HH
».n mini "I
De Kleine Spuiboezem met de watertoren, Badhuisstraat en
de Vlissingse watergang, ca. 1972. Prentbriefkaartencollectie
Gemeentearchief Vlissingen; Foto Dert.
Het station op het Stationsplein van architect Sybold van Ravesteijn,
1950. Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen; Foto Dert.
Hele andere gebouwen zijn aan het Vlissings stads
beeld toegevoegd in de jaren van empire en classisis-
me, globaal de negentiende eeuw. Den Broeder staat
stil bij de enorme projecten die zijn uitgevoerd door de
Franse genie. De Oostbeer uit 1812 noemt hij als mooi
voorbeeld van vestingbouw uit deze periode en spreekt
de hoop uit dat deze gerestaureerd wordt (nu in uitvoe
ring). De kazematten in het Keizersbolwerk uit 1811
zijn eveneens door de Franse genie gerealiseerd en
staan er aanmerkelijk florissanter bij. In een prachtige
staat verkeert het door de familie Van der Os gebouw
de woonhuis uit 1881 aan het Bellamypark 19, het
voormalige museum. Uit dezelfde periode stammen
de eerste stadsuitbreidingen zoals de Badhuisstraat
die is aangelegd als verbindingsweg tussen het stads
centrum en het badstrand.
Van het industrieel erfgoed uit de negentiende
eeuw is aanmerkelijk minder bewaard gebleven.
Den Broeder noemt de watertoren aan de Badhuis
straat en voormalige brouwerij De Meiboom aan de
Flessenstraat 11-21. Van recentere datum zijn het
hoofdkantoor van de Koninklijke Maatschappij de
Schelde en de Timmerfabriek op het Scheldeterrein.
De panden zijn gebouwd aan het begin van de twin-
tigste eeuw toen er ook voor het eerst villa's werden
gebouwd in Vlissingen. Als voorbeelden noemt Den
Broeder villa Ophir, onderaan de Leeuwentrap, en het
fameuze Wooldhuis uit 1931.
Wederopbouw
Architect Johan de Koning staat uitvoerig stil bij de
architectuur uit de periode van de wederopbouw.
Vlissingen was zwaar getroffen tijdens de Tweede
Wereldoorlog en de wederopbouw van de stad was dan
ook hard nodig. De Koning kijkt buiten de historische
binnenstad. Als eerste staat hij stil bij het station van
Vlissingen, een ontwerp van Sibold van Ravenstein.
Het station is opgetrokken in de kenmerkende stijl van
Ravenstein die eigenlijk nergens bij aansluit. Hoewel
de bouwstijl vrij sober is, is de voorgevel wel voorzien
van ornamentiek. Ook het beeldhouwwerk is sober van
aard. De Koning roemt het ontwerp van Ravenstein
van wie niet veel ontwerpen bewaard zijn gebleven en
vindt het Vlissingse station dan ook een gebouw dat
het verdient om te worden gekoesterd.
Aan de overzijde van het station ligt het eiland,
waarvan de oorspronkelijke bebouwing in de Tweede
Wereldoorlog vrijwel geheel is verwoest. De huidige
40 Zeeuws Tijdschrift 2016 1
Hotel Britannia op Boulevard Evertsen, 1958 (Vergelijk de
afbeelding op het omslag). Fotocollectie Gemeentearchief
Vlissingen; Foto Dert.
De Zeevaartschool op Boulevard Bankert, 1959.
Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen; Foto Dert.
bebouwing is ontworpen door de Zeeuwse architect
Jasper Jobse die ook Ter Reede aan de Koudekerkseweg
ontwierp. En passant oogstte De Koning applaus door
terloops op te merken dat het Nollebos toch vooral niet
volgebouwd moet worden. Aan de hand van stadsplat
tegronden legde hij zijn toehoorders uit hoe de stad
zich na de oorlog aanvankelijk in de richting van het
station ontwikkelt. De stad breide zich uit en men is
aanvankelijk zoekende geweest naar welke richting dat
het beste kon gebeuren.
Uiteraard staat De Koning stil bij het deels ge
sloopte hotel Britannia op de boulevard. Het ontwerp
van J.W.C. Boks is een schoolvoorbeeld van moder
nisme en verdient het om behouden te blijven. De
Zeevaartschool, eveneens op de boulevard, is een
ontwerp van de bekende Zeeuwse architect Rothuizen
en is gebouwd rondom een betonskelet, destijds een
moderne manier van bouwen. Volgens De Koning is
het typerend dat in de twintigste eeuw in Vlissingen
juist niet modern werd gebouwd. Een goed voorbeeld
hiervan vormen de ontwerpen van de in Vlissingen
wonende architect Piet Götzen. Kenmerkend aan zijn
ontwerpen is het gebruik van natuursteen en veel
van zijn ontwerpen zijn nog aanwezig, hoewel niet
allemaal in even oorspronkelijke staat. Götzen begon
zijn loopbaan bij het architectenbureau van zijn oom
Joop Götzen.
Het bekendste ontwerp van Joop Götzen is zonder
twijfel de wandelpier die voor de Tweede Wereldoorlog
aan de boulevard werd gebouwd. Samen met Piet
Götzen tekenden ze het ontwerp van de voormalige
fröbelschool op de hoek van de Paul Krugerstraat en
de Hobeinstraat. Het bekendste ontwerp is het pand
van kapper Morsheim aan de Paul Krugerstraat.
Hieraan is duidelijk te zien dat Götzen erg veel hield
van mooie materialen. Opmerkelijk aan het pand van
Morsheim is dat het een van de weinige ontwerpen
van Götzen is die de tand des tijds dusdanig hebben
doorstaan dat het vrijwel nog geheel in oorspronkelijke
staat is. Andere ontwerpen van Götzen in Vlissingen
zijn onder meer de Westpoortflat op de boulevard,
de Bouwen Ewoutschool en ook de hoogbouw naast
voormalig hotel Britannia - hoewel dit nu niet bepaald
zijn fraaiste ontwerp is. De Koning toont ook voor
al de sociale woningbouw in het middengebied en
Pauwenburg, ogenschijnlijk weinig voorstellend, maar
als je goed kijkt...
41 Zeeuws Tijdschrift 2016 1