4 t s I „Ja, andere de po- de revolutie in Valacia!” riep na (Wordt vervolgd.) GEZICHT OP MIDDELBURG was was 1 in Sep- het ant- de directe lijn nu eens Oho, vrienden, weinig verstand van i nu het uur wij bijna de vruchten zullen pluk- ons harde werken voor u, waarbij ons leven voor uw zaak hebben ge nu. maar dat meisje!" riep de Prins uit. „Ze is zoo mooi, zoo jong! Neen, neen, ik verbied het, hoor jullie het? Jij, Gluber, voert geen enkel bevel uit, dat ook maar een haar op het hoofd van dat meisje zou kren ken! Liever zou ik mijn troon verliezen, dan hem te bereiken door middel van een moord!" „Moord!? Maar u hadt toch den troon ook wel met geweld op den President willen veroveren?" Karri gaf geen antwoord; hij draaide zich om en liep naar den schoorsteenmantel, waar hij voor bleef staan, Gluber een wenk gevend, dat hij kon gaan. Terwijl deze Kellner pas seerde, gaf hij hem een teeken, dat door den Prins niet opgemerkt werd. Hij lachte veel- beteekenend en knikte „Het komt in orde, graaf," mompelde Gluber zoo zachtjes, dat zijn woorden alleen gehoord werden door den man, voor wien zij bestemd waren. „Morgen!" „Er is voor hen allebei geen plaats in Valacia," antwoordde de graaf even zacht, terwijl hij zich omdraaide. eer van koningen is onaan- eer van Uwe Hoogheid dus de Prins uit. Hij draaide zijn hoofd langzaam in de richting van Kellner en hun blikken ontmoetten elkaar. „En als dat meisje of die jonge vrouw, die haar leven bij het ongeluk verloor, de Engelsche verpleegster Adela Wentworth is geweest, dan is het kind, dat de oude boekverkooper heeft aangenomen als zijn nichtje, dus niemand anders dan Prinses Valentina van Carrova. En indien dit zoo is, is zij de rechtmatige erfgenaam van den troon van Valacia en.... ik.... ik...." De Prins wrong zijn handen zoo heftig, dat de knokkels op zijn vingers wit werden. Nie mand zei een woord, en de stem van den Prins klonk fluisterend, toen hij zei: „Dan ben ik een onderkruiper en maak ik aanspraak op iets, waar ik geen recht op heb....!" „Maar dat weet ik niet! Niemand weet dat! De Engelsche verpleegster is als van den aardbodem verdwenen en van de kroonprin ses heeft niemand ooit meer iets gehoord. Welk bewijs is er nu, dat Patricia Cannister van koninklijken bloede is?" Prins Karri lachte grimmig. „Wat!" hiep hij uit, „welk beter bewijs zou er moeten zijn dan het feit, dat zij het sprekende evenbeeld is van de koningin van Valacia? En wat zou er meer indruk op het volk kunnen maken dan haar romantisch ver haal? En waardoor zou het spoediger op haar hand zijn dan door de omstandigheid, dat zij behoort tot een familie, die zij eerst hebben gehaat, ja die ze zelfs hebben gedood, een misdaad, die ze nu weer willen goed maken, waarvoor ze nu weer boeten willen? Ze haten den President, ze intrigeeren en ma ken hun plannen... En ook mijn vrienden, maken op hun beurt plannen en wat zij aan de ontevreden bevolking van Valacia vertel len is dit: dat er een Prins is, die Karri heet en die, zij het ook van verre, geparenteerd is aan het Huis van Carrova. Dat hij een dapper soldaat is en dat hij een groot koning zou zijn. Ik vertel jelui, dat er op die manier hèèl wat in Valacia wordt gefluisterd! Maar als Prinses Valentina vandaag of morgen op duikt, dan...." „Uw plaats is verzekerd," riep Kellner uit. Weer keek de Prins hem aan en weer lachte hij. „Maar wat moet ik doen, als dat meisje uit Friarsgate wordt ontdekt, als men haar geschiedenis verneemt en men haar jeugdige schoonheid gewaar wordt? hebben jullie zoo litiek, dat jullie niet zouden weten hoe wis pelturig de gedachten van een volk zijn? Hoe snel het van opinie verandert? Is het niet altijd ,Leve de Koning!' en een oogen- blik later ,Weg met den Koning!’