Het is niet te verwonderen dat zich in Koewacht sinds
twintig jaar een vlasmuseum bevindt, want dat dorp
was het centrum van een bloeiende vlasindustrie die
in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog 250 kleine
vlasbedrijfjes telde. In 1942 werd er de Eerste Zeeuw-
sche Vlasserschool opgericht die tot de jaren zestig
heeft bestaan. Begin jaren vijftig was er veel vraag
naar vlas door onder meer de oorlog in Korea. De
uitvinding van synthetische vezel (polyester) luidde
het einde in van de ambachtelijke vlasindustrie. Zelfs
de coöperatieve vlasfabriek Sint Andries moest de
deuren sluiten. De fabriek werd in 1938 gesticht. Op
coöperatieve basis konden vlasboeren lid worden en
gebruik maken van de voorzieningen. De gebouwen
van het industrieel monument zijn in 2010 gesloopt
om plaats te maken voor vier villa's.
'Doodzonde' volgens Ingrid de Letter die sinds de
dood van haar man begin 2014 het museum runt. Ze
heeft de nieuwe veldschuur die haar man begonnen
was, afgemaakt met behulp van haar kinderen en vele
vrijwilligers. Ze geeft ons een rondleiding zoals ze elke
zaterdag tijdens het vlas seizoen doet. In de veldschuur
staan alle machines opgesteld die vanaf het begin van
de vorige eeuw bij de oogst betrokken waren. Overal
hangen foto's en krantenknipsels die een beeld geven
van de vlasindustrie in de streek. Zelfs het vlasbier ont
breekt niet. Ook niet onvermeld mag blijven dat in de
museumwinkel, Maison du Lin, een uitgebreid assorti
ment aan linnen artikelen is te vinden met een ruime
keuze aan tafel-, keuken-, bad-, en bedlinnen. Ingrid
ziet de vraag naar die producten stijgen. Mensen
beginnen te beseffen dat, hoewel goedkoop, syntheti
sche producten het milieu vervuilen en dat natuurlijke
stoffen als vlas niet alleen veel mooier en natuurlijker
zijn maar ook passen in de toekomstige circulaire eco
nomie waarin alles hergebruikt wordt.
Voor informatie: www.vlasmuseum.nl
Ik hou van ambacht, en ik hou van taal. Afgelopen
week, toen ik me verdiepte in de hoed en de rand van
vlas, in de wereld van harrels, schranken en kapellen,
bleek dat deze twee liefhebberijen van me worden ver
enigd door vlas.
In de eerste plaats vanwege een paar literaire werk
jes waarin de vlasbewerking bezongen wordt - zoek
op dbnl.org op 'vlas' en een wereld van trompetgeschal
opent zich -. Maar zeker ook door de aandoenlijke
omslachtigheid waarmee vlas werd verwerkt tot touw
of garen, en de prachtige noeste ambachtswoorden die
bij zo'n proces horen. Tegenwoordig wordt vlas, zo heb
ilc begrepen, vooral chemisch en machinaal tot linnen
omgetoverd. In een paar maanden, van zaaien tot lin
nen. Vroeger ging daar gerust een jaar overheen. 'Op
de honderdste dag in de aarde, honderd uren onder
de aarde, en nog honderd dagen op de aarde', sprak
dan een ongetwijfeld tandeloze boer tot zijn in doek
en beuk gehesen wuuf. Kortom: rond 10 april werd het
vlas gezaaid, na ongeveer vier dagen werden de plant
jes zichtbaar en de oogst was eind juli. En als het vlas
volgroeid is, begint het pas echt met het ambacht en
de daarbij horende vaktermen.
Eerst komt het trekken, met wortel en al, omdat
in de wortel ook vlasvezel zit. Dan komt het roten en
repelen. Repelen is het verwijderen van de zaadbol
len van de steel. Roten is het laten rotten van het
vlas zodat de bast verwijderd kan worden. Dat roten
gebeurde vroeger in een rivier, betonnen waterbak of
op het veld, nu wordt het chemisch gedaan of door
dauwroting, op het veld. Regelmatig wordt het vlas
gekeerd, zodat het egaal rot. Ook dan kan er nog
gerepeld worden, keerrepelen heet dat. Voorts wordt
het gerote, gerepelde vlas gebraakt en gezwingeld,
waarbij de vezels vrijkomen. De houtige delen van het
vlas, de scheven, worden gebruikt als toevoeging aan
meubelplaten, de korte vezels worden in onder andere
bankbiljetten en autodashboards verwerkt en de lange
vezels worden gehekeld - over een soort vierkant
kammetje met heel veel scherpe pinnetjes gehaald -
gekaard en gekamd, waarna er garens van worden
gesponnen die dan weer tot doek worden geweven. De
hekelsnuit (wat dat dan ook wezen moge, ik vind het
klinken als een klein, bijna uitgestorven knaagdiertje
dat diep in de bossen leeft) en andere resten worden
gekaard en gesponnen of tot touw geslagen.
Mijn verwondering in de wereld van vlas houdt
niet op bij de woorden en het verweringsproces; de
toepassingen van vlas zijn al even wonderlijk. Hecht-
draad voor wonden wordt ervan gemaakt, maar ook in
het fietsframe van de wielrenner Johan Museeuw zit
vlas. Mummies werden in linnen stroken gewikkeld,
maar evengoed zit er vlas (lijnolie uit de zaden) in
linoleum en zeep. Ook brandvertragende bouwplaten
bestaan voor een deel uit vlas. Daarbij is vlas ook nog
eens duurzaam, omdat 100 procent van de vlasplant
wordt verwerkt; er is geen afval.
Ik ben niet iemand die zich dagelijks in landbouw
gewassen verdiept, maar ik geloof wel dat vlas één
van de meest onbekende en onderschatte plantjes is
die er bestaan. Ik zou bijna willen zeggen: Ich bin ein
Flachsbauerl
De voormalige Vereniging Vlasroterij Sint Andries aan de Tragel in Koewacht, eens de grootste warmwaterroterij van Nederland
16 Zeeuws Tijdschrift 2014 6-7
tekst Katinka Polderman
17 Zeeuws Tijdschrift 2014 6-7