n ZIJDEN PYAMA’S begon hij. vroeg het huis vroeg achter een i zei de oude dame; we er hier een rijk een groote courant verscholen neer. zoo vriendelijk moge- vrouw is. Den ganschen dag schilderde hij; op het eind van den zomer, toen in Londen de groote uitverkoopen aanvin gen, vertrok hij daarheen om zijn garde robe aan te vullen. Dat deed hij altijd en zal hij ook altijd blijven doen. Hij ver trok voor enkele dagen en sliep in zijn atelier. Hij bezocht de diverse winkels, kocht sokken, eenige stellen onderklee- ren, hemden, kragen, dassen en.... drie wondermooie paarszijden pyama's. Dat laatste was een koopje, vertelde hij mij, waaraan hij geen weerstand had kunnen bieden. Hij had order gegeven, alles naar van juffrouw Norton te zenden. Toen hij er weer terug kwam, waren de de sokken, het ondergoed, de hemden, kra- voor v: dige. Zoodra ik Vibart weer ontmoette, ver telde hij mij de .geschiedenis. Het was „oIk was juist mijn aantrok. Verleden jaar kwam hij bij loopbaan als detective aangevangen. ,,Knap dat zaakje eens voor mij op,” zei Vibart. „Hoeveel George. „Het was was een en moois bezeten, buiten beschouwing, frouw Norton. Ik ken, de vrouwen. Ze had stellig het pakje opengemaakt en was voor de verleiding bezweken. Ik be sloot de zaak verder te onderzoeken en huurde een kamer bij haar; ik snuffelde heimelijk in haar waschboekje; ze scheen geen pyama's naar de waschinrichting te zenden. Vibart was vertrokken en ik had be loofd mijn uiterste best voor hem te zul len doen. Toen ik drie maanden bij die vrouw in huis was, had ik nog niets kun nen ontdekken.” „Kon u niet haar kasten doorzoeken, als zij uit was?” vroeg George. „Dat heb ik gedaan en niets gevon den. Ik heb overal gezocht." „Heeft u ook in haar slaapkamer kun nen gluren?" vroeg de oude dame. goed den; alleen de heer in het hoekje, die ze naar het warenhuis en. had voor vijf pakjes ontbrak één pakje aan, en juffrouw Norton zei, dat zij er niets van wist en doordat zij zoo druk bezig was, had zij de pakjes niet geteld, toen mijn beste vriend; hij kwam zjj hef ontvangbewijs teekende. Ze had i en nam I toen juffrouw Norton dat is mijn een op de „Vibart is i zich hier vestigen pyama's. Paarszijden pyama's! En zulke mooie! Een droom! Kunt ge mij volgen?" De oude dame knikte. „Pyama’s dat zijn die dingen, die heeren 's nachts aantrekken?" vroeg zij. „En tegenwoordig dragen de dames ze ook,” zei het roodharig jongmensch somber. „Ik draag ze,” zei George, „en Dora ook. Is hij ooit te weten gekomen, waar ze beland zijn?” „Hij schreef hier geen rijk zijn, als juffrOuw Norton mompelde geteekend; doch er vroeg het school- II et lokaaltje van Market Yeldham j naar Londen stopte aan een klein station. Men kon het eigenlijk geen station noemen; 't was eenvoudig een halte met een perron en een primitieve schuilplaats voor als het regende. Aan die halte wachtten op een zonni- gen Julimorgen een dame van middel baren leeftijd, die er frisch en blozend uitzag en een jonge man met een vuur- rooden haardos. Aan zijn arm bengelde een leeg boodschappenmand je. Hij zocht een coupé derde klasse, steeg vlug in en even later verscheen zijn hoofd uit het hij nieuwsgierig, raampje. Het leek wel, alsof zijn zuster „Ik zal niets vergeten: twee zalm en één pond garnalen als ze versch zijn; maar hoe kan ik weten of goed versch zijn?" vroeg hij de dame. „Je steekt er je neus in en ruikt aan!" antwoordde ze vooral aan de salade en mayonnaise-saus.” irJe bent een begeerig oudje, hoor!” riep de jonge man haar toe. „Nou, pas goed op en vergeet niets.” Als antwoord lichtte de jonge man haar kin omhoog om 't puntje van haar neus te kunnen kussen. De oude dame lachte weer. „En als je voorbij den winkel komt, kijk dan eens of ze nieuwe gra- „Wie is Vibart? mophoonplaten hebben een nieuwe meisje. Caruso, Kreisler of Richard Tauber." „Ben ik niet even goed als Richard? vroeg de jonge man beleedigd; en vertrok de trein. Hij wierp nog handkus uit het raampje en nam bank plaats. Naast hem zat een dame met een kanten muts met linten op; over hem zaten een schooljongen en -meisje, waarschijnlijk broer en waren ze waard? en de sokken, het ondergoed, de hemden, kra- pond oude dame daarin ook veel belang stel- gen en dassen aangekomen. Doch geen i ver diept in zijn courant was, toonde geen in teresse voor de zaak. er ,,'t Is een lange geschiedenis,” zei de lachend, „en denk roodharige jonge man; „ik moést het wel de fleschjes doen ik ben een detective." „Een detective!" riepen de schoolkin deren in koor. „Ja; een detective." „Lieve hemel," „ik wist niet dat waren." „Ge zoudt er 1 Vibart er niet was geweest, van Holls het jongmensch. nieuwe gra- een kamers bij eenvoudig de pakjes in ontvangst geno- 1 vrouw, men. Niemand wist er iets meer van. Het Voordat ik haar trouwde hield zij kippen dienstmeisje en de man, die voor de kip- en commensaals. pen zorgde, konden ook niets naders ver- Hetzelfde wat ik heb gedaan, sprak klaren. Juffrouw Norton had geteekend vriendelijke oude de oude dame. voor vijf pakjes; zij was dus de schul- De heer in 't hoekje zei niets. „Vibart is een artist; hij schildert de zuster; in prachtigste landschappen in olieverf; hij het uiterste hoekje zat bijna geheel kwam hier wonen, omdat de streek hem mijn eerste „geval zoo aantrok. Verleden jaar kwam hij bij loopbaan als De vriendelijke oude dame juffrouw Norton, de dame, die nu mijn lachte het jongmensch eens toe: „Ik zie graag, dat een jonge man aardig met zijn moeder is," begon zij. „Moeder!" schreeuwde de aangespro kene; „moeder! Het is mijn vrouw!" „Uw vrouw?" vroeg de schooljongen verbaasd. „Ja; mijn vrouw," herhaalde het rood harig jongmensch lijk. De jongen, daardoor aangemoedigd, waagde een nieuwe vraag. „Maar maar waarom „Maar waarom wat?" „Waarom trouwde u met haar? geen kwestie van geld; het bijzonder soort zijden pyama's Vibart had nooit te voren zooiets Ik liet het dienstmeisje Ik verdacht juf- VOOR EEN RESTAURANT IN CETTINJE, DE IIOOFDSTAD VAN HET VROEGERE KONINKRIJK MONTENEGRO.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1929 | | pagina 6