De onderlinge strijd van de oorlogsmusea De andere Waterloo-prent (30 x 40 cm) is in het bezit van een dame van Joodse afkomst, die in de oor log ondergedoken was bij iemand uit Middelharnis. Zij erfde de prent, die een vergelijkbare opzet heeft als de vorige, maar zonder de randversieringen. Wel heeft Jan spaarzaam waterverf gebruikt om details in de uniformen en het landschap aan te geven. De vlag gen zijn soms blauw-wit-rood, maar de banen staan nooit op de Franse manier evenwijdig aan de stok. In de hoeken behalve Waterloo drie andere plaatsen: Nuvelle (Nijvel of Nivelles), Sinapel Monbuys in brand) en Brussel. Op de heuvel van Quatre Bras (CATBRA) twee officieren te paard bij een signaalpost. Dit was een door de Fransman C. Chappe ontworpen optische telegraaf. Na diverse aanpassingen werd de 'semafoor' door Napoleon gebruikt om snel berichten door te geven. Met de verschillende standen konden bijna tweehonderd boodschappen worden overgeseind. Ook in Nederland en Zeeland werden ze geplaatst op kerktorens. Ongetwijfeld kende Jan die seintoestellen, want zijn weergave lijkt op het Nederlandse model. (In deze prent zit de semafoor vast aan de draagband van de bovenliggende scènes; die band is ooit gebro ken, maar door de spanning van het papier nu niet meer in de oorspronkelijke positie terug te brengen). Naast de heuvel van Quatre Bras heeft Jan een molen geplaatst, waarschijnlijk die van Bussy bij Ligny; Lord Wellington en de Pruisische generaal G.L von Blücher gebruikten die als uitzichtpost. Erboven is de artil lerie in actie, die een ware kogelregen laat neerdalen op de tegenstanders: een slachting! Alles bij elkaar ruim 37.000 Franse en 28.000 geallieerde doden en gewonden in die paar junidagen van 1815. Alsof Jan er zelfbij was geweest. Erfgoed Natuurlijk geven deze prenten geen weergave van de werkelijkheid op een bepaald moment van de strijd. En elke prent is weer anders. Jan wilde het verhaal vasthouden, door het te verbeelden, te profileren met de techniek die hij zichzelf had meester gemaakt. Met zijn kunstzinnig en historisch inzicht maakte hij geschiedenis zichtbaar, in het platte vlak en in papie ren taferelen zonder perspectief, maar toch weer wel, door ze als het ware op te stapelen. We kijken naar de 'legerscharen' vanuit het zuiden naar het noorden, van onderen naar boven. Duidelijk toch? Al even helder is dat onze Zeeuwse papierknip per de Nederlandse taal maar matig beheerste (en de Franse nog minder). Dat vonden degenen die zijn prenten kochten niet belangrijk, men had immers zijn eigen streektaal. Het beeld zorgde ervoor dat de eigenaars het verhaal door bleven vertellen. En zo deed Jan het oolc met zijn prenten van Bijbelverhalen en hofsteden. Ze vertegenwoordigen cultureel erfgoed van overgeleverde geschiedenis van oorlogen, van huwelijkstrouw, van hoogmoed die voor de val komt, van afhankelijkheid van de grond en de seizoenen, van de Hoge Macht. Zo hebben wij het verhaal van Jan de Prentenknip- per vastgelegd en is deze bijdrage weer een uitbrei ding van onze kennis over zijn karakteristieke kunst. Het is dankzij de families die ervoor gezorgd hebben dat deze prenten van geslacht op geslacht werden doorgegeven, dat dit Zeeuwse erfgoed bewaard is. Overigens hebben enkele Zeeuwse musea ook werk van hem in hun collecties. De prenten zelf zijn mate rieel erfgoed, terwijl de geschiedenis van het knip pen en de verhalen over Jan de Prentenknipper, tot ons immaterieel erfgoed behoren (en daartoe horen oolc de knipkringen in Zeeland, die het 'ambacht' nu levend houden en doorgeven). In 2013 kreeg de Nederlandse Vereniging voor Papierkunst de Unesco waardering voor Immaterieel Erfgoed vanwege haar inzet voor de traditie van het papierknippen. Op 6 juni 1944 landden geallieerde troepen in Nor- mandië en trokken snel op naar het noorden. Om de monding van de Schelde en daarmee de toegang tot de haven van Antwerpen in handen te krijgen, vond in het najaar van 1944 een zware, wekenlange strijd plaats. Een groot deel van Zeeland is in deze dagen bevrijd, Walcheren werd geïnundeerd. Deze 'Slag om de Schelde' is dit jaar voor de zeventigste keer her dacht. Het was naar alle waarschijnlijkheid een van de laatste herdenkingen waarbij nog veteranen aanwezig konden zijn. Zeeland en de Slag om de Schelde zijn volgens deskundigen te beschouwen als 'het Normandië van Noordwest-Europa'. De door de Duitsers gebouwde Atlantikwall werd in 1944 op twee plekken door de geallieerden doorbroken: in Normandië én in Zee land. De slag om de Schelde was dan ook van groot belang voor de beëindiging van de Tweede Wereldoor log in Europa, en kreeg tot voor kort te weinig aan dacht in de geschiedschrijving. Herdenkingsactiviteiten rondom de Slag zijn van groot belang om de herinnering bij grote groepen van de bevolking levend te houden. Musea en bevrijdings comités spelen hierin een cruciale rol. De regionale pers meldde in januari 2014 echter een dreigende ver snippering tussen de verschillende Zeeuwse oorlogs musea na de aansluiting van het Bevrijdingsmuseum Zeeland bij de Stichting Musea en Herinneringscen tra 40-45, bestaande uit twaalf landelijke musea en centra. Het Bevrijdingsmuseum zag er een vorm van landelijke erkenning in, en een grote kans om in heel Nederland meer aandacht te genereren voor het museum. Maar dit betekende 'achterlating' van de kleinere Zeeuwse oorlogsmusea. Die laatste sloten zich met de Zeeuwse comités aaneen tot een Stichting Wij [Joke en Jan Peter Verhave] kregen het vertrouwen van de eigenaars van de beide Waterloo-prenten (en andere bezitters van knipprenten) om die te restaureren en van zuurvrije achter grond te voorzien. Ze kunnen weer generaties lang mee. Voor ons beeldarchief ontvangen wij graag foto's of scans van oud papierwerk (niet alleen van Jan de Prentenknipper); dat helpt ons om de geschiedenis verder in kaart te brengen. Stuur ze naar jokeverhave@hotmail.com. Joke en Jan Peter Verhave, Jan de Prentenknipper, Zeeuwse Volkskunst langs 's Heeren wegen. Goes: De Koperen Tuin, 1993. Isbn 90 7213 827 9, 104 blz. Joke en Jan Peter Verhave, Geknipt! Geschiedenis van de Papierknipkunst in Nederland. Zutphen: Walburg Pers, 2008. Isbn 978 90 5730 517 7, 208 blz. 46 Zeeuws Tijdschrift 2014 6-7 tekst Jan j. b. Kuipers 47 Zeeuws Tijdschrift 2014 6-7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2014 | | pagina 24