Willem op terwijl hij bij zijn vader op school zat. Hoofdmoot van het lager onderwijs bestond uit reke nen, taal én tekenen dat sinds 1889 een verplicht vak was geworden. De lagere school ontwikkelde zich tijdens het bewind van Imandt sr. van een school waar alleen de basisvakken werden gegeven tot een school met meer uitgebreid lager onderwijs. Naast de basisvakken konden de leerlingen er ook gymnastiek, tekenen en Frans leren. Hij stimuleerde de leerlingen door ze niet uit het hoofd te laten leren maar zich met behulp van conversatielessen de taal eigen te maken. Imandt sr. stond bekend als een meester die de talent volle leerlingen volop stimuleerde verder te studeren. Willem heeft deze school van september 1889 tot september 1895 bezocht. Omdat zijn vader keu rig absentielijsten bijhield, weten we dat Willem in die zesjarige periode slechts één jaar niet meerdere maanden afwezig was. Dat kwam omdat hij aan zware migraine leed, waaraan hij pas in 1912 succes vol geopereerd zou worden. Willem was een van de twintig op een totaal van 250 leerlingen die schoolgeld moesten betalen. Het is tekenend voor de grote armoe de op het dorp. De kerk en de St. Vincentiusvereniging lenigden die armoede enigszins maar eisten daarvoor volstrekte loyaliteit. Met de intredende verzuiling begon de kerk instellingen van onderwijs op te richten. Meester Imandt wist al een tijd dat de zusters van het Heilig Hart in St. Jansteen een klooster wilden stichten en tegelijkertijd onderwijs op rooms-katho- lieke basis aan meisjes wilden geven. De bouw van het klooster annex zustersschool begon in 1890 aan de Dorpsstraat (tegenwoordig Hoofdstraat). In 1893 werden het klooster en de R.K. meisjesschool met veel religieus ceremonieel ingewijd. Het bijzonder onder wijs deed op deze manier zijn intrede in het dorp, veel eerder dan op andere plaatsen in Oost-Zeeuws- Vlaanderen. Het had tot gevolg dat het leerlingen aantal van de openbare lagere school bijna halveerde. Daar zaten nu alleen nog jongens op. Het was de facto een scheiding van het onderwijs langs sekselij- nen die pas in de zeventiger jaren van de twintigste eeuw opgeheven werd. De gemengde school was de pastoor toch al lang een doorn in het oog geweest. In de kerk zaten de vrouwen links en de mannen rechts in twee vakken en in de zijbeuken zaten de libera len waartoe de onderwijzers van de openbare lagere school behoorden met wie de pastoor op gespannen voet verkeerde. In 1894 had een ontmoeting plaats die van grote invloed op Willems latere leven zou blijken te zijn. Op 27 maart van dat jaar arriveerde in St. Jansteen de jongere broer van zijn vader, Josephus Hendricus (1848), die terugkeerde uit Nederlands-Indië na er vele jaren werkzaam te zijn geweest als timmerman. Hij bleef vier maanden bij zijn moeder en gedurende deze periode zal hij Willems ontvankelijke kinderziel enthousiast hebben gemaakt voor het Nederland ach ter de horizon, de gordel van smaragd die zich rond de evenaar slingert. Uiteraard heeft hij eerder geweten dat zijn oom in de Oost zat, maar door de verhalen die door zijn oom gedurende die vier maanden aan hem zijn verteld, moet hij zich al een levendige voor stelling hebben kunnen maken van de vulkanen, de bomen, bergen en meren die hij later in zijn schilde rijen zou vastleggen. Zijn beide ooms verhuisden in de zomer van 1894 naar Temeuzen dus geheel uit het zicht raakte de timmerman uit Nederlands-Indië niet. Rijksnormaalschool Nu het einde van zijn lagere schooltijd in zicht kwam, diende zich de vraag aan wat voor opleiding hij zou gaan volgen. De enige vorm van voortgezet onderwijs in Hulst vormde de Tekenschool die in 1876 was opgericht. Bij de tekenscholen lag de nadruk op de theoretisch-intellectuele vorming. Die moest volgens de toen geldende liberale verlichtingsideeën dienen tot maatschappelijke verheffing van het volk. Het ambacht kon immers in de praktijk geleerd worden. Eerst werd begonnen met lijntekenen, eenvoudige meetkunde en perspectief, waarna theoretische meetkunde, tekenen en verklaren van de bouwkundige orden, schaduwen en het maken van gewassen tekeningen geleerd moes ten worden. In het laatste jaar van de (driejarige) cur sus was er onderwijs in de nuttige kunsten zoals het tekenen van bouwkundige voorwerpen of werktuigen en onderwijs in de schone kunsten zoals het tekenen van het menselijk lichaam naar beelden. De lessen werden aanvankelijk op zondag gegeven in een lokaal van de openbare lagere school in Hulst die tegen het stadhuis was aangebouwd. Er waren dik wijls meer dan vijftig leerlingen die het onderwijs volg den. Imandt sr. volgde er tekenonderwijs en legde daar in 1885 examen af. Niettegenstaande zijn liefde voor de teken- en schilderkunst wilde Imandt sr. niet dat Willem een dergelijke opleiding ging volgen. Hij kon hem immers zelf de praktijk van het onderwijzers- 12 Zeeuws Tijdschrift 2015 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 12