de zee inspireert
het maritieme werk van vader en zoon Schütz
Het Zeeuws maritiem muzEEum in Vlissingen toont met De zee inspireert werk
van Jan Frederik Schütz (1817-1888) en zijn zoon Willem Johannes Schütz
(1854-1933). Vader en zoon Schütz zijn vooral bekend om hun maritieme
schilderijen. Veel van hun werk is gemaakt in Vlissingen en omgeving.
Beide kunstenaars behoren tot de belangrijkste zeeschilders van Zeeland.
Schütz, Laagwater (1896), Zeeuws maritiem muzEEum, collectie Zeeuws Museum Middelburg. Foto Ivo Wennekes.
64 Ze euws Tijdschrift 2016 1
tekst Karen Kroese
Meteen bij binnenkomst van de Scheldezaal in het
Zeeuws maritiem muzEEum loop je er tegenaan:
Woelig water (1870), een zeeschilderij dat Willem
Johannes op zijn zestiende maakte. Het is een portret
van de zee, zou je kunnen zeggen. De Noordzee met
zijn kenmerkende grijsgroene kleur, en golven met
witte koppen erop. Zes meeuwen vliegen door de
romig witte wolkenlucht, met een klein stukje blauw.
Om uren naar te kijken.
Bij de tentoonstelling zijn twee lijnen te vol
gen: blauw voor vader Jan Frederik, oker voor zoon
Willem Johannes. Van beiden zijn twaalf schilderijen
te zien. Soms twee schilderijen met hetzelfde thema
naast elkaar, zoals Schipbreuk in de Zeeuwse wateren
(1849) naast Schip in nood (1855) - beide van vader Jan
Frederik - waarbij de schildertechniek in de loop van
die tussenliggende jaren duidelijk losser is geworden.
Soms hangen werken van vader en zoon naast elkaar,
zoals Visserspink op het strand uit 1874 van Jan Frederik
naast Vissersboot voor anker (1875) van Willem Johannes.
Bij beiden ligt de focus vooraan op het schilderij. De
vader schildert meer gedetailleerd, romantischer;
de zoon laat meer de emotie zien lijkt het. Willem
Johannes is duidelijk losser met zijn kwast. Zeezicht
bij volle maan (niet gedateerd) doet zelfs aan Van Gogh
denken. Prachtwerken en toch hebben maar weinig
mensen buiten Zeeland van de Schützen gehoord.
Leerling van de Middelburgse Teeken-Academie
Het leven van Jan Frederik loopt anders dan hij hoopt.
Hij wil net als zijn vader en grootvader zeeman wor
den, maar als hij zestien is, sterft zijn vader. Als enig
kind ziet hij het als zijn taak zijn moeder te helpen bij
de handel in gerookte zalm. Toch kiest hij voor een
carrière in de kunst. In 1839 doet hij toelatingsexamen
voor de Middelburgse Teeken-Academie. Hij is dan 22
jaar, een hoge leeftijd om te beginnen met de acade
mie. Die kent drie afdelingen. In de eerste afdeling
tekenen leerlingen prenten na, in de tweede wordt er
gewerkt naar pleistermodellen en in de hoogste afde
ling worden levende modellen getekend. Omdat Jan
Frederik zelf als autodidact al veel werk heeft gemaakt,
wordt hij direct toegelaten tot de tweede afdeling. Jan
Frederik volgt met succes de avondlessen en hij wordt
zelfs verschillende keren onderscheiden. Als tekenaar
krijgt hij dus een gedegen opleiding, maar het schil
deren maakt hij zichzelf eigen. In 1843 toont hij voor
het eerst een schilderij, op de tentoonstelling Levende
Meesters in Den Haag.
Schütz maakt veel studies naar de natuur. Hij
werkt vooral op Walcheren en heeft een voorliefde
voor het strand en de havens. De scheepvaart ziet er in
die tijd anders uit dan nu. Het werk is zwaar en vaak
gevaarlijk. Omstreeks 1845 vaart Jan Frederik twee
weken mee met een vissersboot op de Noordzee. Daar
65 Ze euws Tijdschrift 2016 1