I v WAAR VUIL IS, IS GEVAAR! A blazen i deze ,O1 □V] VOOR ONZE IWM p r No. 831473. Zeer moderne bolero-japon, welke echter ook zonder de bolero gedragen kan worden. Zeer geschikt voor de nieuwe tweeds of tricot. Verkrijg baar in bustematen 85, 90, 95 en 100 cM. Benoodigd van 135 cM. breede stof 2.75 M. DICKIE KIJKT UIT ZIJN DOPPEN! De succesvolste opvoeders van de jeugd zijn zij, die het kind het minst leeren. Dat wil zeg gen, dat zij het kind niet volstoppen met allerlei feiten. Zij leeren het integendeel waar te nemen en zelf interessante feiten te verzamelen. Zij „vertellen'' het kind niet steeds alles. Zij moe digen het aan om te denken, maar zijn steeds bij de hand om de fouten, die het eventueel bij zijn denken maakt, te verbeteren. Dickie een klein vriendje van me is twee 'en een half jaar en wordt door zijn ouders volgens deze methode van accuraat waarnemen opgevoed. En hij vindt het een prettig spelletje, omdat zijn ouders het prettig voor hem maken. Hij weet precies welke winkels groenten ver- koopen; welke vleesch, welke kruidenierswaren en waar hij af en toe eens een nieuw, mooi stuk speelgoed zal kunnen bewonderen. Moeilijker is het echter om uit te vinden, in welk huis iemand woont, vooral in een buurt, waar alle huizen op elkaar lijken. Maar Dickie leert, hoe hij dit moet doen Wanneer hij met zijn moeder naar zijn grootma gaat, die in een kalme, rustige straat in een der buitenwijken der stad woont, laat moeder hem aan het begin van de straat vóór loopen, hem op het hart druk kend, niet van het trottoir te gaan. „Nu moet je eens kijken, of je zoo knap bent, dat je mij wijzen kunt, waar grootma woont," zegt ze tegen hem. En Dickie begint direct te zoeken, want het is net zoo prettig als verstoppertje of weg kruipertje spelen. Voor iedere deur blijft hij staan. „Hier woont grootma. Neen, toch niet. Waar kan nu groot ma toch wonen?” Dickie glundert van pret als zijn moeder gelooft dat hij zich heeft vergist, want hij weet heel goed, wat het huis van groot ma is. Wanneer hij er bijna is, voelt hij zich erg gewichtig, zet zijn trotsche borst vooruit en zegt triomfantelijk: „Hier is het. Hier woont groot ma.” Een kleinigheid... ja, maar Dickie heeft ge leerd de huizen te onderscheiden aan de gor dijnen, de kleur der huisdeur, enzoovoort. En hierdoor is zijn opmerkingsgave uitstekend ge traind, hetgeen hem later steeds te pas zal komen. En... hij loopt nooit met een verveeld ge zichtje langs de straat of laat zich nooit door zijn moeder meesleepen, want hij heeft altijd zooveel te zien onderweg en er zooveel van te vertellen, dat hij zich geen oogenblik verveelt. ONZE KOUSEN. Indien wij mooie, goedpassende kousen willen dragen hetgeen voor een keurige verschijning haast onontbeerlijk is moeten wij er heel wat geld voor neerleggen. Er zal wel geen lezeres zijn, die dit niet met mij eens is! Het is zelfs een probleem om te weten, wat de beste methode is: goede kousen te dragen, zelfs wanneer ze aan den hiel gestopt zijn, of ze weg te werpen en ongestopte, goedkoopc kousen te dragen. Het probleem wordt het best opgelost al naar het individueele inzicht van haar, die er vóór staat. De een vindt namelijk, dat een goedpas sende, goede kous beter staat, zelfs al is ze aan den hiel gestopt, dan een goedkoope kous, die niet gestopt is, maar plooien om enkel en been No. 831952. Keurige jumper-blouse, welke hoog en laag gedragen kan worden en gegarneerd is met een grooten jabot van dezelfde stof. Verkrijgbaar in buste maten 85, 90, 95, 100 en 105 cM. Benoodigd van 90 cM. breede stof 2.75 M., kantje 1.75 