HEM BOVENAL LOVEN
God in de Zeeuwse poëzie
tekst Mario
De juffrouw van de zondagsschool had het niet begre
pen. Wie de afgelopen week jarig was geweest, mocht
een verzoeknummer opgeven. Alleen verbood ze uit
gerekend het zingen van onze grote favoriet. Wat haar
betreft hadden de agressieve tekst en melodie van
'Voorwaarts, Christenstrijders' veel te vaak geklonken.
We neurieden het lied lekker toch, voor, na en vooral
tijdens haar lessen. En soms neurie ik het zoveel
jaren later nog. Zij had het niet begrepen, de kracht
van herhaling. Ook al raak je je godsdienst kwijt, zo'n
indringend lied blijft je bij. Waardoor je geloof toch
niet helemaal voorbij is, in elk geval niet je herinne
ring eraan.
Er zijn indrukwekkender voorbeelden dan 'Voor
waarts, Christenstrijders'. Ik kan niet zonder snikken
zingen 'Abide with me; fast falls the eventide;/ The
darkness deepens; Lord with me abide', in 1847 door
Henry Francis Lyte op zijn sterfbed geschreven, op
Nederlandse begrafenissen populair als 'Blijf bij mij,
Heer'. Op kerstochtend zong ik in de Parijse kerk
Saint-Germain-des-Prés boven iedereen uit een lied
dat ik op de lagere school leerde: 'Peuple fidéle, le
Seigneur t'appelle:/ C'est fête sur Terre, le Christ est
né.' Bij het refrein dat van zacht naar luid aanzwelt,
werd ik bijna door nostalgie naar de Nassauschool
overweldigd: 'En lui viens reconnaitre, En lui viens
reconnaitre/ En lui viens reconnaitre ton Dieu, ton
Sauveur'. Sorry, de Nederlandse tekst ken ik niet,
bovendien vrees ik dat je in de hemel alleen met
Frans terecht kunt.
Een paar van zulke liederen, die je zelfs als hei
den éven nader tot God brengen, zijn ook in Zeeland
geschreven. Adriaen Valerius is de veel te weinig
bekende naam, een notabel uit Veere. In 1626, een
jaar na de dood van de auteur, gaven de erfgenamen
zijn Nederlandtsche Gedenck-clanck uit. Daarin vinden
Molegraaf
we, naast veel wetenswaardigheden over de recente
'Inlandsche beroerten ende troublen', een aantal 'Lie
dekens (meest alle nieu zijnde)', zoals het titelblad
het omschreef. Sommige van die 'Liedekens' worden
nog altijd gezongen, denk aan 'Com nu met sang van
soete tonen' en vooral aan 'Wilt heden nu treden voor
God den Heere', door Valerius in 1597 geschreven na
wéér een overwinning op de Spanjaarden. Geen won
der dat het lied - wereldberoemd (en doordat de nazi's
het misbruikten ook berucht) geworden - minstens
even militant aandoet als 'Voorwaarts, Christenstrij
ders'.
'Wilt heden nu treden' vormt, samen met enkele
andere liederen van Valerius, een hoogtepunt in de
christelijke poëzie, niet alleen die uit Zeeland. Zelfbe
wust tegenover de wereld, nederig tegenover God, en
vooral eerlijk: zo klinkt Valerius. Maar zo klinken de
meeste andere dichters niet, conventie en cliché ver
dringen ieder echt gevoel. Religieuze poëzie beweegt
zich daardoor vaak van het ene schijnheilige diepte
punt naar het andere. Zelfs goede dichters die zich
met godsdienst inlaten, vervallen in slechte gedichten.
Hans Warren liet het vers niet toe tot zijn Verza
melde gedichten, maar in 1968 schreef hij in opdracht
van het weekblad De Boerderij - vanwege het honora
rium van honderdvijftig gulden, zoals hij in zijn dag
boek bekent - over een landbouwer die terugblikt op
'bestaan in eeuwenoud verband' en vooruitkijkt naar
zijn 'scharen kindskinderen'. De man wordt als slotre
gel een geheel niet gemeend 'Zegen hen, Heer, alles
blijft eender in Uw hand' in de mond gelegd.
In 1973 revancheerde Hans Warren zich met De
Olympos, een reeks gebeden tot de Griekse goden.
Terwijl hij in het gedicht uit De Boerderij emoties fin
geerde, is hij oprecht in zijn eerbied voor Zeus, Hera
en alle anderen. De reeks begint als een spel, maar hij
23 Zeeuws Tijdschrift 2013 3-4