fa
ptiilip ten Vtoosren
Y,S /v.
cfj-.- .J
T Trap in de hal van het stadhuis. Foto: Piet Quist.
en een indrukwekkend onderste deel van de trap;
uitgevoerd in natuursteen met een sierlijk gesmede
trapleuning.
In de voorgevel van de voormalige conciërgewo
ning verscheen boven de deur een korfboogje waar
eerst een halfrondboogje zat en daarboven een ovalen
venster waar nooit eerder een venster was en werd
er ruim 30 m3 eikenhout aangevoerd voor balklagen
en vloeren. De baldakijnen van de beeldnissen in de
voorgevel werden vernieuwd en bovenop de kantelen
verschenen vijf nieuwe leeuwen met schild en vaandel,
het luidklokje verdween en de wijzerplaten werden
drastisch verkleind. Al deze ingrepen hebben ertoe
geleid dat het stadhuis nog monumentaler is geworden
dan het al was. Zonder de legitimiteit van de ingre
pen te willen betwisten of onderschrijven heeft dit
ertoe geleid dat het pand afstandelijker is geworden
en meer een gebouw van 'hoge cultuur' werd, anders
dan een gebruiksgebouw dat het tot in het begin van
de twintigste eeuw was. Getuigen hiervan zijn ook de
grote aanplakbiljetten en publicatieborden die duide
lijk zichtbaar zijn op de oudere foto's. Het, vanwege
het toenemende verkeer noodzakelijk, aanbrengen van
een stoep ter diepte van het bordes en later zelfs met
een tegel voorlangs het bordes heeft de afstandelijk
heid nog meer vergroot. Het aanpassen van de entree
met eenveelal geslotenasymmetrische doorloop
deur en het verwijderen van de lantaarn erboven heeft
Handgeschreven briefje van Philip ten Klooster betreffende
de voorstelling van de consoles in de hal van het stadhuis,
dd. 13 juni 1957. Gemeentearchief Tholen, Archief van de
Bouwkundig opzichter bij de Restauratiewerken aan de
kerktoren en het stadhuis in Tholen en Sint-Maartensdijk
1946-1960, inv. nr. 31.
ook geleid tot het scheppen van meer afstand en heeft
het gebaar van gastvrijheid verkleind.
Het gaat te ver voor deze bijdrage, maar veel van
bovenstaande constateringen zijn kenmerkend voor
de monumentenzorg in Nederland gedurende de
eerste helft van de twintigste eeuw en vele parallellen
zijn te trekken met andere restauraties en daarmee
voer voor nader onderzoek. Zo tekende Herman van
der Kloot-Meijburg voor diverse andere restauraties
in Zeeland en ook opzichter Zweedijk was betrokken
bij de grote en belangrijke restauraties van de Maria-
Magdalenakerk te Goes en de Nieuwe Kerk te Delft.8
Daarnaast heeft bijvoorbeeld ook de in Zeeland welbe
kende beeldhouwer Philip ten Klooster (1909-1969)
zijn sporen nagelaten in het Stadhuis. In 1957 hakte
hij in opdracht van Van der Kloot-Meijburg de acht
consoles voor de eiken balken van de verdiepingsvloer
en een jaar later hakte hij de vijf leeuwen die bovenop
de kantelen van de voorgevel staan.9 Als steensoort
werd de Franse kalksteen Saint-Pierre Aigle gekozen;
een steen die in die periode vaak gebruikt werd bij
restauratiemet name in Zeelanden goed herken
baar is aan de grove fossielen.10 Op speciaal verzoek
van de Burgemeester heeft Ten Klooster een lijstje
geleverd met daarop de omschrijving van de voorstel
lingen (Bierschenkster, Fruitteler, Harmonicaspeler,
Melkvrouw, Metselaar, Steenhouwer, Visser en
Vlastrekker).
rv, YE
VYLftfr." wJJk'htL'Bi/n:
VHH& /J
#ül--
l" Z. r tv, "2-3V *-•*** S-l-'i
c iit-
tr
t J-r S—1 J
C*£c*/
7» Zl£4- i-
22 Zeeuws Tijdschrift 2016 4
Toekomst
Kenmerkend voor het huidige gebruik en hopelijk niet
voor het toekomstige gebruik is de geslotenheid van
het gebouw. Ondanks de diverse waardevolle activi
teiten die in het stadhuis worden georganiseerd door
Stichting Anthonie Keldermansconcerten en anderen,
is het stadhuis toch vooral een ontoegankelijk—door
het bordes verheven boven het straatniveau—ge
bouw dat losstaat van het dagelijks leven in het stadje
Tholen.
