Wat kenmerkt nu zo'n excellente school? Het komt er in wezen op aan dat zo'n school een context biedt waarin studenten en docenten geen nummer meer zijn. Individuele herkenbaarheid, erkenning van professionaliteit en eigen verantwoordelijkheid is voor docenten en studenten van enorm belang. Dat spoort met de maatschappelijke opdracht van de eenentwin tigste eeuw. Die opdracht is niet, zoals nog wel eens wordt gedacht: hoe kan de almaar voortschrijdende individualisering worden tegengehouden? Maar wel: hoe kan die voortgaande behoefte aan individuele herkenbaarheid, van 'ertoe doen', van 'verschil willen maken', maatschappelijk worden ingekaderd, zodat het iets anders wordt dan 'ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken'. De vraag moet dus zijn hoe zo'n context, zo'n organisatiestructuur die individuele herkenbaar heid weet in te kaderen er moet uitzien. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling gaf daar vijftien jaar geleden al een goed antwoord op en het is goed om ons te realiseren dat de university colleges, ook die in Middelburg, op de toen geformuleerde pijlers zijn gebouwd. Het gaat dan om drie pijlers: schaal, sturing en samenhang. Drie pijlers Op de dimensie schaal is 'klein binnen groot' het adagium. Massaliteit dient kleinschalig te worden georganiseerd. Er is niks mis met grote organisaties, zolang ze maar in de front office, daar waar het echte werk wordt gedaan, kleinschalig zijn georganiseerd. Dat besef begint geleidelijk door te dringen en ik voorspel dat binnen tien jaar ook in ons land de goede universiteiten in 'colleges' zullen zijn georganiseerd. Verantwoordelijkheid - het tegenovergestelde van 'ikke, ikke, ikke' en een wezenlijk onderdeel van edu catie - ontstaat alleen als ik de ander ken, in de ogen kan kijken en door zijn of haar ogen ook naar mezelf kan kijken. En wat geldt voor het onderwijs, geldt ook voor andere organisaties. Op de dimensie sturing is het adagium 'ruimte binnen kaders': eerst degelijk vastleggen wat de missie van je instelling is en je daar ook aan houden, opdat alle professionals binnen die instelling, docenten en studenten, maximale ruimte krijgen om 'hun ding te doen'. In Nederland hebben we daar vaak moeite mee. Dan blijven we vaag over de missie en worden vervolgens gedwongen om voor elke actie nieuwe regels te verzinnen, met regeldruk tot gevolg. Ook dit adagium is niet nieuw, ook niet met betrekking tot onderwijs. Het was Wilhelm von Humboldt, de grote Duitse pedagoog, die zei - ik vertaal vrij - dat 'zolang mensen dingen moeten doen omdat hun dat gezegd wordt, zonder dat ze daar zelf iets in te verhapstukken hebben, zullen ze zich dat nooit eigen maken, hooguit mechanisch imiteren'. Op de derde dimensie, de centrale sociologische vraag waar samenhang vandaan komt, is het adagium voortaan: 'cultuur van verschil'. Tolereer niet alleen, maar apprecieer, waardeer verschillen in achtergrond, intellect, etniciteit, taal, religiositeit. Voor goed onder wijs is dat een must. Alleen van verschil valt te leren. Nog onlangs las ik in de enige Engelstalige krant die China rijk is een prachtig stuk over de schending van mensenrechten in het Westen: precies dezelfde bewoordingen en redeneringen als die wij gebruiken als we klagen over schendingen van mensenrechten elders, maar dan toegepast op kwesties waar we bij onszelf gemakkelijker de ogen voor sluiten (werk loosheid bijvoorbeeld). Dat is dan toch altijd weer een eyeopener. En wat te denken van studenten uit de Palestijnse gebieden en Israël die dezelfde politicolo- giecursus volgen? Global understanding veronderstelt een cultuur van verschil. Passend onderwijs Met al deze ontwikkelingen zijn we met onze uni versity colleges, Roosevelt voorop, een eind op weg naar een werkelijk excellente onderwijspraktijk. Als 53 Zeeuws Tijdschrift 2014 4-5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2014 | | pagina 53