MEESTER
1929
'Nu leeft de kunstenaar met zijn groot gezin kalmpjes
in St Gillis-Waes, ver van alle stadsrumoer en vulkaan
erupties!', schreef een Vlaamse journalist die Imandt
in 1935 opzocht. Hij voegde eraan toe: 'Tot vroeg of
laat het heimwee naar zijn tweede vaderland met zijn
wouden, bergen en plantages hem nog eenmaal naar
't verre Zuid-Oosten zou willen drijven.' De journalist
had groot gelijk met zijn eerste observatie en zijn
tweede was eveneens raak. Imandt kwam zoals veel
Indiëgangers terug om zijn kinderen aan Nederlandse
of in dit geval ook Vlaamse instellingen te laten stu
deren. Verder bleef hij met zijn gedachten en werk
innig met Indië verbonden. 'De toovenaar gaat maar
voort met schilderen, om, aan de hand van honderden
meegebrachte schetsen, zijn heimweeige artistieke
tweespalt te overbruggen.' Imandt was een expat in
zijn eigen geboortestreek.
Sint-Gillis-Waas is een gemeente die grenst aan
de Nederlandse gemeente Hulst in het Noorden en
in het zuiden aan de stad St. Niklaas. Het was een
overwegend agrarisch dorp maar er waren ook tex
tielfabrieken en klompenmakerijen. Naast redenen
van sentimentele aard (het grensde aan zijn geboor
teplaats) was het toch vooral een praktische keuze
omdat het dorp aan de spoorlijn Mechelen-Terneuzen
(in de volksmond de Mottige Teef) lag. Zijn jongste
zoon Johnny ging naar de in 1913 gestichte H.B.S. in
Temeuzen en Maximiliaan naar de Zeevaartschool in
Vlissingen. Zijn twee oudste zonen Willem en Gerard
naar de Middelbare Landbouwschool in Deventer
terwijl George, die de aanleg van zijn vader had, naar
de Kunstacademie van Antwerpen ging. Zijn dochters
47 Zeeuws Tijdschrift 2015 1-2