Zo hoort het Adriaen Coorte, Stilleven met asperges1697. Olieverf op papier op paneel, 25 x 20.5 cm. Collectie Rijksmuseum Amsterdam. hun archivalisch onderzoek - maar het is wel jam mer dat hun betoog wat verward, in elk geval weinig transparant is opgebouwd. De gegevens over Adri- aan moet de lezer vooral uit de tekst vissen van het hoofdstuk 'Het netwerk van Adriaen' (pag. 38-55), deel 4 van het boekje! Ook een inhoudsopgave ont breekt. Coorte, aan wiens werk Nederlands 'meest hermetische dichter' Favereij een aantal intrigerende gedichten wijdde, wordt door De Jong en Plankeel gekenschetst als een 'eenzame schilder'. Zijn aanwen ding van al gebruikt papier zou wijzen op een periode van armoede. Het geïsoleerde karakter van de objec ten van zijn stillevens duidde vermoedelijk op een al even geïsoleerd leven: 'De gedachte dringt zich op dat hij wellicht gehandicapt was en aan huis gebonden.' Zoals zo vaak vormen de niet direct door bronnen en harde data gestaafde veronderstellingen een levendige bovenbouw op wat we uit de archivalia zeker weten, en dat laatste is in Coorte's geval verdraaid weinig. 'Een deel van het mysterie is opgelost,' zeggen De Jong en Plankeel dan ook aan het slot van hun Woord vooraf, 'er blijft gelukkig nog veel te raden over'. Andreas Oosthoek, Het relaas van Solle. Roman. Amsterdam: Cossee 2015. isbn 9789059365698, 19,90. Het relaas van Solle, het jeugdige romandebuut van de veteraan Andreas Oosthoek, is misschien vooral een didactisch boek. Zo hoort het, wil de auteur zeggen. Zo hoor je met homo's en met homoseksualiteit om te gaan. Tegelijk zegt hij: zo doen wij dat in Zeeland. Het is nog waar ook, ik kan daarover meepraten. Randstedelingen denken vaak: in Zeeland gebeurt alles later. In werkelijkheid zetten de Zeeuwen, op het kruispunt van Noord en Zuid, vaak de landelijke trend, en niet alleen als het om gastronomie gaat. Een kwart eeuw lang had ik een echt Bevelands boeren gezin als naaste buren. Culinair stonden ze, vrees ik, niet in de voorhoede, maar in andere opzichten wel. Vaak denk ik terug aan hun even verbijsterende als vanzelfsprekende verdraagzaamheid. Even natuurlijk was hun trots, alsof boer een ander woord is voor edelman. Daarom voel ik me meteen thuis in deze Bevelandse boerenroman. De vader van de hoofd persoon legt een prachtige beginselverklaring af. Hij ziet in de ogen van zijn homoseksuele zoon en diens vriend, 'mijn jongens', het geluk van de liefde. Het relaas van Solle is het roerende verhaal van deze twee jongemannen, afwisselend gesitueerd in een heel pre cies getekend Parijs en een juist vaag gehouden Zuid- Beveland. Je herkent veel, plaatsen en personen, zo is Hans Warren tot Menne Mennes omgetoverd. Andre as Oosthoek is van het stormachtige proza, figuurlijk en letterlijk: 'Je ruikt de storm, zei hij. Je ziet het beest op het water vallen, op het land, jagen in de duiven en de welen, je ziet het de bomen dwingen en de vlakte scheren. Het is grijs als lood, het is diepgroen en het wordt zwart. De polder zuigt zich vol, de koude lucht wordt warm, de polder juult en brandt.' Ook als het over schrijfstijl gaat, is deze roman één langgerekt zo- hoort-het. [Mario Molegraaf] 60 Zeeuws Tijdschrift 2015 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 60