KARTETSEN VOOR DE KLOTEN Verantwoord vermaak in de negentiende eeuw In den beginne mocht het gezelschap uit niet meer dan twaalf leden bestaan en alleen zij zouden tot lid wor den aangenomen, die in Zeeland geboren of woonachtig waren. Bovendien moesten zij als 'Student bij ééne der aan de Leidsche Hoogeschool gewettigde Senaten' erkend en aangenomen zijn. Het Collegium bestond uit vier dignitarissen die voor één academiejaar werden gekozen. Des Zondagavonds om de veertien dagen kwam men ten huize van één der leden bij elkaar, alwaar een 'Opgewekt en ernstig dispuutleven viel waar te nemen. Hier werden in het Latijn stellingen verdedigd, in het Nederduitsch verhandelingen over letterkundige, geschiedkundige of wijsgeerige onderwerpen gehouden terwijl bovendien nog boeken besproken werden en men citeert. Inderdaad kan men in de eerste notulen lezen dat er streng de hand aan gehouden werd dat dit alles gebeurde. Pas later bespeurt men ook iets van de gezelligheid en het jolijt. De genoege- lijkheid neemt hoe langer hoe meer toe en tenslotte wordt het zuivere dispuutleven geheel verdrongen. Dit blijkt uit de verschillende diners, partijen en reisjes die het dis puut heeft meegemaakt. De reisjes werden ondernomen in eigen rijtuigen en gingen meestal naar de omgeving van Utrecht, Arnhem en soms ook naar de plaatsen aan den Rijn, zooals b.v. Bonn. Soms duurde zoo'n tocht zelfs tien dagen en meestal werden de deelnemers bij hun terugkomst door vele 'hunner medestudenten opgewacht. Hieruit blijkt welk een gebeurtenis zooiets was in het toen malige Leidsche leven. Dat er op zoo' n reis mooi verteerd werd, bewijzen de fiscusboeken maar al te goed! Om deze uitgaven te compenseeren, werd de oorspronkelijke contri butie van twee stuiver in de week verhoogd tot een kwartje, terwijl bovendien vele donatiën en boeten - grootendeels wegens te laat komen of 'perturbatie' - meehielpen om een behoorlijke kas te vormen. Wij citeren andermaal Van Musschenbroek, die in het lustrumboek van het Leidsche Studenten Corps in 1939 streekgezelschappen zoals Non Sordent in Undis beschrijft. Non Sordent in Undis was al in de negentiende eeuw één van de deftigste Leidse studentengezelschappen. Het hield zich lang afzij dig van het Leidsche Studentencorps, dat in 1839 van start ging onder de naam Collegium Civitatis Academicae Lugduno-Batavae Supremum, met de zinspreuk 'Virtus Concordia Fides'. Aanleiding was het Kraakmanincident. Kraakman was een feut, die lid wilde worden van een groensenaat zonder zich te laten ontgroenen. De heren van betreffende senaat 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 26