voorzitter van Sirius kijk ik daar met genoegen naar,
ook naar al die initiatieven die elders, op andere uni
versity colleges in Nederland en daarbuiten (Duits
land, China, Indonesië) worden genomen. Maar de
Roosevelt Academy - of zoals ik nu moet zeggen
University College Roosevelt (UCR) - heeft iets wat al
die anderen niet hebben en waar maximaal gebruik
van moet worden gemaakt: een bloeiende praktijk
van Teaching el Learning, enkele jaren geleden, mede
dankzij de financiële steun van de stichting ZigZag,
opgezet met onze vrienden van Harvard University.
In de nieuwe onderwijspraktijk, of het nu gaat om
hoger, middelbaar of primair onderwijs, gaat het om
'het onderste uit de kan', om passend onderwijs, niet
om de vraag of leerlingen of studenten de lat van een
bepaald jaar of een bepaalde klas hebben gehaald.
Passend onderwijs betekent dat elke leerling of stu
dent die op welk onderdeel dan ook een niveau hoger
aankan, die kans moet krijgen en daartoe moet wor
den gestimuleerd.
Passend onderwijs is 'verticaal' onderwijs, dat
steeds minder wordt gehinderd door 'horizontale'
klassengrenzen. Dat vergt nieuwe kwaliteiten en vaar
digheden van docenten, vaardigheden die hun inzicht
geven in de mogelijkheden van hun leerlingen en stu
denten en het vermogen om die maximaal te benut
ten. Kijkend naar de scores van Zeeuwse onderwijsin
stellingen kan niet anders dan worden geconcludeerd
dat die vaardigheden hier al markant aanwezig zijn.
Bovendien is het de bedoeling dat er op de UCR een
centrum komt dat daarin de toon voor heel Nederland
kan zetten. Het vervult mij dan ook met trots en dank
baarheid dat het juist de Maatschappij van Nijverheid
en Handel, departement Zeeland is, een grass roots
organisatie, die het belang van een dergelijke, voor
de hele Nederlandse onderwijswereld toonaangevend
centrum inziet. Een breder en democratischer stimu
lans van excellentie is niet denkbaar. Bovendien is
de verdere vormgeving van zo'n centrum een van de
manieren waarop de RA/UCR in universitair Neder
land voorop kan blijven lopen en van Zeeland een
'excellente' onderwij sprovincie kan maken. Laat Mid
delburg, Zeeland, de oorsprong zijn van hoe modern
onderwijs gestalte moet krijgen. Jongeren zouden wel
gek zijn als ze het elders gingen zoeken. Daarbij zorgt
'klein binnen groot' voor verantwoordelijkheid, 'ruim
te binnen kaders' voor professionele passie en 'cultuur
van verschil' voor innovatie.
De Zeeuwse voorsprong
Tot slot: toen ik in 1988 naar de Wetenschappelijk
Raad voor het Regeringsbeleid (WWR) in Den Haag
en de Utrechtse Universiteit verhuisde, was het de
voorzitter van het Utrechtse College van Bestuur
die mij meldde dat Utrecht het Berkeley van Europa
moest worden en dat hij maar niet snapte dat het
nog niet zover was. Bij de derde keer dat hij me dat
zei, had ik mijn antwoord klaar. 'Jan', zei ik, 'onze
studenten zijn even goed als die in Berkeley, want
voor de 15 procent van de jaargroep moeten zij selec
teren en wij kregen die vanuit het VWO zomaar in
de schoot geworpen. En ook onze docenten zijn even
goed als die in Berkeley, want we wisselen ze uit en
van niveauverschil is niets te merken. Daar kan het
dus allemaal niet aan liggen. Het moet dus wel aan
jou liggen'. Ik doelde natuurlijk op de inadequate
organisatiecontext. Met de komst van de university
colleges zijn de rollen omgedraaid: Berkeley en heel
veel andere instellingen zouden nu graag van onze
university colleges willen leren. Ik wens u toe dat we
die voorsprong voor Middelburg en Zeeland maximaal
uitbuiten. De Maatschappij voor Nijverheid en Handel
heeft het goede voorbeeld gegeven.
Dit artikel is gebaseerd op de lezing die Hans Adriaansens hield
voor de Maatschappij van Nijverheid en Handel, departement
Zeeland in de Kloveniersdoelen, Middelburg op 13 maart 2014.
Bij deze gelegenheid werd ook de vorige aflevering van het
Zeeuws Tijdschrift over excellent onderwijs ten doop gehouden.
54 Zeeuws Tijdschrift 2014 4-3