En die had mijn achilleshiel kunnen worden, ware
het niet dat ik een hekel heb aan geforceerde, expli
ciete vormen van spiritualiteit. Grasduinen in het
semireligieuze pretpark van deze tijd is niets voor
mij. Als ik al ergens bij zou willen horen dan is
het een eeuwenoude, mysterieuze en volkse religie.
Kortom die van de Heilige Moederkerk van Roomse
Papen. Maar ik meld me niet meer aan. Ik heb het
letterlijk gehad in georganiseerd religieus opzicht.
Begrafenissen met een rooms-katholieke mis heb
ben weliswaar oneindig meer betekenis en waardig
heid dan een enkeltje uitvaartcentrum, maar om nu
alleen lid van de kerk te worden vanwege een grandi
oze uitvaart? Of vanwege het luiden van de klokken
op zondag?
Alles betreffende religie is ooit bedacht door men
sen. De openbaring van God is de openbaring van
de menselijke geest. Dus laat ik me maar houden bij
mijn strikt persoonlijke overtuiging. Op mijn beste
momenten kan ik alle tijden ervaren. En zelfs ten
hemel opstijgen als het weer meewerkt. (Ik ben op
Hemelvaartsdag geboren: dat helpt ook.) Verder heb
ik zo het vermoeden dat mijn neiging tot mystiek een
uitweg heeft gevonden in de poëzie. Waarom zou ik
anders regels schrijven als:
Staande op een Romeinse schouder
van de stad keer ik me om en om
Alles nu zien voordat het me ontsnapt
betekent gezien worden*
*Fragment van het gedicht 'Gezien worden', uit Poldergeest.
Dordrecht: Liverse, 2014.
43 Zeeuws Tijdschrift 2013 3-4