? En of schoon men in Valacia weer een koning ver langt, hoe lang zullen ze iets voor mij voe len, indien er een Prinses van gevonden wordt? Geef me daar antwoord op, Kellner. Gluber!" De Prins had zich onder het spreken op gewonden; er was een blos op zijn wangen verschenen; zijn handen beefden en zijn oogleden knipperden nerveus. Langzaam, met over zijn borst gekruiste armen liep Kellner op hem toe; toen hij vlak voor den Prins stond, legde hij vriendelijk een hand op zijn schouder en keek hem ern stig aan. „Hoogheid," zei hij toen langzaam, „u laat ons mogelijkheden zien, waar wij liever onze oogen voor gesloten hadden gehouden. Nu is het onze beurt om U iets te laten zien, maar nu moet U ook uw oogen niet sluiten!" De Prins keek hem verbaasd aan. „Wat voor een plan heb je nu weer in je groote hoofd, Kellner? In je knappe hoofd, dat mij steeds aan een slang doet denken?" vroeg hij lachend. „De Prinses moet nimmer gevonden wor den! En als dat meisje, Patricia Cannister, werkelijk een bedreiging vormt voor Uwe Hoogheid, die bijna onze koning is, dan mag zij niet langer leven! Gluber, je begrijpt wat ik bedoel?" vroeg hij, zich tot den aange sprokene wendend. Gluber stond op en maakte een buiging. Hij zei geen woord. Verschrikt wendde Prins Karri zich om. „Neen!” schreeuwde hij. „Dat niet! Ik wil den troon niet bereiken wadend door een poel van bloed!" „Hoogheid, de tastbaar. De eveneens!" „En ik zeg u, dat ik nimmer toestemming zal geven tot zoo'n drastischen maatregel!" „Hoogheid, eenige oogenblikken geleden beweerde u, dat u iedere hinderpaal, die op uw pad zou komen, uit den weg zoudt rui men en nunu het uur bijna geslagen heeft, nu ken van we zelfs riskeerd, Kellner, terwijl Karri ongeduldig een sigaret opstak. „Het bleek toen, dat zij hulp wenschte, niet «zeer voor zichzelf als wel voor een kind, aan haar hoede was toevertrouwd. Can ter keek om zich heen en zag het kind Sen. Het was niet gewond. Met inspanning 1 al haar laatste krachten smeekte de ige vrouw, die niet ouder dan een jaar of en twintig scheen, hem er voor te willen zorgen,, dat het kind in goede handen kwam, daar het reeds een wees was en geen familie had. De boekhandelaar nam het kind tot zich. Hij was een vreemdeling in een vreemd land en de baby eveneens Eenige minuten later was de jonge vrouw dood en stond hij alleen op de plek van die verschrikkelijke ramp met het kind in zijn armen. Toen kwam plot seling de gedachte bij hem op, dat dit ■kind de plaats moest innemen van 'zijn eigen kind, dat toen het twee dagen oud was, gestorven was. Hij nam haar mee naar Londen, zorgde voor een goede vrouw, die het kind als een moeder grootbracht en gaf het den naam van Patricia Cannister. En zooals de buren zeggen, heeft hij het meisje gedurende haar geheele leven als een prinses behandeld." „Een prinses!" gromde Karri binnens monds. Toen, een vloek mompelend, wierp hij zijn sigaret weg en begon de kamer op en neer te loopen. Plotseling bleef hij staan voor de beide mannen, die hem afwachtend aankeken. „Hoor eens," zei hij, „ben ik geen familie van het Huis van Carrova? En heb ik 'als zoodanig niet het meeste recht op den troon van Valacia?” „Vooropgesteld dan, dat de directe lijn ge heel is uitgestorven, en.dat de vermiste baby, die de revolutionnairen twintig jaar geleden bij den opstand in Khamstadt niet hebben gedood, nog niet.. begon Kellner. „Juist,” viel de Prins hem in de rede, „de Engelsche verpleegster is dien nacht met het kind verdwenen. Waar is zij heen gegaan? Dat weet niemand. Niemand is er, die op deze vraag een antwoord kan geven. Nou, Gluber, ben je er niet achter kunnen komen, wanneer precies dat spoorwegongeluk plaats had, dat aan Cannister een dochter bezorgde?” „Ik heb er nageslagen en een een heele stapel couranten op had'betrekkelijk weinig moeite de juiste courant te vinden. Het tember van het jaar 189..," woord. „Direct

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1929 | | pagina 6