I J K rn tl ROUTINE. amgr.ran zat ge- ge- bij be en al den volgenden dag trad Jean den winkel van Meyers binnen. Meyers verkoopt edel- steenen van het zuiverste water. De winkel is klein en er staan slechts een aantal lage tafels met een paar stoelen ervoor, waar op de klanten kunnen zitten om de stee nen te bekijken, die hen interesseeren. Jean vertelde den bediende, die naar hem toekwam, dat hij eenige ongeslepen dia manten wilde zien van een bepaald ge wicht. Toen Jean wel een winkel was, vroeg hij: „Kan ik een sigaret opsteken?'' De bediende nam een aschbakje van een en zette het voor hem neer. Jean rookte een halve sigaret en doofde ze toen uit. Hij scheen in het geheel geen volkomen haast te hebben. Steen na steen nam hij er bij be- van het bord. Steeds deed hij dit met zijn linker hand en de bediende merkte het. „Ja, ik ben linksch," zei Jean. een diamant op het fluweel teruggelegd, waar de steenen nu wanordelijk door el kaar lagen greep hij weer naar zijn si garettenkoker. Terwijl hij dit deed, wer den zijn bewegingen wat vlugger en zijn pols klopte sneller. Aan zijn houding ver anderde echter niets. Hij nam de sigaret er met zijn rechterhand uit, liet haar in de palm van zijn linkerhand dansen en het kurken mondstuk sloot precies over den steen, die in zijn gekromden pink zat. De bediende, die reeds weer zijn aan dacht vestigde op een anderen diamant, had er niets van gemerkt. Op een gegeven oogenblik schoof Jean zijn stoel achteruit. Hij had misschien een minuut geleden zijn sigaret aangestoken en hij voelde den diamant tusschen zijn tanden zitten. „Hoort u eens,” zei hij, „ik herinner me opeens, dat ik een afspraak heb. Ik zal er eens over denken en kom binnen een uur terug om definitief mijn keus te maken. Wilt u de steenen, die ik het mooist vond, apart leggen?" De bediende knikte. Jean was opgestaan en de ander eveneens. Jean deed een stap in de richting van de deur en de bediende stond naast de tafel. Hij had de steenen niet gecontroleerd; dat zou hij direct wel doenhij moest nu beleefd tegen den klant zijn en tegelijk zorgen, dat deze niet onver hoeds een steen meenam. „Als u nog een oogenblikje heeft, zal ik de steenen, die u interesseeren, nu nog even ter zijde leggen. Dan kunt u zien, dat het degenen zijn, die u bedoelt." „Het spijt me, doch ik heb geen tijd meer,” antwoordde Jean. „Het is zoo gebeurd. Jean kon zijn zenuwen bijna niet meer beheerschen. Hij moest nu weg, hier van daan, voordat de steen gemist zou worden. „Ik heb mij al verlaat," zei hij bruusk. En hij wendde zich naar de deur. Toen hij den knop in zijn hand had, deed hij echter een ontdekking, die het bloed in zijn aderen deed stollen. De si garet was niet meer tusschen zijn lippen, noch in zijn handen. Een oogenblik stond hij stokstijf van ontzetting, begreep toen dat het te laat was om terug te keeren en deed een stap voorwaarts. Maar de bediende raakte zijn arm aan en een andere employé, die zich tot nu toe op een afstand had gehouden, kwam nu wat nader. „Een oogenblikje, alstublieft," zei de be diende bijna fluisterend.,,Komt u even Jean aarzelde. „Ja, komt u eens even hier,” zei nu de andere man waarschuwend naast Jean. Ze gingen terug naar de tafel en Jean zag wat hij had gedaan. TerwijJ. zijn her sens met iets anders waren bezig geweest, hadden zijn uitstekend getrainde vingers, geheel machinaal en zonder bevel, tot in de kleinste bijzonderheid, gehoorzamend aan de routine, die hij hun had bijgebracht, de half opgerookte sigaret uitgedoofd op het aschbakje, dat op tafel stond. Het stond overeind en in het uitgeholde kurken mondstuk zat als in een bizarre zetting de groote diamant, die schitterde als een zil ver vuur. „Ik wil een ring laten maken," legde hij uit, „maar wil eerst den steen kiezen." Later, toen hij met den bediende aan de tafel