VOOR DE JEUGD
1
a
I
L
riep ze,
zei
DE EERSTE STAP IN DE WERELD!
HTi iWTPg
k
"V
EEN HANDJEVOL: IN HET EERSTE UUR
VAN HET LEVEN.
een gebaar van afschuw,
dicht bij den vijver," zei
Ik zou mijn kleeren vuil maïen!”
aan.
1
Na dien dag was zijn tante steeds heel
anders tegen Dick. Ze vond niet meer, dat
i een „mesthoop" verander
de, iets waarvoor ze steeds bang was ge-
gegeven oogenblik gooide Daisy, weest als ze hem zou toestaan te spelen
van werpen had, den zooals hij zelf graag wilde. Tevens onder
vond ze, dat zijn „dierlijken aanleg" niet
begin- altijd tot onaangenaamheden leidde. Ze
vroeg hem steeds vaker bij Daisy te spelen
je krijgen," zei en ook hij vond dit hoe langer hoe pretti-
kousen uittrekkend. ger, te meer daar Daisy eenvoudige'katoe
nen jurken begon te dragen, die niet be
dorven waren als ze eens een keertje vuil
werden en zij nu dus net zoo kon spelen
en stoeien als andere kinderen!
-o-
GRAPJES.
„U mankeert niets," zei de dokter tegen
zei zijn den patiënt, dien hij den pols had gevoeld,
„uw pols klopt zoo regelmatig als een hor
loge!"
„U hebt mijn pols niet gevoeld, dokter,"
antwoordde de zieke, „u hadt mijn pols-
DICK GAAT OP VISITE.
|yrom, Dick," zei moeder, „het is tijd
•IX, om je te gaan opknappen. Je weet,
dat we naar tante Mien gaan. Ze
heeft gevraagd, of we vanmiddag kwamen
theedrinken en ik wil graag, dat ze je ten
minste één keer eens behoorlijk ziet. Ze
heeft je nog nooit zonder jam of chocola
°P )e gezicht gezien en ik wil niet graag,
dat ze denkt, dat haar neefje een boefje is.
Je nichtje Daisy ziet er altijd zoo keurig
uit, echt om door een ringetje te halen!"
Dick grijnsde eens. Hij had juist het
plan gehad om dien middag flink in den
tuin te gaan ravotten met zijn hond, maar
inplaats daarvan moest hij nu op visite bij
zijn tante, een karweitje, waar hij een
vreeselijken hekel aan had. „Maar enfin,"
dacht hij, „er komen nog meer vacantieda-
gen en ik kan dus nog genoeg met Bello
in den tuin spelen!" En daar hij een goede
jongen was en niet graag iemand onplezier
deed zijn moeder allerminst haalde
hij maar eens
op en ging naar
wasschen en
Hij was altijd geneigd te doen, wat men
graag wilde en het was dan ook wi
zijn schuld niet, dat hij er
bij zijn tante in een goed blaadje te komen.
Om vier uur stond hij op de stoep van
zijn tante's huis; zijn moeder naast hem.
Hij droeg zijn Zondagsche pakje en
gezicht toonde duidelijk de sporen van
veel zeep. Ze werden ontvangen door zijn
tante Mien en zijn nichtje Daisy, die er
als een fee zoo netjes uitzag. Toen Dick
haar zag, dacht hij, dat ze er
glimlachend zijn schouders
zijn kamertje om zich te
een ander pak aan te trekken, ze.
Dick keek haar eens van terzijde
erkelijk Het jurkje dat zij aanhad was zoo wit als
niet in slaagde verschgevallen sneeuw. „Ik wou, dat ik
me ook zoo netjes en schoon kon houden heb den bal in het water gegooid en Dick
als jij," zei hij, „maar daar staat tegen- heeft hem eruit gehaald voor mij! Er was
over dat jij heel wat pretjes mist, hoor! Je geen andere manier om hem eruit te krij-
zijn hebt zeker nooit pootje gebaad in den gen. Hij kwam namelijk midden in het wa-
vijver?"
