Willem Cornelis Imandt, ca. 1895.
Postkaart St. Jansteen rond 1910.
voltooid. Daartoe had hij een steenbakkerij opgericht
die niet alleen de anderhalf miljoen stenen voor de
kerk bakte, maar die ook tot in de wijde omtrek expor
teerde. Deze onderneming was naast een bierbrouwe
rij het enige bedrijf van betekenis.
In een studie over geloof in Zeeland in de negen
tiende eeuw wordt een verband gelegd tussen de con
sumptie van alcohol en geloof. Hoe protestantser een
plaats hoe hoger de consumptie van jonge jenever,
hoe katholieker hoe hoger de consumptie van bier.
St. Jansteen had met negenenveertig liter bier per
hoofd van de bevolking veruit de hoogste score in Zee
land rond het midden van de negentiende eeuw. Een
groot gedeelte van de woningen in het dorp fungeerde
dan ook tevens als tapperij. Zelfs de pastorie was dat
voor korte tijd! De gemiddelde levensduur lag er niet
hoog, temeer niet omdat St. Jansteen door de drassige
grond en de vele watergangen in de omgeving berucht
was om de polderkoortsen (Steense marollen), nu
beter bekend onder de naam malaria. Naast het café
bezoek kunnen als hoogtepunten de kermis eind juni
en de jaarmarkt in maart aangemerkt worden.
Dat wil niet zeggen dat het verder rustig was op
het dorp, want dat werd net als andere grensdorpen
in Zeeuws-Vlaanderen tot de Tweede Wereldoorlog
geteisterd, zeg maar gerust geterroriseerd, door gewa
pende benden uit Vlaanderen. Een bericht uit 1893
geeft een goed beeld. 'Maandag 26 december namid
dag kwam een troep smokkelaars, wildstropers, enz.,
ongeveer 30 man, met messen en knuppels gewapend
over de grens, wraak willende nemen, naar hun zeg
gen, op de ambtenaren der in- en uitgaande rechten,
doch deze niet ontmoetende pleegden zij de grootste
baldadigheden, vernielden plantsoenen, hekken en
afsluitingen op verregaande wijze ieder die zij ont
moetten onder het uiten van moordbedreigingen.'
Er heerste dus dikwijls een wildwest atmosfeer
in het dorp die de notabelen veel zorgen baarde. Tot
die groep behoorden naast de pastoor en priesters,
de burgemeester, wethouders, gemeenteraadsleden,
de herenboeren en het hoofd der openbare lagere
school met zijn onderwijzers. Dat was vanaf 1877 tot
1906 de vader van Willem Imandt. De familie Imandt
is oorspronkelijk uit het Duitse Trier afkomstig. Als
stamvader staat te boek Johann Adam Imandt die
in de achttiende eeuw notaris in Trier was. Diens
kleinzoon is wel het bekendste familielid, namelijk
Peter Imandt. Hij speelde een grote rol in de com
munistische beweging en was een intimus van Karl
Marx. Verder telt het geslacht Imandt veel (amateur)
schilders en musici.
Een kunstzinnig en sportief milieu
De vader van Imandt, Wilhelmus Comelis (1847-1920)
was afkomstig uit Goes en was tien jaar eerder
onderwijzer in Westdorpe geweest, geen onbekende
10 Zeeuws Tijdschrift 2015 1-2