Willem Imandt, Sawa met waringins, ca. 1922. Olieverf op doek, 60 x 80 cm. Foto: Anda van Riet. Dat Stehn Imandt vroeg lag voor de hand omdat de Zeeuws-Vlaming van het platte Vlaamse land merk waardigerwijze als vulkaanschilder par excellence werd gezien. Hij voegde zich in februari 1929 bij de expeditie van Rehn die verder bestond uit twee marconisten en een Japanse kok. 'Een paar maanden lang heeft deze expeditie daar geleefd op een eilandje, gansch afgezonderd van de wereld in bestendig levensgevaar vlak in den buurt van den vuurspuwenden berg. Belangrijke documentaire schetsen en enkele angst wekkende schilderijen zijn er getuigen van, dat dit geen plezierige vacantie is geweest!' Hij ontmoette er de directeur van het Koloniaal Instituut J.C. van Eerde die in de jaren dertig twee schilderijen van Imandt in de collectie van dat instituut opnam. Hij ontmoette er ook de schrijfster Tine van Cooten-Jonkhoof die in het Nieuwsblad van het Noorden 'Indische Reisschet sen. Door Noord-Bantam naar de Krakatau' van hem gewag maakt: 'De schilder W. Imandt is daar even eens om de Krakatau-erupties op het doek te bren gen.' Met de gemaakte schetsen keerde Imandt eind april weer huiswaarts, naar Bandoeng. Op 15 mei 1929 verlieten hij en zijn familie Neder- lands-Indië. In de haven Tandjung Priok gingen zij aan boord van de Christiaan Huygens van Stoomvaart Mij. Nederland - net aangekomen van haar maiden voyage uit Amsterdam. Het schip meerde op 13 juni in Amsterdam aan. Zijn Nederlandse vertegenwoor diger had een solotentoonstelling van Imandts werk ingericht op de bovenverdieping van zijn nieuwe expositieruimte De Poort aan het Tournooiveld terwijl op de benedenverdieping een tentoonstelling was met werken van Anton Pieck en Jan Mankes. De solo- 42 Zeeuws Tijdschrift 2015 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 42