Ili
I
ÜT
L
1
j
j.
K’
i'
er na.
u aan
*9
krij-
J./.I
Jongste bediende: „Of
wilt komen, mijnheer?"
Chef: „Wie is het?"
„Uw vrouw!"
„Wat wil ze?"
„Dat weet ik niet; ik hoorde alleen het
woord .idioot’!"
„Ga opzij; begrijp je dan niet, dat ze mij
zelf hebben moet?"
Willy (als Jantje het eerst aardbeien met slagroom
krijgt): „Jantje, dames eerst. Jantje!”
Jantje: „Ja, maar dames schreeuwen niet!”
Oude dame: „Agent, zijn die kinderen hun moeder kwijt?”
Agent„Ja, mevrouw
Oude dame„Zoo, hier is er nog een, die zijn moeder
niet kan vinden
«en koude douche des
Gast„Ik heb gehoord, dat u de eenige is, die op deze
badplaats een leesbibliotheek heeft
Het vrouwtje: „Ja, maar u is juist te laat. Deze jonge
dame heeft ’m meegenomen
een geluksvogel!"
Agent: „Hé, wat ga jij met al die tennisrackets doen
De man, die ze gestolen heeft„Nou, ik dacht wel, dat
jij wist, dat kampioenen als ik met meer dan één racket
naar de baan gingen!”
De jury was reeds meer dan vier uur
in raadskamer geweest en nog steeds was
men niet tot overeenstemming gekomen. Elf
van de leden vonden den beklaagde onschul
dig, doch de twaalfde hield hardnekkig vol
dat hij niet schuldig was. Overeenstemming
was niet te krijgen
Tegen etenstijd kwam de sheriff en vroeg,
wat de heeren voor diner wilden hebben.
„Nou,” zei de voorman, „breng ons maar
elf diners en" hier keek hij veelbeteekenend
de telefoon naar den man, die koppig als een ezel de
schuld van den verdachte volhield „één
baal hooi!"
I
-lip
„Die Meyer is toch
„Hoezoo?"
„Wel, hij verzekerde zich tegen brand en
zijn huis brandde tot den grond toe af; toen
verzekerde hij zich tegen inbraak en ze braken
bij hem in. De vorige week ging hij in een
ongevallen-verzekering en een dag later werd
zijn been afgereden; vier dagen geleden
ging hij in een begrafenis-verzekering en mor
gen wordt hij nu voor niets begraven!"
De hospita van het pension (tot gast, die eerst naar het
strand is gegaan voordat hjj naar zjjn pension ging):
„Het spijt me, maar het diner is weggeruimd. Er staat
in de advertentie wel, dat mijn pension maar tien minuten
van het strand ligt, doch al mijn gasten hebben hun
eigen auto!”
Mevrouw: „Dit is je kamer; je hebt een bed, stoelen,
een tafeltje... ik geloof, dat je het hier wel naar je zin
zult hebben. Waarom meet je dien muur T’
Het nieuwe meisje: „Om te zien, of mjjn piano er wel
staan kan
„Neem je altijd nog
morgens?"
„Neen; ik laat het na om tijd te sparen!”
„Maar een douche kost je toch niet meer
dan een minuut of drie!"
„Dat is zoo, maar ik lag vooraf wel drie
kwartier in bed te aarzelen of ik het wel doen
zou!"
Jan en Dirk waren de eenige erfgenamen
van hetgeen hun vader had nagelaten en ze
konden het er niet over eens worden, hoe zij
de erfenis moesten verdeden Daarom haal
den zij den burgemeester erbij, die zei: „Jan
is de oudste, en hem geef ik dus het recht
de erfenis te verdeden, maar Dirk geef ik het
recht om te kiezen, wat hij hebben wil!"
De oude dame: „Ben ik hier op het reisbureau?”
Klerk: „Ja, mevrouw!”
De oude dame: „Wilt u me dan eens vertellen hoe ik
het best van de Zeestraat naar de Noordstraat kan loopen
Hij: „Lieveling, wil je nog aan niemand
zeggen, dat wij verloofd zijn?"
Zij: „Neen. Alleen aan Willy. Die zei altijd,
dat er nooit een gek zou worden gevonden
die met mij zou willen trouwen!"
„De benzine wordt duurder!”
„Dat is jammer
„Heb je dan een auto
„Neen een sigarenaansteker!”
Hij: „Des morgens ben jij de laatste aan wie
ik denk en des nachts de eerste."
Zij: „Je bedoelt zeker andersom?"
Hij: „Neen; ik ben toch nachtwaker!"
„Hoe kan ik een spijker in den muur
gen zonder op mijn duim te slaan?"
„Door den hamer in je twee handen te
houden!"