Zij zullen binnen enkele jaren opnieuw als bladmu
ziek voor musici toegankelijk zijn, evenals een aantal
Missen van Hellinck (zie over beide componisten ook
ZT 2012/3-4).
Tot de met Zeeland verbonden componisten uit de
Renaissance, naar wie nog nader onderzoek noodzake
lijk is, behoort Corneli(u)s Cani(u)s, ook bekend als De
Hondt (Hont, d'Hondt). Deze Franco-Vlaamse compo
nist stond tijdens zijn leven bekend om de prachtige
muziek die hij componeerde; tevens was hij zanger en
kapelmeester van de Grande Chapelle van Habsburg.
De keizerlijke familie streefde ernaar, deze muziek de
beste van de wereld te laten zijn. Vermoedelijk leefde
Canis van 1506 tot 1562, al bestaan er diverse andere
theorieën over het jaar van zijn dood. Hij groeide op
in Gent en werd omstreeks 1540 lid van de keizerlijke
kapel van Karei V, waarmee hij door Europa reisde.
Hij genoot veel waardering en werd uiteindelijk onder
meer benoemd tot abt van Middelburg. Tot zijn over
geleverde werken behoren meer dan 30 chansons, een
vergelijkbaar aantal motetten en twee Missen. Tijdens
zijn leven was Canis een zeer geprezen componist;
wellicht kan toekomstig onderzoek uitwijzen of zijn
werken ook zijn uitgevoerd in Zeeland.
Muziek uit de vroege Reformatie
Ten tijde van de Reformatie vond er in Europa ook
een belangrijke ontwikkeling plaats op het gebied van
de muziek: naast de vocaal-polyfone muziekstijl uit de
Renaissance, de zo genoemde prima prattica, ook oude
stijl (stile anticó) genoemd, ontwikkelde zich door toe
doen van de gebroeders Monteverdi de zo door hen
genoemde seconda prattica, de nieuwe stijl (stile moder-
no)waarbij werd uitgegaan van de bas als drager van
het muzikaal bouwwerk, veel grotere vrijheid in de
behandeling van dissonanten, het begin van het Basso
continuo-tijdperk van de barok, gebruik van tonaliteit
in plaats van modaliteit. En het is opnieuw een Zeeuw
die in ons land tot de allereersten behoorde die deze
nieuwe stijl toepaste: de op Walcheren geboren en in
1681 overleden, veelzijdige musicus Remigius Schrij
ver. Hij was behalve organist, beiaardier, componist,
eigenaar van een 'Muzyk- Konst- en Boekdrukkery'
nabij de Beurs in het huis Cicero en leider van het
Middelburgse collegium musicum ook lid van de rede
rijkerskamer Het Bloemken Jesse aldaar. Als zijn groot
vader de Leidse humanist en geschiedkundige Petrus
Scriverius (1576-1660) is geweest, mogen deze inte
ressegebieden overigens geen verwondering wekken:
de verkoopcatalogus van diens bibliotheek bevatte
onder meer talrijke werken van Italiaanse componis
ten als Claudio Monteverdi, Alessandro Grandi en
Orazio Vecchi, alsmede van de Nederlanders Jan Pzn.
Sweelinck en Cornelis Thymanszn. Padbrué. Schrijver
componeerde Psalmen voor twee collecties.
Een jaar na de dood van Schrijver publiceerde
men de volgende uitgave: Uitbreiding over het Boeck der
Psalmen tot de hondert, in eenderley Digtmaat, op Muzyk
gestelt met drie stemmen en Bassus Continuus, begonnen
door mr. Remigius Schrijver (in zijn leven Musizyn en
Organist tot Middelburg) en voltrokken door mr. Pieter
Bustijn, tegenwoordig Musizyn en Organist derzelver
stad. Middelb. bij de Wed. v. Remigius Schrijver. 1682. Dit
werk met composities van twee Zeeuwen - Schrijver
werd na zijn dood in zijn muzikale functies opgevolgd
door Pieter Bustijn (zie ZT 2012/1-2) is tot op heden
niet terug gevonden. Wel beschikken we over de
Uyt-Breyding, Over het boek der psalmen: In verscheyde
Dichtmaat; Door Joachim Ovdaan. Op musijk gebracht
met 1 en 2 stemmen, en 1 en 2 violen, benevens een Bas
continuo, in partituer Door Remigius Schrijver, ver
schenen te Rotterdam in 1680 bij Pieter Terwout. Het
betreft het eerste deel van de 150 psalmen; het tweede
deel, met de psalmen 76-150 en de lofgezangen, ver
scheen in 1681 zonder muziek. Vermoedelijk belette
Schrijvers gezondheid hem, hiervoor toonzettingen te
vervaardigen. Joachim Oudaan (1628-1692) was een
tegelbakker te Rotterdam die met de collegianten sym
pathiseerde. Hij was bevriend met Petrus Scriverius.
Tot dan toe waren de liederen van de Wederdopers,
tot welke gezindte Schrijver behoorde, steeeds gezon
gen op eenstemmige melodieën. Dankzij Schrijver
beschikte men met de in 1680 uitgegeven Uyt-
Breiding over fraaie barokke zettingen van psalmen,
voorzien van Basso continuo en tekstuitdrukking via
muzikale retoriek. Enkele werken bevatten instrumen
tale tussenspelen voor violen. Het betreft prachtige
muziek die in onze tijd meer aandacht zou verdienen.
Enkele Psalmen zijn te beluisteren op een cd: zie de
verwijzing aan het eind van deze bijdrage en de link,
via welke een impressie van enkele Psalmen kan wor
den verkregen.
Uit later tijden zijn meer opmerkelijke wapenfei
ten te vermelden, zoals het feit dat de eerste vrouwelij
ke organisten die ooit in Nederland werden benoemd
- reeds in 1718! - de gezusters Agnita Wilhelmina en
34 Zeeuws Tijdschrift 2013 3-4