Willem Imandt, 1898. Foto: Schelleman, Axel.
in de streek dus. Nadat hij de overtocht met de pont
Hoedekenskerke-Terneuzen had gemaakt, kon hij
plaats nemen in de stoomtrein want in 1873 was de
lijn Mechelen-Terneuzen geopend met een halte in
Hulst. De spoorlijn vormde de noordelijk grens van
de gemeente St. Jansteen. Imandt hoefde alleen een
wandeling van een kwartier vanaf het station over
de Steense Dijk te maken voordat hij in het centrum
van het dorp aankwam. Hij werd vanaf 1 oktober
1877 benoemd tot hoofdonderwijzer van de openbare
lagere school te St. Jansteen tegen een salaris van 700
gulden op jaarbasis en het genot van vrije woning en
tuin. De gemengde school telde ongeveer 250 leerlin
gen.
In 1886 werd zijn jongere broer W.A. Imandt
(1862) ook tot onderwijzer in St. Jansteen benoemd.
Deze deelde een woning met hun verweduwde
moeder die ook vanuit Goes naar St. Jansteen was
verhuisd. In het naburige Hulst werd hun neef N.J.
Imandt aangesteld. De neef en de oom waren mede
oprichter van de Zeeuwsche Wielrijdersbond. Dat de
familie Imandt sportief ingesteld was, blijkt uit het
gegeven dat zowel zijn oom als zijn vader de akte
gymnastiek voor lager onderwijs in Breda haalden. Ze
waren bovendien de medeoprichters van Gymnastiek
club Olympia en de IJsverenging Ijsvaart.
Imandts woning was gelegen aan de Dorpsstraat
(tegenwoordig Brouwerijstraat). Het pand staat er
nog en moet een van de oudste van het dorp zijn.
De klaslokalen grensden aan dit huis maar zijn een
eeuw geleden omgetoverd tot woningen. Hij trouwde
begin november 1881 de Middelburgse Maria Elisabeth
liesoij die op 16 november van datzelfde jaar in St.
Jansteen ingeschreven werd. Ze lieten er geen gras
over groeien. Negen maanden later, op 26 augustus
1882, zag de eerste, naar zijn vader vernoemde, zoon
het levenslicht. Op Willems eerste verjaardag barstte
de Krakatau uit, wat wereldwijd leidde tot spectaculaire
zonsverduisteringen veroorzaakt door de uitstoot van
een enorme hoeveelheid stof. Op het eind van zijn eer
ste verblijf in Nederlands-Indië zou hij in opdracht van
de regering de resten van de vulkaan schilderen.
In een tijdsspanne van minder dan tien jaar baar
de Maria zes kinderen. Alleen zijn zus Sophia en zijn
broer Frans bereikten zoals Willem de volwassen leef
tijd. Het gezin Imandt bleef net als alle andere gezin
nen in die tijd geen rampspoed bespaard. In de lokale
krant van oktober 1889 valt te lezen: 'In de volgende
nacht [10 oktober 1889] werd binnengedrongen in het
achterhuis der woning van den heer Imandt, onder
wijzer te St. Jansteen, er is daar brood, linnengoed,
caserollen en verder keukengerief gestolen.' Vader
Imandt speelde als hoofdonderwijzer een belangrijke
rol op het dorp. Samen met collega J. Goldschmidt
had hij in 1891 de voorloper van de fanfare opgericht,
de toneelsociëteit Opwaarts. Goldschmidt regisseerde
de toneelstukken die uitgevoerd werden door de libe
rale leden van het gezelschap en Imandt zal beslist
een van de toneelspelers zijn geweest. Hij declameer
de ook graag. In 1893 namen ze samen het initiatief
tot de uitbreiding van de sociëteit tot de Toneel- en
Fanfare Maatschappij Opwaarts. Zij deden dit omdat
tijdens de wisseling van de decors de zaal te rumoerig
werd. Muziek zou de sleutel tot een soepel verlopende
voorstelling kunnen zijn. In augustus 1895 werd het
vaandel onthuld en vond een festival plaats waaraan
tien harmonies en fanfares uit Zeeuws-Vlaanderen en
Vlaanderen deelnamen. Uit het subsidieverzoek dat in
dat jaar werd ingediend bij de gemeenteraad komen
we de twee hoofddoelstellingen van Opwaarts tegen,
te weten: 'Overwegend de vele goede diensten, die bij
lokale en nationale feesten geleverd kunnen worden
niet uit het oog verliezend de ontwikkeling van
kunstzin en van schoonheidsgevoel tot wier verede
ling door goede muziek zoveel wordt bijgedragen.'
In dit op kunst en sport gerichte milieu groeide
li Zeeuws Tijdschrift 2015 1-2