fMJAMI GEBRANDMERKT BAREND DE GRAAFF hemel en het licht leek mat. De huizen, de torens van de beide kerken, van het stadhuis en de Waag, hieven bijna kleurloos hun gevaarten in de grijze lucht.' Er heerst 'schijnbaar een en al rust en genoeglijkheid'. Schijnbaar, want de hoofdpersoon, een knappe her bergierster, de vrouw uit de nieuwe titel van de roman, wordt gekweld door zorgen over haar zoon. In het voorwoord van De man uit de Boerenhemel (1957) zegt De Graaff bij het werken telkens 'de Thoolse toren' te hebben gezien en voortdurend 'het water van Eendracht en Schelde' te hebben geroken. Vaak blijkt hij een kijkende schrijver, maar hij zette dus meer zintuigen in. Ook zijn gehoor, in deze roman die in het najaar van 1905 begint wordt volop Thools gesproken. Vorma Onder meer door de hoofdpersoon Rens Hoogendoorn, 'de man uit de Boerenhemel'. Hij had een aannemer gezegd: 'Jie bouwt voor mien een villa in de Boerenhemel te Vorma. Die moet zo woire, dat ze d'r bie mien leven geen duurder en schoner huus neer kunne zette.' Aldus is geschied. 'De Boerenhemel is de bocht in de oude Postweg, van Tholen naar Gorishoek, juist voor je Vorma in komt,' wordt uitgelegd. Op een gegeven moment is er uitzicht op de torens 'van Tholen, Poortvliet en natuurlijk die van Vorma.' Waar ligt Vorma? De plaats is op geen kaart te vinden. Naar ik vermoed is dit 'dorp der dorpen', zoals de auteur het in zijn voorwoord aanduidt, een samensmelting van Oud-Vossemeer (Vor) en Sint Maartensdijk (Ma). Maar het beschreven landschap en de beschreven perikelen zijn levensecht. Het gaat om kerkelijke perikelen, wie is de baas in de kerk? Als het aan de man uit de Boerenhemel ligt hij, de president-kerkvoogd: 'De kerkvoogden zijn boeren. De kerkeraad bestaat voor het grootste deel uit burgers. De boeren moeten het voor het zeggen hebben. Van de boeren leeft het land en wordt immers de koning gevoed!' De Blikken Dominee De 'Blikken Dominee' uit de gelijknamige roman, ofwel Chiel Vermeulen, is een burger. Hij heeft een grote winkel in Tholen-Stad en is 'voorganger bij een groep christenen die het niet in de gewone kerken kon vinden'. Men spreekt zelfs van 'de Chieleïsten'. De roman eindigt in 1953, Tholen wordt getroffen door de watersnoodramp: 'Toen, boven het geweldig geluid van de wind, klonk het instorten van huizen en tegelijk gulpte het water door het slaapkamerraam'. Eerder is de dochter van de Blikken Dominee tijdelijk uitgewe ken naar Rotterdam. Er gingen nare geruchten over haar. Het ware verhaal is dat ze verliefd werd op een getrouwde man die een begerige blik op haar wierp, meer niet. Dergelijke verhalen doen voortdurend de ronde in De man uit de Boerenhemel en De Blikken Dominee. Was 'de satan' actief geweest? In ieder geval is men er op Tholen 'op uit om een zondares te verne deren'. De man uit de Boerenhemel hecht steeds meer aan conventies en vooroordelen. Een dominee met grijze jas en grote baard in plaats van zwarte jas en glad gezicht leidt tot afgrijzen. 'Weet jie dat er in Tholen al socialisten bin?' klaagt Rens, en de schuldige is de ver keerd uitgedoste predikant. De Blikken Dominee raakt juist steeds verder van vooroordelen en conventies ver wijderd. Vanwege zijn begrip voor zondaars raakt hij in opspraak en hij besluit te stoppen als lekenprediker. Tholen en het geloof, De Graaff wil met dit kleine voorbeeld het grote verhaal van gelovig Nederland vertellen: 'Toen de klok van de Grote Kerk luidde, was het al druk in de straten. Allemaal kinderen Gods, die ter eredienst gingen. Helaas in drie verschillende richtingen, en merkwaardigerwijze was Het Stadje zo gebouwd, dat bijna iedereen over het Marktplein naar zijn kerk moest. Op die plaats scheidden zich de gelovigen naar principe en traditie.' 32 Zeeuws Tijdschrift 2016 4 De wegen van de gelovigen komen in beide romans voor één keer bij elkaar. In De man uit de Boerenhemel houdt men een gemeenschappelijke dankdienst nadat een epidemie is geweken. In De Blikken Dominee is er na de overstroming een gemeenschappelijke dienst, waarin nog één keer Chiel voorgaat. T Het avontuur (1944) Gebrandmerkt (1944) De man uit de Boerenhemel (1957) De Blikken Dominee (1970) Verdraagzaamheid Chiels tegenpool Rens eist één kerk: 'Geen twee, geen drie, geen tiene! Eén kerk! En die kerk leert, dat er overheden bin om te gehoorzaemen.' Chiel en in zijn schaduw de auteur streven zeker niet naar één kerk, wel naar verdraagzaamheid. In het voorwoord van De man uit de Boerenhemel zegt Barend de Graaff: 'God heeft de kerken niet gegeven om er om te vechten. De mensen van de verschillende kerken moesten elkaar liefhebben en helpen ook, al denken ze van elkaar, dat die andere kerk een verkeerde weg bewandelt.' Maar de mensen, zelfs de mensen op Tholen, gedragen zich niet zoals zou moeten. Misschien had hij het gewild, maar De Graaff kon geen onvermeng de odes op Tholen schrijven. Hij veroordeelde juist scherp de even futiele als verbitterde geloofstwisten. Heel de buitenplaneet van Zeeland beschreven: 'De zon komt in het Brabantse op, ver weg over het brede water van de zeearm.' Veel bewoners menen aldus De Graaff 'dat Het Stadje korter bij de hemel ligt dan menig ander woonoord. Zekerder dan de grote steden of bijvoorbeeld het "luchte land van Zierikzee".' Maar in deze romans ervaar je achter de wensdromen de werkelijkheid, en daarin ligt Tholen óók lichtjaren dichter bij de hel. t 33 Zeeuws Tijdschrift 2016 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2016 | | pagina 17