inwoners en herstelden en verstevigden de vesting
werken. De militaire bouwwerken die ze in Vlissingen
achterlieten, bestonden uit kazematten, een bomvrije
kazerne, ravelijnen en een grote gracht. Rondom
Vlissingen werden twee redoutes aangelegd en drie
kroonwerken. Het Keizersbolwerk, dat aangelegd was
ten tijde van Karel de Vijfde, werd uitgebreid met 13
kazematten. Ook fort Rammekens en fort Bath werden
aangepast. Geconcludeerd kan worden dat de Britse
invasie louter verliezers kende.
Verteitigungsbereich Vlissingen
In de negentiende eeuw werd Vlissingen een echte
garnizoensstad, met een kazerne, een opleiding voor
matrozen, kustartilleristen en andere marine-eenhe
den. Nederland bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog
neutraal. Vlissingen bleef niet onberoerd want
Belgische vluchtelingen overspoelden de stad. Er heeft
kennelijk een Brits plan bestaan om Walcheren in te
nemen, maar dat is, zoals de geschiedenis leert, niet
uitgevoerd.
De Duitsers veroverden Vlissingen een kleine
twintig jaar later wel. Hans Sakkers richtte de schijn
werpers op de verdedigingswerken die een rol hebben
gespeeld. Hij toonde de verschillen aan tussen bunkers
uit het begin van de bezetting en bunkers die vanaf
1943 gebouwd werden want in dat jaar realiseerden
ook de Duitsers zich dat de verovering van Engeland
niet immanent was. De verdediging van Atlantische
kust was nu voor hen prioriteit om te verhinderen dat
de Geallieerden West-Europa zouden binnenvallen.
De bunkerontwerpen werden gestandaardiseerd. Het
Verteitigungsbereich Vlissingen kreeg de hoogste prio
riteit. Daarbij werd een Landfront en Seefront ingericht.
Het behoud van de stad werd cruciaal geacht om een ge
allieerde landing te verhinderen. In het najaar van 1944
werd andermaal door de Europese grootmachten zwaar
gevochten om Walcheren en Vlissingen. De Schelde-
stad houdt het trieste record van meest gebombardeerde
Nederlandse stad tijdens de Tweede Wereldoorlog.
En hoewel het krachtenveld tussen de verschillen
de naties verandert heeft Vlissingen of eigenlijk de
Westerschelde tot aan de jaren zeventig van de vorige
eeuw een belangrijke rol gespeeld in de verdediging van
West-Europa. Tijdens de Koude Oorlog werd de rivier
zwaar bewaakt. Restanten daarvan zien we aan de kust
in de vorm van de zogenoemde mud (Mijnuitkijkdienst)-
palen. In de loop van de twintigste eeuw verdween de
marine uit Vlissingen. Tegenwoordig rest slechts de
oude marinierskazerne en Damen Shipyards, waar
schepen voor de Koninklijke Marine worden gebouwd.
Maar op korte termijn zal er een nieuwe marinierska
zerne verrijzen achter de buitenhaven van Vlissingen
en zullen honderden mariniers weer tot het vaste
straatbeeld van het onverminderd strategisch gelegen
Vlissingen gaan behoren.
32 Zeeuws Tijdschrift 2016 1
De mitrailleurbunker op de kop van de Nolledijk, met links naast het windorgel
een MUD-paal, 1983. Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen; foto L. Scaini.
Na de Tweede Wereldoorlog gaf de Koude Oorlog aanleiding de kust goed te
bewaken. Prioriteit had de Westerschelde. De marine hield er rekening mee
dat in geval van oorlog de vijand zeemijnen zou leggen of deze met vliegtuigen
zou afwerpen voor de riviermondingen. Er kwamen uitkijkposten langs de
Westerschelde, later ook bij de Nieuwe Waterweg, het Noordzeekanaal en de
kust bij Den Helder.
De uitkijkposten van de Mijnenuitkijkdienst werden bemand door twee
mensen. Een deed de waarnemingen, de ander belde de gegevens door naar
een centrale post. Na de komst van de radar werd het systeem overbodig en
werden vele palen weggehaald. Van de oorspronkelijke 93 palen, staan er nog
een tiental langs de Westerschelde. Een ervan staat in Vlissingen op de bunker,
naast het windorgel.
33 Zeeuws Tijdschrift 2016 1