Het bombardement van Vlissingen op 13 augustus 1809. weinig geschikt is om den leerlust der jeugd te ontvonken. Vanwege zijn smakeloos onderwijs worden de leerlingen, gebrekkig toebereid voor de rectors school; vandaar bij den rector een zeer merkbare graad van ontmoediging. Echter draagt zijn onderwijs blijken van zijne bekwaamheid. Waar hij dichterlijken aanleg bespeurt, verzuimt hij niet deszelfs ontwikkeling bevorderlijk te zijn. De rector, belast met de geschiedenis en oude aardrijkskunde, onderwijst de eerste vrij goed. Door den conrector wordt de fabelkunde nogal dragelijk, maar de nieuwe aardrijkskunde zeer slecht onderwezen. In 1813 konden slechts welgestelde Zeeuwse families het zich permitteren hun zonen naar deze Latijnse school te sturen. Een studie aan een universiteit, toen hoogeschool genoemd, was nog zeldzamer. Traditioneel gold ook in Zeeland het eerstgeboorterecht. De oudste zoon erfde alles en had dus geen universitaire studie nodig om carrière te maken. Daarbij kwam dan nog dat de universiteit aan het begin van de negentiende eeuw alleen open stond voor gymnasiasten. Want Latijn, de lingua franca van de wetenschap, was de voertaal. In 1813 betekende dit, dat slechts een klein deel van de meest intelligente zonen van de hogere klasse zich meldde voor een academische studie. In Leiden heette dat 'de Leijdsche Atheen'. Doel van die studie was niet alleen het verwerven van kennis en inzicht op het hoogste niveau, maar ook het opbou wen van een relatienetwerk, nodig om de academi sche vaardigheid later als notabele ook met succes te gelde te kunnen maken. Want voor veel academisch getinte beroepen gold dat toekomstige klanten slechts te vinden waren in kringen van academici, notabelen en welgestelden. Dat waren immers de enigen die zich professionele bijstand konden permitteren. Dit stimuleerde de clubjesgeest en het ons-kent-ons gevoel onder studenten en zo kwam de studenten gezelligheid en 'het student', het archetypische acade mische lefgozertje tot leven. Het type verdween aan het einde van de vorige eeuw in de coulissen van de alma mater, toen het 'onderwijs voor velen' ook in academia zijn intrede deed en de kinderen van min derbedeelden in de collegebanken mochten aanschui ven. De universiteit verschoolste en dat werkt in de hand dat ook de studentengezelligheid niet meer is wat het was. Fide, Amicitia et Virtute Het studentikoze genootschap Fide, Amicitia et Virtute dat Philipse met drie medescholieren stichtte was elitair en ernstig Zeeuws. Het richtte zich op welsprekendheid en stijl. Het kende strenge regels, die Wetten werden genoemd. Uiteraard werd er gebal loteerd. Want per jaar waren er slechts twaalf leden gewenst. Dat moesten zuiver Zeeuwse jonge heren uit de betere kringen zijn, succesvolle scholieren van het Gymnase Illustre de la Ville de Middelbourg. De kleine, maar in werkelijkheid grote Franse keizer wilde geheel Europa naar zijn hand zetten. Zijn wingewesten, waaronder ook de Bataafsche Republiek, moesten zo snel mogelijk verfransen. De sterk alfagerichte Latijnse school transformeerde 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 7