Willem en Eliza gingen veertien dagen na hun trouw dag op huwelijksreis per trein naar Marseille. In die Franse havenstad gingen ze op 13 oktober aan boord van de Rindjani die drie dagen eerder uit Rotterdam was vertrokken. Ze zetten hun huwelijksreis voort op zee aan boord van een luxe oceaanstomer van de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN) met een ticket eerste klasse naar Nederlands-Indië. De overtocht die 1400 gulden per persoon kostte, werd door het ministerie betaald. De SMN onderhield in samenwerking met de Rotterdamsche Lloyd een veer tiendaagse dienst op Indonesië. De vaartijd bedroeg tussen de dertig en veertig dagen maar daar zal geen enkele - behalve de zeezieke - passagier bezwaar tegen gemaakt hebben. De tocht kan zeker omschre ven worden als een echte cruise, helemaal als je eerste klasse reisde. Het was een halve wereldreis. Er werden meestal vijf havens aangedaan. De tocht verliep via Southampton, Genua of Marseille, Port Said en daar na door het Suezkanaal naar Aden aan de Rode Zee en vandaar via Padang naar Tandjong Priok op Java. Daar kwam het echtpaar verkwikt aan op 9 november. Ze reisden verder naar Soerabaija en gingen daar op 23 november aan boord van de Camphuijs van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij. Enkele dagen later kwamen ze in Makassar aan. Rond het Meer van Tondano Imandt was benoemd tot onderwijzer aan de Hollandsch-Indische school te Tondano in het uiter ste noorden van Celebes. Dat lag aan de oevers van het 700 meter boven de zeespiegel gelegen Meer van 23 Zeeuws Tijdschrift 2013 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 23