zat, gaf Jean den man zijn adres op en legde hem precies uit, hoe hij zich I ean Verdaine was druk bezig. Hij I aan de tafel op zijn eenvoudig meubelde maandkamer en was heel verdiept in een serie handgrepen, die hij steeds weer herhaalde. Onder zijn kennissen genoot hij de reputatie van buitengewoon vingervaardig te zijn. Zijn handen konden wonderen verrichten. „Het gaat er maar om," herhaalde Jean bij iedere gelegenheid, „je vingers zoo te trainen, dat zij doen wat je wilt, zonder dat je erbij denkt. Dat ze het geheel ma chinaal doen. Het is precies als met het leeren leggen van een knoop. Je vingers leeren het. Je doet het telkens en telkens weer en op het laatst weten ze zelf wel hoe ze het moeten doen." De vingerbeweging, die hij nu telkens herhaalde, was gecompliceerd. Voor hem op de tafel lag een bord, zooals juweliers gebruiken om er byouterieën op uit te stal len en daarop lagen .een stuk ofti.en ge droogde erwten. Zijn rechterhand rustte op een kant van het bord, terwijl hij de bewegingen, die hij maakte, nauwkeurig gadesloeg in den spiegel voor hem. Die bewegingen geschiedden alle in een bepaalde volgorde. Met zijn linkerhand nam hij een van de erwten op en bekeek die nauwkeurig, terwijl hij haar vlak voor zijn oogen hield. Dan legde hij haar neer en greep een andere, die het verst bij hem vandaan op het blad lag. Maar terwijl hij die erwt opnam met zijn duim en wijsvin ger, nam hij tevens in zijn gekromden pink een andere erwt op en wel zóó, dat deze door hem in den spiegel niet kon worden gezien. Toen hij dit had gedaan, bekeek hij de erwt, die hij tusschen zijn duim en wijsvinger had opgenomen, weer even nauwlettend als hij het de eerste had ge daan, om haar een oogenbik later weer op het blad voor hem neer te leggen. Daarna haalde hij met zijn linkerhand, terwijl de andere erwt nog steeds in zijn gekromden pink zat, zijn sigarettenkoker den ring had voorgesteld, dien hij wensch- uit den linker zak van zijn vest en zocht te. De ander verzekerde hem dat het ge- met zijn rechterhand een sigaret uit. Zijn heel een bijzonder effect zou maken. Toen sigaretten hadden mondstukken van kurk, bepaalden zij -hun aandacht weer bij de Uit het mondstuk van de sigaret, die hij diamanten. had gekozen, was de tabak verwijderd. Na eenigen tijd bleek, dat Jean uit de Deze sigaret liet hij een paar keer in de eerste collectie steenen geen keus kon ma- palm van zijn linkerhand dansen met het ken en de bediende haalde nog een tweede kurken mondstuk naar omlaag en terwijl bord. De groote diamanten schitterden als hij dit deed, rolde zijn pink de erwt naar vuur op het donkere fluweel, waarop zij boven, zoodat het kurken mondstuk er waren uitgespreid. Jean bekeek ze met overheen viel en de erwt geheel verdwenen aandacht en als een echte kenner Hij leen- was. Daarna stak hij de sigaret tusschen de den microscoop van den bediende om de zijn lippen, stak haar aan met zijn aanste- helderheid van een paar steenen beter te ker en begon nadenkend te rooken. kunnen beoordeelen, en becritiseerde er Na een oogenblikje doofde hij de sigaret een paar op een manier, die een woord uit op het aschbakje, dat naast hem stond, van protest van den ander uitlokte, peuterde de tabak uit het mondstuk van Toen Jean wel een kwartier lang in den een andere sigaret en herhaalde de ge heimzinnige bewegingen met de erwten. Den avond te voren was hij reeds drie uur met dit werkje bezig geweest. Thans der tafels ging hij er mee door, totdat hij de noodige handbewegingen met gesloten oogen kon verrichten en zijn vingers ze machinaal deden, zonder dat hij hoefde na te denken. Toen hij geheel voldaan was, ging hij naar bed. LI I V NEGERIN UIT OOST=AFRIKA MET HEUR HAAR OPGEMAAKT IN DEN VORM VAN TWEE HORENS.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1929 | | pagina 12