I h (links) Muurschildering. Foto: Robbert Seghers; (rechts) Charlotte Apers in haar atelier. Foto: Charlotte Apers Er gaat geen nacht voorbij dat ze niet droomt, en ze weet zich elke droom te herinneren. Zelfs kent ze nog sommige van haar kinderdromen. Het tekenen lijkt een relatie te hebben met haar dromen, zonder dat ze die fantasmen letterlijk gebruikt. Ze tekent min of meer zoals ze droomt, vrij en ongeremd. Het geeft voldoening om met een open mind te werken, elk materiaal en elke techniek te gebruiken die ze wil. Dan, terwijl ze tekent, opent zich een andere wereld en komen de beelden als vanzelf. Gaandeweg en soms zelfs pas achteraf ziet ze de betekenis en ontvouwt zich mogelijk een verband dat de tekenin gen tot een reeks maakt, met vaak een melancholi sche ondertoon. De animatie vraagt een heel andere benadering. Animatiefilms geven haar de kans een verhaal te ver tellen aan een publiek. In die zin geeft het medium een gemakkelijker communicatie met de buitenwe reld, meer dan een stilstaand beeld als een illustra tie. 'Maar de animatie is ook een marteling. Ik heb minstens twaalf tekeningen nodig om een seconde bewegend beeld te krijgen. Na drie weken hard wer ken kan de wanhoop toeslaan. Pas als de film klaar is, weet ik waarom ik het gedaan heb en heb ik het verhaal. Dan vergeet ik meteen de lijdensweg, en verlang ik naar de volgende film.' Haar bijdrage aan de tentoonstelling Van Zeeuwse Bodem is een muurschildering die ze heeft ontwor pen in overleg met de ruimtelijk vormgever. Haar tekening moet de diverse werken met de ruimte ver binden en van de tentoonstelling met relatief zo veel verschillende kunstenaars één geheel maken. Dat is een werk in opdracht, je zou het een dienende taak van de kunstenaar kunnen noemen. Ook dat is een aspect van haar kunstenaarschap, en dat kan zo lang ze er maar een eigen draai aan kan geven. Want over de inhoud wil ze helemaal zelf beslissen. Inhoudelijk wil ze vrij zijn. De tweesporigheid, en soms ook de twijfel die daar inherent aan is, karakteriseert Charlotte Apers als kunstenaar. Ze beweegt zich niet alleen tussen de tekening en de animatie, maar ook tussen werk in opdracht en het volkomen autonome werk. Het een lijkt niet zonder het ander te kunnen. Of is er toch een dominant verlangen? 'Ik voel altijd een passie om werk te maken, om te tekenen. En tegelijk vraag ik me altijd af: waar doe ik het voor, waar is het goed voor?' Het antwoord dient zich vanzelf aan. Tekenen, het moet, ze kan eigenlijk niet anders. Maar dan wel het liefst voor zichzelf, meer dan voor een ander. 43 Zeeuws Tijdschrift 2013 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 43