, door leven
en werk dé erotische dichter van de achttiende eeuw,
wordt gek genoeg voorbijgegaan. Onbevredigend
kort bespreekt men 'de uit het orthodoxe Middelburg
gevluchte schrijver en uitgever' Willem Goeree. Men
noemt de ongeregeldheden op Walcheren als wordt
geprobeerd de gebrekkige, maar geliefde psalmberij
ming van Pieter Datheen te vervangen. Een achterhoe
degevecht dat nog altijd niet helemaal voorbij is. Maar
juist geletterde Zeeuwen als de koopman Jan Guépin
en de predikant Andreas Andriessen hadden een
afkeer van de oude berijming. 'Onheblyke wantaal,'
vond de laatste.
8i Zeeuws Tijdschrift 2014 2-3