Wim Jurcka
chroniqueur van de Vlissingse jaren vijftig
Eind jaren tachtig van de vorige eeuw kwam ik in het bezit van een boekje van
uitgeverij Kalamiteit uit Dokkum met als titel Jurcka. Daarin een overzicht van het
werk van de toen voor mij onbekende Wim Jurcka (1905-1963) met tekst van de uit
Vlissingen afkomstige auteur William Rothuizen.
tekst Paul van der Velde
Wim Jurcka, Balanceerspel der wereldmachten, 1936.
Olieverf op doek, 36 x 19 cm.
Ik schafte dat fraai verzorgde boekje met kleuren
afbeeldingen van Jurcka's vroege werk aan in het
kader van een onderzoek naar de beeldende kunst
in Zeeland dat uitmondde in een publicatie in de
Zeeuwse Katernen (samen met Saskia Smit) onder de
titel Kunst boven water. Een verkenning van de beeldende
kunst in Zeeland in de jaren veertig tot zestig (1988). Het
was een uitgave van het Zeeuws Kunstenaarscentrum
die tevens diende als catalogus bij de gelijknamige uit
vijf delen bestaande tentoonstelling die van september
1988 tot februari 1989 in de Zeeuwse Bibliotheek te
zien was. Kunst boven water was samengesteld door
Jan van Leeuwen en hij maakte met een selectie van
200 werken van 50 kunstenaars uit de jaren veertig
tot zestig die periode van de Zeeuwse beeldende kunst
zichtbaar. Sindsdien zijn over vele van de toen geëxpo
seerde beeldende kunstenaars monografieën versche
nen. Van Jurcka ontbreekt die nog.
Peintre maudit aan de zelfkant van de samenleving
Rothuizen schetst in zijn essay Jurcka in de context
van het Vlissingen van de jaren vijftig. Hij kende
hem persoonlijk want samen met Hans Verhagen en
Herman Goetheer kreeg hij teken- en schilderles van
Jurcka. Rothuizen: 'Ouders zagen hun kinderen liever
niet bij hem in de buurt want er zou wel van alles mis
zijn met zo'n zonderlinge, alleenwonende man en als
Jurcka in het nachtetablissement Victoria was waarge
nomen heette het al gauw dat hij naar de hoeren liep.'
De ouders van Rothuizen en zijn vrienden hadden
er kennelijk minder moeite mee hun zonen aan de
68 Zeeuws Tijdschrift 2016 1
zonderling toe te vertrouwen. De jongelui zagen hem
als 'een echte romantische kunstenaar, een bohemien,
een peintre maudit die koppig tegen alle provinciaalse
opvattingen in ging. Wij voelden een soort verbon
denheid met hem.' Rothuizen cum suis waren vooral
gefascineerd door het abstracte werk dat hij vanaf begin
jaren twintig tot aan de Tweede Wereldoorlog schilder
de met titels als het Balanceerspel der wereldmachten.
Het vertoonde immers aanknopingspunten met het
werk van de Vijftigers.
Hoe was de uit Arnhem afkomstige Jurcka in
Vlissingen terecht gekomen? In Amsterdam liep hij
kort na de Tweede Wereldoorlog de uit Middelburg
afkomstige Fien tegen het lijf. Ze verhuisden naar haar
geboorteplaats en zij dacht dat hij zijn beroep van naai
machinereparateur wel op zou nemen. Zij ontdekte al
snel dat de beeldende kunst het ware vliegwiel van zijn
leven was en verliet hem.
Jurcka nam zijn intrek in een klein huisje aan de
Walstraat waar hij tevens zijn atelier had. Hij zou van
eind 1952 tot 1960 in Vlissingen wonen en de laatste
jaren van zijn leven slijten in Eindhoven. Zijn enige
echte vriend was Dirk-Jan Koets, de Zeeuwse Van
Gogh, die om zijn buitenissig gedrag bekend stond.
De onbegrepen kunstenaars zochten steun bij elkaar
in wat voor hen een vijandige omgeving moet zijn
geweest maar in 1956 stierf Koets en stond Jurcka er
helemaal alleen voor.
Rothuizen: 'Bijna iedereen op Walcheren negeer
de hem. In de horecabedrijven zag men hem liever
gaan dan komen, terwijl Jurcka juist zo graag in zulke
gelegenheden schetste, wat weer tot een lange reeks
café-interieurs leidde die door de betreffende zaken
werden aangekocht of op briefkaartformaat werden
gereproduceerd.' Juist dat werk (en niet het abstracte)
waarin hij het Vlissingse uitgaansleven tekende zijn ze
ker in retrospectief gezien het meest interessantste en
boeiendste deel van zijn oeuvre. Hij legde dat uitgaan
sleven zonder te moraliseren vast. In dat opzicht lijkt
zijn werk op dat van Henri de Toulouse-Lautrec die eind
negentiende eeuw het nachtleven van Parijs schilderde.
Wim Jurcka, Danseres In de Victoria Bar, 1960.
Kleurentekening op papier, 24 x 36 cm.
Veel 'uitgaanswerk' van Jurcka zal in de prullenbak
zijn verdwenen maar er moet nog het nodige in
Vlissingen en op Walcheren rondzwerven. Wie neemt
de handschoen op een overzichttentoonstelling met
dat werk samen te stellen en daaraan gekoppeld een
catalogus annex monografie?
69 Ze euws Tijdschrift 2016 1