- VAN VLASTOT PRODUCT INNOVATIEVE TOEPASSING 4»* Vlas wordt in maart of april gezaaid. In juni komen de planten in de bloei. Die duurt hooguit tien dagen want iedere plant heeft hooguit tien bloempjes. De bloei van het vlas in sensationeel want het geeft het veld een oogverblindende blauwpaarse gloed. Vele mensen trekken erop uit om dat sublieme fenomeen te aanschouwen. Als de bloemen gevallen zijn blijven zaadbolletjes over. Het vlas rijpt dan nog door tot juli en dan begint de plant de onderste bladeren te verlie zen en worden de stengels geel. Op de helft van die maand, ongeveer 100 dagen na het zaaien, wordt er geoogst. De vlasplant wordt met wortel en al uit de grond getrokken om een zo lang mogelijke vezel te behouden. Vroeger gebeurde dit met de hand en werd het vlas in schoven gezet. Nu wordt het vlas machinaal geoogst en komt dan plat in zwaden (rijtjes) op de grond te liggen. Nu treedt een natuurlijk rottingsproces op, het zogenoemde dauwroten. De combinatie van regen, dauw en zon werkt schimmelvorming in de hand die de pectine, een kleefmiddel van plantaardige cellen, afbreekt. Dit proces duurt enige weken. Het moet gelijkmatig gebeuren en op het juiste moment worden gestopt. Dat gebeurt door het machinaal te keren of te lichten waarbij het vlas tevens gerepeld (ontdoen van de vlas- bol) wordt. Ontdaan van het kaf (dat als veevoer wordt gebruikt) wordt het zaad gezeefd en geschoond. De beste kwaliteit wordt zaaigoed en de rest wordt door de olieslager verwerkt tot lijnolie. Dit wordt gebruikt als grondstof voor verf, zeep, drukinkt, kunstharsen, voedings- en geneesmiddelen of als biobrandstof. Na het repelen kan het op grote rollen worden gewikkeld en worden opgeslagen. Nu breekt het verwerkingsproces aan dat uitmondt in het typisch glanzende vlaslinnen. Eerst wordt het vlas gezwingeld waarbij de vezel los komt van de stengel. In de vlasfabriek komen de rollen vlas op de ontrolta- fel voor de zwingelturbine die de vlasplant ontleedt. Die machine gaat steeds sneller draaien waarbij de vlasstengels keurig achter elkaar worden gelegd, ver deeld en ontdaan van de overgebleven zaadbollen. Na het zwingelen komen de stengels tussen de brakels. Dit zijn geribde walsen die de houtpijp op korte stukjes breken. Die stukjes worden scheven genoemd. Ze worden gebruikt in de vlasspaanplaat en als bodembedekking in renpaardenstallen. Het gebrakelde vlas wordt in zwingelmolens geleid. Hier bij worden met stalen messen de houtdeeltjes tussen de vezels weggeslagen zonder ze te beschadigen. Tegelijk met de houtdeeltjes worden ook de korte vezels (klodden) weggeslagen en via trechters onder de machine afgezogen. Die zijn na zuivering geschikt voor het maken van grovere droog gesponnen garens, touw of in de papierindustrie. Wat aan het eind uit de machine komt is de lange vlasvezel, de grondstof voor de spinnerij. Voordat er gesponnen kan worden dient het vlaslinnen eerst te worden gehekeld. Hekelen is het splijten van de vezelbundels en de vlaslinten waardoor de vlasvezel fijner en zachter wordt. De hekelmachine heeft steeds fijner wordende naalden waar de vlaslin ten doorheen worden getrokken. Van de fijn gekamde vlasvezel wordt een mix gemaakt waaruit de garens worden gesponnen. Voordat de garens naar de weverij gaan passeren ze eerst de blekerij en de ververij. In de weverij worden de stoffen geweven voor diverse toe passingen, in vele dessins en weefpatronen. Naast het traditionele gebruik in de textiel