was een vertrouwelijk onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden Afrikanen te werven voor het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). In 1877 ondernam hij een geheime missie in het binnenland van wat nu Ghana is, om een Afrikaanse koning over te halen aan deze rekrutering mee te werken. Hen jaar later polste hij met hetzelfde doel de autoriteiten in Liberia. Al zijn inspanningen leidden tot niets, maar toch was het ministerie van Buitenlandse Zaken onder de indruk van zijn inzicht, tact en doorzettings vermogen en bevorderde Hamel op persoonlijke titel tot consul-generaal. In 1880 werd hij overgeplaatst naar Bangkok. Zijn belangrijkste taak was de verzuurde betrekkingen tussen beide landen te verbeteren. Het was een kolfje naar de hand van de slimme en charmante Hamel. Binnen een jaar bracht hij het tot deken van het corps diplomatique. Hij stond op uitstekende voet met de koning die hem benoemde tot Commandeur in de Orde van de Witte Olifant. Nog nooit had een buiten lander deze hoogste Thaise onderscheiding gekregen. Vanwege de constante dreiging van malaria op al zijn posten moest Hamel geregeld terug naar Nederland om op krachten te komen. Vaak verbleef hij bij zijn familie in Breskens of bij vrienden in Mid delburg. Tijdens zo'n verlof ontmoette hij de elf jaar jongere Marie den Bouwmeester, telg uit een familie van scheepsbouwers. Haar broer was H. P. den Bouw meester, later wethouder van de Zeeuwse hoofdstad. Piet en Marie trouwden in 1881 in Singapore en kre gen een jaar later een dochter. Lang duurde hun geluk niet want in 1884 overleed Marie plotseling in Bang kok. Dat verlies kwam hij nooit meer te boven. In 1887 werd de zieke en depressieve Hamel uit Bangkok teruggeroepen. Hij was inmiddels een bemid deld man en kocht voor zijn oudere broer Simon een hotel aan de Rouaanse Kaai in Middelburg, dat Hotel Hamel werd gedoopt. Stilzitten was echter niets voor Piet en toen hij zich in 1890 weer beter voelde, werd hij als consul-generaal naar het zuiden van China uitgezon den. Zijn opdracht was de werving van koelies (contrac tarbeiders) voor Nederlands-Indië weer op gang te bren gen. Het diplomatieke spel met de Chinese autoriteiten was hem op het lijf geschreven en al snel was er een spectaculaire stijging in het aantal Chinese koelies dat naar Nederlands-Indië ging. Amper twee jaar in China sloeg het noodlot toe want hij werd getroffen door twee beroertes. Het betekende het einde van zijn actieve con sulaire loopbaan. Hij werd gerepatrieerd en sterkte aan in een Nervenheilanstalt bij Koblenz. Hij sleet zijn laatste jaren in Middelburg en overleed in 1900. Nagtglas schreef een uitgebreide en indrukwekkende necrologie in de Middelhurgsche Courant. Hij concludeerde: 'Onder de merkwaardige Zeeuwen, die een voetstap nalieten in het zand van den Tijd, verdient Hamel een plaats'. Daar kan ik mij als zijn biograaf alleen maar bij aansluiten. Het moet ergens aan het eind van de jaren zeventig zijn geweest, rondrijdend in de auto met een ver rekijker en een gloednieuw fototoestel mét 400 mm- telelens, in de buurt van de winterse Middelplaten. Mijn broer achter het stuur, ik ben te jong voor een rijbewijs. We zijn op zoek naar zeldzame vogels. Maar, behalve een velduil is het een saaie rit. Tot op een waaidijkje ten noorden van de Batterijweg vijf gei ten opvallen. Reebruin. Reeën! Die zijn er helemaal niet, in Zeeland. Auto aan de kant. Mijn broer sluipt onder de wind langs de dijkvoet om ze mijn kant uit te jagen. Ik verstop me ach ter een talud, vinger op de camera. En daar komen ze, op me afgerend. Alle vijf. Klik. Klik. Tot ze de gehurkte jongen met de camera op de dijk zien. Ze slaan een hoek om en rennen er vandoor, de volgende kale dijk over, het zicht uit. Nooit heb ik wilder dieren gezien. Knikkende knieën, euforie - had ik de foto's maar aan de PZC verkocht, daar heb ik nog wel eens spijt van... Fast forward. We huren een huisje vlak achter Domburg. Links bevinden zich tuinen van grote hui zen, rechts kale akkers. In de ochtend trek ik de gor dijnen open. Op het gazon liggen twintig damherten. Eentje draait zijn kop naar het raam, ziet dat het maar een mens is en hervat zijn slome pose. Hoe tam kan wild worden? En daarom is het niet erg dat er af en toe een damhert bij de Zeeuwse poelier belandt. Dit recept, damhertsalade met garnalen en kwee peervinaigrette, is overgenomen van www.wildplaza. com. Met 'gewoon' hert, lukt het ook, trouwens. 200 gram damhertfilet salade mesclun half kopje mosterdvinaigrette 100 gram Hollandse garnalen voor de kweepeervinaigrette: 1 kweepeer 1 dl witte wijn 2 lcardemompitten 10 g suiker 15 g gemberwortel 2 el druivenpitolie 1 el citroensap kervel peper, zout. Pluk de bladeren van de gemengde salade in stukjes. Laat de grillplaat gloeiend heet worden en gril de plakjes dam filet hierop aan één kant - hoeft maar een paar seconden. Bestrooi de plakjes met fleur de sel of grof zeezout. Schil de kweepeer en verwijder het klokhuis. Snijd de peer in blokjes van een halve centimeter. Doe deze in een pannetje samen met de gekneusde kardemompit- ten, witte wijn, grof gesneden gemberwortel en suiker. Breng aan de kook en laat inkoken tot een halve decili ter. Haal de pan van het vuur en verwijder kardemom en gember. Maak de vinaigrette af met druivenpitolie, citroensap, peper en een mespunt zout. In plaats van kweepeer kun je ook een handpeer gebruiken. Maak de slasoorten aan met de mosterdvinaigret te. Leg de sla midden op de borden en verspreid de plakjes filet eroverheen. Bestrooi het gerecht met de garnalen en versier de salade met takjes kervel. Schep, tot slot, de kweepeervinaigrette eromheen. mm Actiefin Bangkok en Zuid-China Hans Walraven was twintig jaar lang kunstredacteur van dag blad De Gelderlander. Na zijn pensionering heeft hij onderzoek gedaan naar zijn overgrootvader P. S. Hamel wat resulteerde in het boek Tropenjaren; in het spoor van P. S. Hamel, consul-generaal in Afrika en Azië in de negentiende eeuw. Te bestellen via: www. facebook.com/hans.walraven.tropenjaren. Elmina in 1880 lanuscript van Piet Hamel. Collectie: Zeeuwse Bibliotheek, Middelburg 34 Zeeuws Tijdschrift 2014 I 6-7 Damhert [skelet], 1700 - 1880. Bron: Iconographia Zoologica: een papieren dierenrijk, Universiteit van Amsterdam tekst Menno Steketee 35 Zeeuws Tijdschrift 2014 6-7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2014 | | pagina 18