„Natuurlijk niet," antwoordde het meis
je. „Maar laten we bal gaan spelen!"
Zij liep naar huis en kwam na eenige
eigenlijk te oogenblikken terug met
netjes uitzag om een echt meisje te kunnen echt „Daisy-achtig" voorkwam: hij was
zijn; ze leek veel meer op een pop dan op schilderd met allerlei mooie kleuren
een mensch. Later op den middag kneep blijkbaar erg kostbaar,
hij haar dan ook dikwijls zachtjes in heur een I
arm om te zien op ze werkelijk van vleesch gooien kon, of
en bloed was. trappen.
Dick kreeg een kopje thee met een koek- Daisy zei hem, in het pad te gaan staan,
je en hij slaagde er werkelijk in het zonder terwijl zijzelf op eenige meters van
ongelukken naar
woonlijk was hij nonchalant genoeg om
zijn schoteltje of kopje te laten vallen of
om erg met zijn koekje te zitten kruimelen,
maar dien middag ging alles hem wonder
lijk voorspoedig af. Toen hij echter na
eenige minuten met een ruk opstond en
zijn stoel daarbij talrijke kraak-geluiden
deed hooren, fronste zijn tante haar voor
hoofd.
„Mijn stoelen, Dick!" zei ze bezorgd en
toen tegen Daisy: „Kind, laat jij Dick de
nieuwe geraniums eens zien, die we in den
tuin hebben gekregen!"
Dick slaagde erin een verachtelijken uit
roep te onderdrukken en volgde Daisy den
tuin in. Ze ging hem voor de verschillende
paden door, hem onderwijl opmerkzaam
makend op de bloemen, die er langs ston
den.
„Wat zullen we spelen, Daisy?” vroeg
hij, na eenigen tijd lusteloos de geraniums
te hebben bekeken. „Heb je geen scheepje,
dan kunnen we het in den vijver laten
varen!"
Daisy maakte
„Ik ga nooit zoo
ter terecht."
Terwijl zij dit zei, kwam zij te dicht bij
het water en gleed opeens onderuit. Zij
kwam na eenige zou zeker in den modder gevallen zijn;
een bal, die Dick als Dick niet op haar toegeschoten was en
be- haar had gegrepen. Veilig wist hij haar
i en weer op het grasveldje te zetten. Doordat
Heelemaal niet de grond echter zoo glibberig was, was hij
bal, waar je eens lekker hard mee er zelf ook bijna in gevallen, als hij niet
waar je flink tegenaan kon op handige wijze zijn evenwicht had weten
te bewaren.
kopje thee met een koek- Daisy zei hem, in het pad te gaan staan, 1(Wat ben je een handige jongen!" riep
erkelijk in het zonder terwijl zijzelf op eenige meters van hem zijn tante met totaal veranderde stem uit.
binnen te werken. Ge- bleef staan. Het heele spel scheen er uit te «Ik geloof, dat je veel flinker bent dan ik
bestaan, dat zij elkaar den bal moesten dacht!"
toegooien en trachten moesten hem te van
gen. Dick keek zijn nichtje met eenige ver
achting aan, maar hij deed toch wat zij hij haar tuin in
verlangde.
Op een
die geen rechte hand
bal in den vijver.
„O," riep ze, „wat moet ik nu
nen?"
„Ik zal hem wel voor
Dick, zijn schoenen en
Hij waadde in het water dat erg vuil en
modderig was.
„Je zou heel wat pret met dien vijver
kunnen hebben," zei hij. „Dat is te zeg
gen: als je een jongen was."
Juist toen hij dit zei, kwam zijn tante
met zijn moeder den tuin in.
„Kijk dien jongen nu eens,
tante. „Het is de laatste keer, dat je in
mijn huis komt, hoor! Ik heb nog nooit een
kind gezien, dat zich zoo slecht weet te ge
dragen!"
„O neen, moeder," riep Daisy nu uit. „Ik horloge beet."
r
K
I
t
s
i