M. No. 830483. El vondjapon vofF fluweel of zijde; hetzelfde model, met bolero, kan voor gekleede na- middagjapon dienst doen. Verkrijgbaar in bustematen 90, 95 en 100 cM. Benoodigd van 90 cM. breede stof 3.75 a 4.50 M., garneerstof 35 cM. Wij kunnen met het bloote oog niet de bac teriën zien, die zich op den rand van een kop of glas bevinden of op onzen handdoek. Even min kunnen wij de schadelijke kiemen zien, die zich op de punt van het potlood bevinden, dat wij tusschen onze lippen hebben bevochtigd, of die voorkomen in het water, de melk of ons voedsel. Maar we weten heel goed, hoè ge vaarlijk deze onzichtbare „stofjes” voor onze gezondheid zijn! Er is een zeer geoefend oog, gewapend met een sterk vergrootglas, voor noodig, om het onderscheid te ontdekken tusschen „schoon” en „vuil" stof. We missen een zesde zintuig of een microscopisch oog om de schadelijke kiemen te zien en te onderscheiden. Dit is echter geen reden om de maatregelen na te laten, die binnen ons bereik liggen, om de gevaren te verkleinen, die wij te wachten hebben van „stof, dat we niet kunnen zien". Wij kunnen immers in ieder opzicht angstvallig zindelijk zijn; wij kunnen kleine gewoonten, die echter van groote be- teekenis zijn voor onze gezondheid, tot een tweede natuur maken, zoodat we ze nooit na- laten: we kunnen onze handen verscheidene keeren per dag wasschen (op zijn minst voor en na iederen maaltijd) en we kunnen anderen óók opvoeden in de leer der ware zindelijkheid. Dat verhoogt de reinheid' in onze omgeving! Lange ervaring heeft geleerd, dat zindelijk heid de meest afdoende bescherming tegen ziek ten vormt. Een zindelijke omgeving zal zeer waarschijnlijk vrij van besmettingsgevaar zijn en zindelijk voedsel is onschadelijk voedsel. Zindelijkheid op het lichaam en zindelijkheid van de omgeving waarin wij leven, is het beste verdelgingsmiddel van de talrijke microben en bacteriën, die ons, wanneer we niet zindelijk zijn, steeds met ziekte bedreigen! Van deze afbeeldingen, die met toestemming der firma Weldon Ltd. te Londen zijn gereproduceerd, zijn franco p. p. geknipte patronen verkrijgbaar tegen toezending van f 0.75 en vermelding van het No., aan mevr. Milly Simons, 2e Schuytstr. 261, Den Haag. en blazen aan de knie vormt. Het teit, dat men van deze goedkoope kousen drie paar kan hebben tegen één paar dure kousen, beteekent niets voor hen. Een vriendin van mij, die uit den aard van haar beroep steeds dure kousen moet dragen, vertelde mij onlangs, dat zij er iets op heeft gevonden om een der moeilijkheden te over winnen, waardoor zij worden geplaagd, die spoedig last hebben van gaten in den hiel, het geen te wijten kan zijn aan de kous, aan de schoenen, die men draagt, of aan de draagster zelf. Wanneer mijn vriendin ziet, dat er een gaatje of een heel dun plekje boven den hiel in haar kous komt, legt zij een snlal plooitje onder den hiel, waardoor het gaatje of de dunne plek lager komt te zitten en onzichtbaar wordt. Aan het model van de kous doet dit absoluut geen afbreuk. Het leven van een kous kan ten zeerste wor den "verlengd, indien ze met groote zorg wordt behandeld. Toen we lichte kousen droegen, waren wij genoodzaakt ze vaak te wasschen, maar nu donkerder kleuren in de mode zijn, is dit niet meer zoo vaak noodig. Aan den anderen kant dient men echter rekening te houden met het feit, dat kousen die vaak ge- wasschen worden, vooral indien de draagster last heeft van warme voeten, langer duren dan kousen, die minder vaak een „bad” krijgen!

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1929 | | pagina 12