Katinka Bock The Ground of the Sea 2009
tekst Frits de Coninck
In het voorjaar van 2009 presenteerde de Vleeshal
de eerste solotentoonstelling van Katinka Bock
(Frankfurt, 1976) in Nederland. The Sound of Distance
heette de presentatie waarin ze het oude begrip 'land
schap' uitbeent.
Landschap is in onze cultuur een complex begrip.
Omdat het te maken heeft met de perceptie die de
mens heeft van de wereld waarin hij leeft. Omdat het
een projectie kan zijn van zijn dromen en van zijn
gemoed. Omdat het een idee uitdrukt van de krachten
die zijn wereld maken, van de tijd waarin het land
schap zich vormt, van de dreiging die ervanuit kan
gaan, van de veiligheid die het biedt. Het landschap is
een staalkaart van de nooit ophoudende worsteling van
de mens om zich een plek op aarde te veroveren, en te
verdedigen. Het landschap, dat zijn wij.
Katinka Bock heeft in de werken die ze in 2009 in
de Vleeshal geïnstalleerd heeft, het landschap als
een concept ontleed. Zorgvuldig, abstract en tegelijk
op een manier die de zintuigen raakte en activeerde.
Het landschap, dat was ten tijde van die tentoonstel
ling niet meer de wereld buiten, elders, ver weg. Het
landschap was in onderdelen uiteen gehaald en naar
binnen gehaald. De Vleeshal was de ruimte waarin het
landschap als idee werd opgeroepen en zintuigelijk
waargenomen. Op verschillende niveaus, op verschil
lende manieren. Maar wat Katinka Bock in het bijzon
der deed: ze liet binnen en buiten in elkaar overlopen,
ze hief de vitale tegenstelling op waarmee wij onze
plek markeren.
Het meest basale landschap dat er te zien was,
was The Ground of the Sea. Dat is ook het werk dat aan-
36 Ze euws Tijdschrift 2016 3
gekocht is voor de collectie. De installatie bestaat uit
een groot aantal tegels van klei. Elke tegel even groot
als de eronder liggende plavuis. Niet de hele vloer van
de Vleeshal is bedekt. De witte kleitegels zien eruit als
een grote plas die over de plavuizen lijkt uit te dijen.
De voegen zijn niet opgevuld zodat ze een raster van
grillige zwarte lijnen vormen die op de coördinaten
lijken van een landkaart. Zo brengen we het landop
pervlak, het landschap dus, in beeld. En zo eigenen we
het ons toe.
Het bijzondere van de tegels is dat ze op hun kop
liggen. Wat we zien is de ongelijke onderkant, het
negatief van een landschap op microscopische schaal.
Boven en onder, binnen en buiten, de tegenstellende
delen vloeien in elkaar over. De onderkant van die
nieuwe witte tegels is niet vlak. Het grillige reliëf dat
ze met elkaar vormen lijkt wel de bodem van de zee.
Dat is het oude Nederlandse landschap: de bodem
van de zee waarop de Nederlanders hun land, en
vervolgens hun landschap, hebben veroverd. Een voor
de hand liggende verwijzing naar de zee die hier, in
Middelburg, nooit ver weg is. Hoe Zeeuws kan een in
stallatie zijn. De buitenwereld is naar binnen gehaald.
Katinka Bock deed dat ook met andere beelden en
installaties die deel uit maakten van de tentoonstelling
The Sound of Distance. Aan het begin van de Vleeshal
was een tafeltje met een hoop zand met erboven een
koperen regenpijp waaruit regenwater druppelde
dat van buitenaf werd aangevoerd, als het regende
tenminste. Zo vervormde het hoopje zand als een
afbrokkelend duin, de aantasting van het ons gerust
stellende gevoel van bescherming. Aandoenlijk in zijn
onschuld, hier in de Vleeshal. Bedreigend in zijn wer
kelijkheid, ergens hier verderop. Elders stond een grote
houten tafel met een massieve, monolithische steen er
onder die een kracht samenbalde waarvan het ongewis
bleef of die de tafel steunde of opdrukte. Een metafoor
voor de oerkracht die het landschap heeft gemaakt. En
de tafel is op zijn beurt een metafoor voor onze cultuur
die het landschap tracht te ordenen en te bedwingen.
Binnen en buiten, horizontaal en verticaal, ruimte en
tijd. De tentoonstelling, en daarmee ook het aange
kochte werk The Ground of the Sea, raakt aan alles wat
ons land tot een landschap (of een zeeschap) maakt.
37 Zeeuws Tijdschrift 2016 3