De eeuwige strijd om Vlissingen Op de boulevard van Vlissingen wordt het bij helder weer al snel duidelijk. Dit is een sublieme plek, de monding van de Schelde. Dichtbij en veraf varen schepen. Dichtbij de schepen die naar Antwerpen gaan of daarvandaan komen. In de verte die via de Wielingen naar het zuiden of naar Engeland varen. Via de Sardijngeul en het Oostgat richten schepen hun steven noordwaarts, naar Rotterdam, Amsterdam, Hamburg, de Oostzee, Helsinki of St. Petersburg. tekst Veronica Frenks Vlissingen en daarmee onlosmakelijk verbonden, Walcheren, ligt op het kruispunt van vaarwegen. Deze fortuinlijke ligging is gunstig voor de handel en de havens maar heeft een keerzijde want Vlissingen is een twistappel omdat het niet alleen de poort is tot Zeeland, Antwerpen en Vlaanderen maar ook tot het Duitse achterland. Strategische ligging In wat we nu Zeeland noemen ontplooiden de Romeinen havenactiviteiten. De Romeinse haven, Romanorum Portus, is nog steeds herkenbaar in de naam van de vaargeul de Roompot. Na de Romeinen toonden met enige regelmaat zeerovers, zoals de Vikingen, belangstelling voor het eilandenrijk in de Scheldemonding. Ter verdediging bouwden de bewo ners in de negende eeuw ringwalburchten. Van deze oudste Zeeuwse vestingwerken zijn nog duidelijk spo ren te vinden in Oostburg, Oost-Souburg, Middelburg, Domburg en Burgh. Na de Romeinen en de Vikingen bestreden de Hollandse en Vlaamse graven elkaar om de macht in het waterrijke gebied tussen hun graafschappen. Uit die tijd dateren de houten mottekastelen. Die stonden op een motte (een aarden heuvel) en voor de heuvel lag een voorhof. In de Zeeuwse landschapstuin bij het museum Terra Maris in Oostkapelle is een dergelijk houten kasteel nagebouwd. Aan het eind van de vijftiende eeuw kreeg Vlissingen de eerste vestingwerken in de vorm van stadsmuren, grachten, torens en poorten. Margaretha van Parma, de zus van keizer Karei de Vijfde en landvoogdes, liet fort Rammekens optrekken. Het is een ingenieus verdedigingssysteem ontworpen door Donato Boni di Pellizuoli. Het was bedoeld om de scheepvaartver binding naar Middelburg en Antwerpen te bewaken. Dit bouwwerk is een typisch voorbeeld van het West Europees renaissancefort. Vlissings ontzet op 6 april De strijd tegen de Spanjaarden en vooral tegen de landsheer duurde tot 1648. Minder bekend is dat in Vlissingen de Opstand begon. Johan Francke verhaalt hoe de geuzen al sinds 1568 een grote maritieme macht hadden gecreëerd door havens in Engeland en Frankrijk te gebruiken. Ze vielen met regelmaat Spaanse schepen aan. De Zeeuwse vissers, die onder Spaans gezag stonden, werden niet ontzien ondanks dat veel geuzen Zeeuwen waren. De geuzen kenden de Zeeuwse delta op hun duimpje en waren goed geïn formeerd. Francke verklaart hoe zij de Hollandse stad Den Briel konden innemen: 'Koningin Elisabeth van Engeland had op 1 maart 1572 de geuzen bevel gegeven haar havens te verlaten. De geuzenvloot was daardoor genoodzaakt op zee te blijven varen. Zij hadden een uitvalsbasis nodig en hoorden dat de stad Den Briel 29 Zeeuws Tijdschrift 2016 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2016 | | pagina 15