geboortegrond afspeelde. Die merkwaardige discre pantie tussen deze wereld op doek en harde werkelijk heid van het slagveld is het eerste wat opvalt aan deze tentoonstelling naar aanleiding van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog honderd jaar geleden die een andere kant belicht van het overwegend avant-gardisti- sche kunstenaarsleven in Domburg in die periode. Hoe die enorme kloof tussen de geschilderde idylle en de rauwe werkelijkheid te verklaren? Was het schilderen een soort vergetelheid, een balsem op de eenzame en angstige ziel? Was het juist een manier om niet aan de oorlog in hun vaderland te denken. Het is mogelijk dat hun manier van schilderen een prettige verdoving is geweest om aan de werkelijk heid te ontsnappen. Dat zou een verklaring zijn die in algemeen menselijke zin opgaat. De vraag is of de nood van deze kunstenaars wel zo hoog was. Alle vier de families waren tamelijk welgesteld, en dat is goed te zien op de familiekiekjes die de tentoonstelling een bescheiden historisch kader geven. We zien Frans Wil lems en zijn vrouw, de schrijfster Marie Gevers, aan het toen nog stille strand, de familie Posenaer aan de welgevulde tafel met kloeke flessen bier en de familie Viérin in de duinen bij Domburg. En zonder uitzon dering zijn ze allemaal goed gekleed op het wufte af. Het was bepaald geen beeld dat je bij een angstige en berooide vluchteling hebt. Er is één kleine uitzondering op het zonnige wereld beeld dat de tentoonstelling ons toont, en dat is te zien bij Frans Willems. Hij maakte in Domburg negen aquarellen als ontwerp voor een glasraam, zes hangen er op de tentoonstelling. Op een ervan zien we een hoog, gotisch venster met landschappen waar in de oorlog verbeeld wordt. Verbrande aarde, aan puin geschoten huizen en kerken waaruit de rook naar de hemel opstijgt, en op de voorgrond een rij kruisen waar de anonieme soldaten begraven liggen. Natuurlijk zijn die aquarellen een rechtstreekse ver wijzing naar de oorlog, maar dan wel geësthetiseerd, op symbolistische wijze. De aquarellen zijn vooral heel mooi. Een van de mooiste schilderijen is het zeegezicht van Emmanuel Viérin, 'Marine met Wolken' uit 1916. Het is geschilderd in neo-impressionistische stijl waarbij er zeker zo veel aandacht is voor de stem ming als voor de letterlijkheid van het zeegezicht. Twee rijen paalhoofden die het strand beschermen tegen het geweld van de golfslag, voeren ons oog vanuit de linkerhoek van het schilderij de zee in. In de verte een donkere horizon en daarboven een roerig wolkendek dat de hemel volledig in beslag neemt. Geen streepje zon te zien. Alleen maar wind en wolken in alle tinten grijs. Het lijkt erop dat Viérin alle laden van het gevoel opentrekt: het verlangen, de melancholie, maar ook de dreiging en de verlaten heid. Zonder een mens te schilderen laadt hij het zeelandschap op met de gevoelens van de mens in benarde omstandigheden. Het is verleidelijk om er een spiegel in te zien van zijn eigen heimwee en angst. In dat beeld zou het passen om de paalhoof den te zien als een pointer naar Engeland waar zoveel andere Belgen hun toevlucht hadden gevonden en de stoomboot in de verte als een verbindingsschakel. En links om de hoek ligt natuurlijk de kust van het bele gerde vaderland... Die neo-impressionistische stijl van Viérin is het tweede opvallende element van de tentoonstelling. De werken die getoond worden zijn zonder uitzondering Jozef Posenaer, Strandhuisjes te Domburg, ca. 1915, olieverf op doek, 62 x 57 Frans Willems, Consommatum est, 1915, aquarel en lavis cm, collectie J. van Os, Berchem Toch een wolkje aan de horizon? 38 Zeeuws Tijdschrift 2014 6-7 Emmanuel Viérin, Marine met wolken, 1916, olieverf op doek In veilige haven 39 Zeeuws Tijdschrift 2014 6-7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2014 | | pagina 20