belangrijk voor een beginnend kunstenaar als een sti mulerend klankbord, in dit geval een cultureel onder legde liefhebber die zich bovendien ook nog daad werkelijk engageerde met het kunstenaarschap door een schilderij te kopen. Het werk beviel de pangeran kennelijk zo goed dat hij kort daarna een tweede schilderij bestelde: een gezicht op de Boroboedoer, het religieuze monument dat zo'n mystieke betekenis had voor de inlandse bevolking. Imandt heeft er ongeveer een jaar aan gewerkt. Begin 1917 was het af. Hij had in opdracht een onderwerp geschilderd dat een thema zou worden in zijn oeuvre. Hij heeft het majestueuze tempelcomplex verschillende malen geschilderd. Het veroveren van de werkelijkheid Willem Imandt bleef lesgeven, ook al had zich met de expositie in Yogyakarta een nieuw perspectief geopend. Hij had naam gemaakt als beeldend kunste naar. Dat de, naar de normen van nu gemeten opper vlakkige kritiek die naar aanleiding van deze tentoon stelling werd gepubliceerd, niet positief was, nam hij kennelijk op de koop toe. Hij wist wat hij wilde, en vooral wat hij zocht. Dat was zowel een weergave van de door hem als adembenemend ervaren werkelijk heid en tegelijk uitdrukking willen geven aan het mysterie van de Indische natuur die hij als zoveel gelaagder en ondoorgrondelijker ervoer dan de wereld waarin hij was geboren, het platte, open en winderige Nederland. Imandt ging vooral reizen om zijn 'onderwerp' te leren kennen, om het echt te doorgronden. Hij wilde vastleggen wat hij zag, letterlijk en concreet, en vooral ook wat hij beleefde. De zichtbare realiteit was zijn uitgangspunt en in die zin zouden we hem als een realistisch schilder kunnen beschouwen. Hij ging op pad om te zien wat hij wilde schilderen. Dat hij dat niet op locatie deed, niet 'en plein air' dus, doet aan dat realisme niets af. Hij legde de landschappen die hem troffen vast op foto. Die formeel exacte weergave van de werkelijkheid kon hem tot geheugensteun die nen in het atelier. Maar hij maakte ook driftig schet sen en aantekeningen van wat hem onderweg trof. Een zwart-witfoto alleen was niet voldoende, en zeker niet omdat hij boven alles gefascineerd was door de kleuren in het landschap. In die moeilijk grijpbare kleuren en in die voor hem bijna magische atmosfeer lag de ziel van zijn Indische landschap. Enkele van de schetsjes die hij onderweg maakte, zijn bewaard gebleven. Hij maakte ze gewoon op de achterkant van kalenderbladen. Ze waren duidelijk Foto van Willem Imandt, ca.1923. Achterop staat geschreven: 'De Salak, gezien vanuit de villa "Tji Toeroeg" van den President der Javasche Bank, mr. Zeilinga. Door hem besteld.' 61 Zeeuws Tijdschrift 2015 11-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 61