r.. Willem Imandt, Boerenschuur in St. Jansteen, ca. 1930. Olieverf op doek, 30 x 40 cm. Foto: Anda van Riet. Grimm - vergeleken bij een sneeuwlandschap temid den der woeste Pyreneeën!.' Van het Vlaamse werk is relatief weinig overgebleven. Het hierboven genoemde Sneeuwbos in Vlaanderen is een klein doek waar langs een bevroren beek bomen staan. Het is een bijna paars werk dat zich in kleurstelling onderscheidt van zijn Indische bomenwerk. Een ander Vlaams doek stelt een boerderij met rieten dak in St. Jansteen voor. Links zien we in een klein alkoof van de schuur een Mariabeeldje dat typisch voor de streek was. Dat Imandt in Den Haag nog schilderde en werk verkocht wordt bevestigd door zijn dochter. De popu lariteit van de Nederlands-Indische schilderkunst was dan wel verdwenen, toch woonden er in Den Haag vele oud-Indiëgangers, hoewel de meesten niet kapi taalkrachtig waren. Daarom schilderde Imandt nog wel kleinere doeken om niet als het materiaal maar betaald werd. Een thema dat hij vele malen op verzoek herhaald heeft, er zijn er minstens vier van bekend, is een poort in Marrakech. Na 1960 hield hij op met schilderen. Zijn kleinzoon Koos van der Zouwe die af en toe bij zijn grootvader op bezoek kwam, herinnert zich dat op een ezel in de woonkamer een doek stond dat Imandt nooit zou afmaken. Terwijl hij zijn kwast wel aan de wilgen hing, kon hij zijn keu niet laten staan en bleef hij competitie spelen in het restau rant Cornerhouse, door hem Cornerhoes genoemd. Daar trouwde in 1952 zijn oudste zoon met L.M.C. Biesbroeck, dochter van de procuratiehouder van de Amsterdamse Bank in Hulst. Deze laatste omschreef Imandt als een resoluut persoon die royaal was. 'Hij was scherp van de tongriem gesneden en nam geen blad voor de mond. Eigenlijk een charmante fantast die meeslepende verhalen vertelde.' De laatste vijf maanden van zijn leven bracht hij door in het pas opgeleverde Rooms Katholieke rusthuis Favente Deo aan de Loevesteinlaan (355) in Den Haag, door Willem ook wel 'cente deo' genoemd. Daar werd hij onder andere verzorgd door Marjo Tabben die toen net in het tweede jaar van de oplei ding bejaardenverzorgster zat. Zij kreeg net als alle andere leerlingen de opdracht het leven van een van de bewoners te beschrijven. Omdat haar vader ook in een Japans interneringskamp had gezeten en 56 Zeeuws Tijdschrift 2013 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 56