Niek Zaman ik werd gezien als een halve Belg Wat is uw wens voor Non Sordent als ze nu hun twee honderdste verjaardag vieren? Ik heb een aantal wensen. In eerste plaats dat ze nog tweehonderd jaar bestaan. Maar dat gaat alleen gebeu ren als we mondiaal echt iets gaan doen aan het pro bleem van global warming. Het zeeniveau gaat behoor lijk omhoog als de opwarming van de aarde doorgaat. En ik zie op het ogenblik niet heel veel hoopgevende indicaties dat er werkelijk effectieve onderhandelin gen komen. Het betekent dat het zeeniveau aan het eind van deze eeuw zo rond tachtig centimeter zal stijgen en daarna in de volgende eeuw nog een keer sneller. Dan verdwijnt heel Zeeland onder de golven. We kunnen natuurlijk wel dijken blijven bouwen. Ja, technologisch kan van alles. Maar het is veel minder gezellig als je tussen die hoge dijken moet wonen. Dus ik denk dat de Zeeuwen de regering moeten gaan prikkelen om een krachtig standpunt in te nemen in Europese samenwerking bij de onderhandelingen over climate change.' En als dat niet gebeurt dan bestaat Non Sordent over tweehonderd jaar niet meer? 'Dan denk ik dat Zeeland over tweehonderd jaar niet meer bestaat. En Non Sordent waarschijnlijk ook niet. Tenzij we met zijn allen naar Amerika emigreren of ergens anders heen.' Amersfoort? 'Dat is nog niet hoog genoeg of wel? Amersfoort aan Zee wordt de nieuwe Nederlandse badplaats. Maar toch nog even Non Sordent. Moet het gezelschap weer terug naar zijn roots: een ernstige discussieclub? 'Ik zou het interessant vinden maar het is altijd aan de leden om daar wat van te vinden. De rituelen van Non Sordent van de afgelopen 200 jaar zijn prima: Zeeuwse liedjes, dineren met de bekende mosselen en dergelijke. Maar ik denk dat het aardig zou zijn als het gezelschap ook weer een iets meer intellectueel gehalte kreeg.' Niek Zaman kwam in Leiden aan in 1972. In 1974 werd hij abactis (secretaris) van het bestuur van Non Sordent en later praeses. Als notaris en hoogleraar notarieel ondernemingsrecht aan de Universiteiten in Leiden en Utrecht vindt hij toch nog wat tijd om zijn oude club ter zijde te staan bij de financiën van het eeuwfeest. Bent u eigenlijk een échte Zeeuw? 'Ik ben afkomstig uit Zeeuws-Vlaanderen en dat was voor het Zeeuws gezelschap altijd 'den overkant'. Zeeland bestaat alleen maar uit overkanten zei ik dan. Mijn overkant was eigenlijk weliswaar meer de noord rand van Vlaanderen, maar ook in Zeeuws-Vlaande ren heerste het eilandgevoel tussen België en de rest van Zeeland in. Ik kwam dus als halve Belg binnen en moest wat meer dan de andere Zeeuwen een plekje veroveren. Dat was op zich wel altijd een mooie bin nenkomst met zo'n beetje een half Vlaams accent. Wat ik nu niet meer heb, maar toen nog wel.' Is er veel veranderd sindsdien 'Ja, neem bijvoorbeeld de mosselmaaltijden. Vroeger werden de mosselschelpen over de linkerschouder gegooid. Dat was het mos. Dat betekent dat de hele zaal vol kwam te liggen met mosselschelpen. Dat mocht toen nog, alleen de bediende mocht je niet raken. Dat was een doodzonde.' Terecht! 'Ik weet nog dat ik bij de directeur van de Sociëteit, de heer Letterman, langsging om de Mosselmaaltied voor den Dies op 3 december te bespreken. Die zei: "Dat wil ik niet. Dan moet ik de Cemsto inhuren omdat jullie er een troep van maken." Ik heb echt moeten aandringen: het oudste gezelschap en traditie. Uitein delijk hebben we het voor elkaar gekregen. Een paar jaar achter elkaar. Maar het bleef wel lastig.' 61

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 62