gloren er voor vlas vanwege de unieke eigenschappen vele toepassingsmogelijkheden in de bio-based industrie. In het hoofdartikel wordt al gewezen op het gebruik van vlas in de textiel en bouwmaterialen. Hieronder belichten we het gebruik in de medische sector als alternatief voor polymeren en als alternatief voor vlas vezel in composieten. Leo Koole, hoogleraar Biomaterialen aan de Uni versiteit Maastricht en Daniel Molin, fysioloog hebben binnen het project BioMiMedics - een life scienceproject waarin vakkennis over biomaterialen, klinisch onderzoek en biomedische technologie gecombineerd worden - onder andere een gaasje op basis van gewoven vlas in plaats van propyleen ontwikkeld om incisies na een chirurgische ingreep niet alleen beter te laten helen maar ook om van de ongewenste bijwerkingen van propyleen - infec ties, irritaties en stollingen - af te komen. De vezel van vlas is sterk en bestaat vrijwel uitsluitend uit polysacchariden, die geen eiwitten bevatten en in tegenstelling tot synthetische materialen geen afweerreacties in het lichaam veroorzaken. Bij Van de Bilt wisten ze dat al lang want als medewerkers tijdens het werken met vlas een wondje oplopen is dat opvallend snel genezen. Het bedrijf werkt dan ook graag samen met BioMiMedics bij de ontwik keling van nieuwe biomaterialen. Het gaasje is een voorbeeld van vlas met een hoge toegevoegde waarde want er is weinig van nodig om zo'n gaasje te maken. Het project is nog in de proeffase maar de eerste uitkomsten zijn bemoedigend en het vlas gaasje lijkt klinisch toepasbaar. Composieten Voor de ontwikkeling van vezelversterkte composieten worden meer en meer natuurlijke vezels gebruikt, zoals vlas en hennep. Deze natuurlijke grondstoffen zijn uitstekende vervangers van glasvezels. De sterkte en stijfheid zijn nagenoeg gelijk, maar de plantaardige vezels zijn veel lichter en biologisch afbreekbaar. Een voorbeeld is de Low Chair ontworpen door Maarten van Seeveren en door de meubelfabrikant Pastoe op de markt gebracht. Voor deze vlasversterkte stoel werd een nieuwe composiet ontwikkeld. De samenwerken de partijen daarin waren Pastoe, Van de Bilt, machine bouwer Van Wees uit Waalwijk en de composietenma ker NPSP. Deze partijen werden bij elkaar gebracht door Ecological Textiles in Roermond. NPSP maakt duurzame, vezelversterkte kunst stoffen voor bouw, design, mobiliteit en industrie onder merknaam Nabasco (Nature Based Composi tes). Het bouwde onder meer de eerste catamaran van vlasversterkt composiet en onlangs maakte het een longboard met een deck van vlasvezel. Dit lange skateboard heeft door de langere wielbasis een hogere stabiliteit en is daardoor zeer geschikt voor de lange afstanden. Het was een afstudeerproject van René Smeets van de TU Delft in samenwerking met NPSP. Met zijn project wilde Smeets niet alleen de mechani sche en esthetische kwaliteiten van natuurlijke vezel composieten voor het voetlicht brengen maar ook dat het veel lichter en milieuvriendelijker is. De Be.e is de duurzaamste scooter ter wereld. De behuizing bestaat uit één stuk en is gemaakt van Nederlands vlas en natuurlijke harsen. - extreem sterk en superlicht. De scooter is ontwikkeld door een consortium van NPSP Van de Bilt en andere partners. Het ontwerp is van ontwerpbureau Waarmakers. Oogsttijd Verwerki ngsproces 14 Zeeuws Tijdschrift 2014 6-7 Polymeren 15 Zeeuws Tijdschrift 2014 6-7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2014 | | pagina 8