■CD V]n P zoals bij het vertrek van de resident van Surakarta A.J.W. Harloff die een schilderij 'Stadsgezicht van Zuid-Yogja' kreeg. Ook op de in kranten opgenomen lijsten van venduties vinden we dikwijls werken van Imandt terug zoals op die van de bekende journalist H.C. Zentgraaff. Ook begon Imandt in deze tijd doe ken te schenken zoals aan de Kunstkring in Soera- baya dat in 1926 een nieuw gebouw betrok. Imandt doneerde een doek getiteld Branding aan Java's Zuid kust. Het oude werelddeel Het Nieuwjaarsnummer van d'Oriënt van 1926, het enige glossyachtige weekblad van Nederlands-Indië dat van 1923 tot 1942 in hoge oplages verscheen, werd getooid door een schilderij van Imandt. 'Op de omslag een mooie reproductie van een schilderij van Imandt.' Kort daarna werd hij door de voorman van de Nederlands-Indische kunstwereld de architect P.A.J. van Moojen, die van 1910-1923 onder andere voorzitter van de Nederlands-Indische Kunstkring was geweest, gevraagd een artikel te schrijven over schilderen in Indië. Dezelfde Moojen vond hem een van de weinige schilders waard om te noemen in zijn artikel over schilderkunst in het Gedenkboek van Nederlandsch-Indië 1898-1923 dat gemaakt was ter ere van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wil- helmina: 'W. Imandt en W. van der Does, die beiden zonder betekenende technische vooropleiding het Indisch landschap soms niet zonder verdienste op doek brengen.' Imandt zal zich zeker vereerd gevoeld hebben, maar verwoordde zijn reserves als volgt: 'Primo is het voor een schilder lastig over schilderen te schrij ven, zonder de onbescheidenheid te begaan, over eigen werk en zich zelf te vertellen. Secundo is het schrijven over schilderen op zich zelf vaak een onbe gonnen werk, omdat de meeste aandoeningen en stemmingen, welke men al schilderend ondervindt, zich niet of zeer vaag laten beschrijven. Ten slotte schrik ik terug voor de veelzijdigheid van het onder werp. Wie Indië kent, wie hier de vibreerende vlakten, de ruig begroeide bergen, de liefelijke kusten, de wondere zonsondergangen en de rookende vulkanen gezien heeft, zal dit begrijpen.' Aan het eind van het artikel schreef hij: nu ik er zachtjes over ga den ken, om het oude werelddeel weer op te zoeken.' Hij ging inderdaad in maart 1926 voor een jaar met verlof naar Nederland. Hij kwam daar midden april met zijn hele gezin aan. Imandt maakte van zijn verblijf in het oude werelddeel gebruik om zijn terug keer in het Land van Waas voor te bereiden want naar die streek ging zijn hart toch uit. Hij gaf de Gentse architect A. Mommen opdracht een bouwtekening te maken. Die staat gedateerd op 7 juli 1926 en was goedgekeurd en gezien door Willem Imandt. Hij heeft de tekening met een verzoek tot bouwvergunning kort daarop naar de het College van Schepenen van Sint- Gillis-Waas gezonden. Iets meer dan een week later, op 18 juli, verleende dat College zijn goedkeuring. Die staat te lezen op de bouwtekening: 'Gezien de vraag en plan ingestuurd door den heer Willem Imandt tot het bouwen van een woonhuis alhier in de Statiestraat geeft toelating tot bouwen.' Sint-Gillis-Waas voldeed niet alleen in emotio nele opzicht aan Imandts wensen. Zijn beslissing had ook praktische redenen omdat het dorp goede verbindingen had. De woning werd eind 1926 opge leverd en bij het bevolkingsregister van die gemeente verkeerden ze al in de veronderstelling dat hij er N1CI7WJA.NfMMElt 0 Ottert*. 40 Zeeuws Tijdschrift 2015 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 40