Door de ogen van H.J. Wolter
De gevreesde criticus Albert Plasschaert
waardeerde zijn stadsgezichten, een
Parijs' kunstblad schreef dat hij recht
had op 'notre entière reconnaissance',
zijn leerling en opvolger als hoogleraar
Gerard Röling omschreef zijn kunst
werken als 'kleine-heelals-in-zichzelf',
de journalist en schrijver Willem Brandt
noemde hem een dichter met het
penseel en de graficus en kunstcriticus
Ko Prange vergeleek zijn beste werken
met die van Franse impressionisten
als Sisley en Pisarro. De criticus en
kunstenaar Kasper Niehaus, ten slotte,
verzuchtte: 'Wij wisten niet dat hij zoo
belangrijk was!'
tholen
bijzonder belicht
46 Ze euws Tijdschrift 2016 4
tekst Francisca van Vloten
H.J. Wolter, Scheepswerf bij Tholen (1915)
Hendrik Jan Wolter groeide op in Amsterdam en
Amersfoort. Hoewel hij er vaak naar buiten trok om te
schetsen en al vroeg blijk gaf van tekentalent, volgde
hij op aandringen van zijn vader een jaar lang een mi
litaire opleiding voor hij zich in 1895 aan de kunsten
ging wijden. Hij werd toegelaten tot de Académie des
Beaux Arts in Antwerpen en vervolgens het Institut
Supérieur, waar hij dankzij een koninklijke subsidie
drie jaar kon studeren en bovendien de beschikking
kreeg over een eigen atelier. De opleiding aan het
Institut was gedegen en voornamelijk op het realisme
gericht.
Werd Wolter in Antwerpen beïnvloed door zijn
studievrienden Simon Maris, Emile Claus, Theo Van
Rijsselberghe en Isidoor Opsomeren in het bijzon
der door de licht- en kleurverwerking van Claus en
Van Rijsselbergheeen jaar Parijs bewerkstelligde
een voorkeur voor de Franse impressionisten. Terug
in Nederland, vestigde hij zich in Leusden en voorzag
hij vooral in zijn onderhoud door het vervaardigen van
figuurstukken en het illustreren van bijbelprentjes en
schoolboekplaatjes.
En plein air
Ook het buiten werken pakte hij weer op, nu gewapend
met schildersezel en olieverf. Hij gebruikte paneel
tjes die in zijn schilderkist pasten en zo kwamen in
de open lucht veel levendige en van licht vervulde
olieverfschetsen tot stand. De schetsen, en ook teke
ningen, gingen vaak vooraf aan grote atelierstukken.
Zo werden Amersfoortse stadsgezichten en markten
en na 1904het jaar waarin hij met de onderwijzeres
Popkolina van Hoorn trouwdede omgeving van
Laren, boerenportretten en -interieurs aan paneel en
47 Zeeuws Tijdschrift 2016 4