i't rtVTVft ai 1 Hl illsfl ij verlaten was door de Spaanse soldaten. Ze konden zon der slag of stoot naar binnen varen en kregen daarmee toegang tot de Rijn en de Maas. Toen een week later Vlissingen in handen van de opstandelingen viel, was ook de vaarroute naar Antwerpen in hun handen en was Philips de Tweede zijn belangrijkste scheepvaart verbindingen kwijt.' Het Vlissings ontzet wordt op 6 april gevierd. Francke: 'Het is moeilijk een exacte datum te geven waarop Vlissingen het Spaanse juk echt van zich afwierp. Eigenlijk werd Vlissingen niet bevrijd door de geuzen. En de rol van alle betrokken partijen is wellicht anders dan algemeen wordt aangenomen.' Wat gebeurde er dan wel? 'De situatie in Vlissingen was behoorlijk gespannen in het voorjaar van 1572. Het fanatisme waarmee protestanten werden bestre den, leidde tot grote ergernis. In 1567 was Alva naar de Nederlanden gestuurd om met harde hand de orde te handhaven. Om het Spaanse leger te bekostigen, vaardigde hij strenge belastingmaatregelen uit. Verder ging het slecht met de visserij en de handel door de oorlog. Alva wilde ook in Vlissingen een citadel bouwen, een dwangburcht om de Vlissingers in toom te houden, zoals hij dat in Antwerpen had gedaan. Natuurlijk was de citadel vooral bedoeld om de toegang tot de Schelde en de Vlissingse haven te beschermen. Het zou betekenen dat er nog meer Spaanse soldaten zouden worden ingekwartierd bij de Vlissingers en de Spanjaarden eisten gratis levering van voedsel en drank. Er was eigenlijk geen alternatief voor de Vlissingers dan zich aan te sluiten bij de geuzen.' De Britse invasie van 1809 Groot-Brittannië was bondgenoot van Oostenrijk in de strijd tegen Napoleon en de Britten wilden de Schelde controleren. Victor Enthoven: 'De Britten wilden de Schelde in hun macht hebben om te zorgen dat de Franse marineschepen die in Antwerpen en Vlissingen werden gebouwd, vernietigd zouden wor den. Er moest een front komen tegen Frankrijk en de Britten wilden verhinderen dat Vlissingen een Franse marinebasis werd.' Aan de hand van kaarten liet Enthoven zien wat het plan van de Britse Luitenant-kolonel A. Gordon was. 'De vloot zou met de hoofdmacht de rivier opvaren, terwijl een deel van de troepen in de Scheldemonding op beide oevers zou landen ter bescherming van de vloot. Bij Zandvliet, op de rechter Scheldeoever, moest De door de Engelsen verdedigde Westerschelde, 1809; steendruk. Zeeuws Archief, Zelandia Illustrata. £0 30 Zeeuws Tijdschrift 2016 1 de hoofdmacht aan land worden gezet om vervolgens naar Antwerpen op te trekken.' Voor alle partijen binnen het Britse leger was het duidelijk dat het Eiland van Cadzand, Walcheren en Zuid-Beveland eerst moesten worden ingenomen. Dan zouden de schepen veilig de Westerschelde op kunnen varen. Hoe gedegen de plannen ook waren, het liep anders. Zo ook met deze expeditie. Het begon volgens plan. Dat wil zeggen, de landingszone op Walcheren werd enkele tientallen kilometers naar het noorden verplaatst. In plaats van bij Zoutelande gingen de Britse soldaten bij Breezand aan land. Die keuze zou de operatie aanmerkelijk vertragen. Nu zou het zware oorlogsmaterieel vanuit Veere over slecht begaanbare wegen naar Vlissingen moeten worden vervoerd. Terwijl de Britse troepen vanuit het noorden Walcheren innemen, bombardeerden Engelse schepen de stad Vlissingen vanaf de Westerschelde met Congreve raketten (genoemd naar Sir William Congreve wiens vaste brandstofraket gebaseerd was op een Indiase uitvinding). De Franse generaal Louis Monnet weigerde zich over te geven en liet het gebied rond Vlissingen inunderen. Tenminste, dat probeerde hij. Hij gaf op 6 augustus bevel de dijk ten oosten van Vlissingen door te steken en de sluizen te openen. Door aanhoudende oostenwind liep het water maar mondjesmaat de polders in. Het hield de Britten niet tegen. De belegering van Vlissingen eindigde op 14 augustus. De tweehonderd jaar oude verdedigingswerken ble ken niet opgewassen tegen het moderne oorlogstuig zoals de Congreve raket. De stad lag in puin. Monnet slaagde er wel in de Engelse opmars naar Antwerpen aanzienlijk te vertragen zodat de Spanjaarden de Schelde bij Fort Lillo konden afsluiten met een ketting en boomstammen. Ook konden ze op tijd Antwerpen versterken met 35.000 soldaten wat de Engelse verove ring van de stad in de weg stond. De Britten kregen weliswaar Walcheren in handen, maar dat was een schamele overwinning, waaraan ze niet veel plezier beleefden. De meeste soldaten werden ziek, enkele duizenden overleden aan malaria (de Walcherse koorts) en op 23 december vertrokken de Britten uit Vlissingen. De Britse opperbevelhebber John Pitt, tweede graaf van Chatham, en de admiraal sir Richard Strachan gaven elkaar de schuld van het fiasco. Vlissingen kwam weer in Franse handen. Zij betaalden een gedeeltelijke schadevergoeding aan de 31 Zeeuws Tijdschrift 2016 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2016 | | pagina 16