op de Eerste Communie verzorgd en gezinsvieringen georganiseerd. Ik ben zes jaar koster geweest en momenteel ben ik nog lector tijdens de vieringen, indien nodig help ik bij het collecteren. Ook ben ik coördinator van de werkgroep Parochiecontactperso nen en lid van het regionaal Overleg voor Liturgie. In de jaren negentig ben ik bestuurslid geweest van het Katholiek Vrouwen Gilde (KVG) te Hulst en daarna secretaris van KVG-Zeeland tot de opheffing in 2012. Als voorzitter van de lokale Zonnebloemafdeling probeer ik sturing te geven aan het reilen en zeilen van onze afdeling om hulp te bieden aan langdurig lichamelijk zieken, lichamelijk gehandicapten en hulpbehoevende ouderen. Ook mensen die dreigen te vereenzamen horen bij onze doelgroep. Voor de leden van de Katholieke Bond voor Ouderen (KBO) in Sint Jansteen organiseer ik als voorzitter van de Evenementencommissie, samen met de andere com missieleden, gezellige activiteiten, zoals themabij eenkomsten, een bezoek aan een museum of bedrijf of een busreis. Ook staan jaarlijks de Kerst- en Paas viering en de bedevaart naar de kapel van O.L.V. ter Eecken in Kapellebrug op de agenda. De laatste tijd heb ik bijeenkomsten bezocht die betrekking hebben op het sluiten van kerken in onze regio, ook onze eigen parochiekerk staat op de nominatie gesloten te worden. Meestal gaan we tweemaal per maand naar de weekendviering in onze eigen parochiekern, daarnaast nemen we deel aan regionale vieringen, bijvoorbeeld in de Goede Week, met Pasen of Kerstmis. De kerk als instituut staat al jarenlang onder druk. Maar in deze tijd, waarin kerkgebouwen gesloten moeten wor den, is er wél behoefte aan vormen van gemeenschap. Dit is niet afhankelijk van een kerkgebouw. Er is een kerkgemeenschap nodig, waar mensen in de naam van Jezus samen zijn en zich verbonden voelen met elkaar. Een kerkgemeenschap waarin ruimte is voor iedereen. Dat plaatst de kerk voor vragen: hoe betrek ken we mensen, vooral jongeren, bij de kerk en hoe kan de kerk een gemeenschap zijn, waar men zich thuis kan voelen? Ik voel me er nog steeds thuis. Aan het woord: Amira Kadaoui moslim, scholiere Het Goese Lyceum, geboren 2002 Van mijn ouders en grootouders heb ik het islamge- loof meegekregen. Mijn ouders vertellen mij erover en ik ga naar les in de moskee. Er wordt gesproken over het geloof, vroeger en nu. Het tweede gedeelte van de les is het lezen van de Koran. De profeet Mohammed - als we zijn naam uitspreken doen we er een kort gebed bij - was de laatste van de profeten. Hij was een lieve man, deed goede dingen en hij ontving de Koran. Ik lees daar regelmatig in. De vijf gebedstijden per dag observeer ik ook. Eigenlijk was het eerst 55 maal per dag. Maar dat vond Mohammed teveel want zo kon je toch niet werken en leven? Op school kan ik de gebeden niet doen. Die haal ik dan thuis in. Zo gaat het ook bij het vasten in de Ramadan. Vorig jaar was ik een keer een dag ziek en die kon ik later inhalen. Ook als je lang op reis gaat mag je gemiste vastendagen inhalen. Vorig jaar vergat ik het bijna toen er getrakteerd werd door een jarige op de basisschool. Dat is niet zo erg en gelukkig wees een klasgenoot mij erop. Als je jong bent dan begrijp je nog niet alles. Van jongens en meisjes van 12 zoals ik wordt meer verwacht want die beginnen volwassen te worden. Je hoeft ook niet meteen alles in een keer te kunnen. Toen ik jonger was begon ik met om de dag vasten om het zo te leren. Bij de les in de moskee zie je dat terug. Je ervaring bepaalt in welke klas je zit. Een hoofddoek dragen is een "plicht" voor een moslima. Ik denk er nog over na of ik een hoofddoek ga dragen. Ik weet het nog niet. Mijn geloof is iets persoonlijks. Ik zie dit leven als een soort proef of test voor later. Alle dingen die je in je leven doet en denkt worden door twee enge len opgeschreven en al die handelingen en gedach ten worden gewogen. Op een weegschaal zie je dan of je naar het Paradijs gaat of niet. Dat vond ik eerst best eng maar Allah wil dat we het goede doen en dat wil ik ook. Ook moslims doen slechte dingen. Denk aan IS. Dat vinden wij geen oprechte mos- 18 Zeeuws Tijdschrift 2015 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 18