Het zal niet lang meer duren of aan het stadhuis
zullen nieuwe conserverende maatregelen noodzake
lijk zijn. Voor het behoud van gebouw en collectie zal
er iets aan het binnenklimaat moeten gebeuren en
wil de trouwzaal ook in de toekomst mensen blijven
trekken zal hier op termijn iets aan het interieur
moeten veranderen. Maar hoe dan? In 1957 bij het
stadhuis, maar ook nog in 1970 bij de restauratie van
de Gasthuiskapel konden we het ons permitteren
om 'terug te restaureren' omdat er voldoende midde
len beschikbaar waren. Op dit moment hebben we
daar in Nederland nauwelijks geld meer voor (over).
Restauraties van gebouwen met alleen nog een sym
bolische functie zijn nagenoeg onmogelijk geworden.
Restauraties zijn nu enkel nog te bekostigen als dit
gepaard gaat met een functieverandering, waardoor
het gebouw meer rendabel gemaakt kan worden in fi
nanciële en culturele zin. Dit houdt in dat het gebouw
ook moet worden toegerust om die nieuwe functie te
kunnen vervullen.
Voor het stadhuis betekent dit dat het een bre
dere (culturele) functie moet krijgen dan het nu
heeft, bijvoorbeeld in het kader van cultuuronderwijs
voor schoolklassen, symbolische zittingen van de
Gemeenteraad of selectieve verhuur voor diners en
andere evenementen. Daarnaast heeft het gebouw de
potentie om als toeristische trekker voor Tholen te
functioneren en dat betekent een bredere opstelling
voor het publiek. Dit impliceert dat de nu aanwezige
kunstcollectie klimatologisch beter beschermd moet
worden; alleen het uitnodigend openzetten van de
buitendeur zal voor de kunstvoorwerpen fataal zijn.
Een glazen tochtsluis in combinatie met goed afgestel
de en goed beheerde warmte- en vochtregulering kan
hier uitkomst bieden en zou een eerste stap kun
nen zijn om het gebouw terug te geven aan de stad,
zodat functieverandering als vanzelf bespreekbaar
gemaakt wordt.
T Console van Philip ten Klooster met de voorstelling van een
steenhouwer. Foto: Piet Quist.
noten
1 J.P.B. Zuurdeeg, De stad-, recht- en raadhuizen op Tholen,
1971; J.P.B. Zuurdeeg, De stad-, recht- en raadhuizen op
Tholen en Sint Philipsland, 2008
2 M. Hurx, De particuliere bouwmarkt in de Nederlanden en de
opkomst van de architect (1350-1530), proefschrift tu Delft,
2010
3 Hurx 2010
4 W.J. Quist, Vervanging van witte Belgische steen: materiaal
keuze bij restauratie, Proefschrift tu Delft, 2011;
W.J. Quist, 'Steenkeuze voor restauratie: 150 jaar ontwik
keling in Nederland en Vlaanderen'. In: WTA-studiedag
Natuursteen natuurlijk!?, H. De Clercq, D. Van Gemert
R.P.J. van Hees (red.), 2012
5 Hurx 2010
6 Gemeentearchief Tholen, Archief van de Bouwkundig
opzichter bij de Restauratiewerken aan de kerktoren en
het stadhuis in Tholen en Sint-Maartensdijk 1946-1960;
Archieven van de stad en gemeente Tholen 1330-1936;
7 Grondbeginselen en Voorschriften voor het behoud, de
herstelling en de uitbreiding van oude bouwwerken, 1917
8 Quist 2011
9 Gemeentearchief Tholen, Archief van de Bouwkundig
opzichter bij de Restauratiewerken aan de kerktoren en
het stadhuis in Tholen en Sint-Maartensdijk 1946-1960,
inv. nr. 31
10 Quist 2011
23 Zeeuws Tijdschrift 2016 4