I HOE DE VOLKEN ZICH DES WINTERS KLEEDEN. r5 5k L I V'“we” «tadM i '1 vt i 'w de ka- terug- pitein Een Roemeense he boer. elkaar armen ns ge- Hoe de vrouw uit Oost-Siberië zich tegen de koude beschermt. Een Roemeensch echtpaar op zijn wintersch. Japansche dames, gereed voor een wandeling in de sneeuw. De Japansche koelie met zijn jas van stroo. s om- >eant- Toen moet t ver- alles ek hij i, De in hun winterdracht. ilde ik ie niet ie hier LJitste- turlijk Ik heb tetten, slech- :schie- dien ils er van- ugen. hem seerd orlie- den irres- buste Bruin, van goed mor- n den moet rd is. keert, en, is n uur wacht rat je is heel der of n den rg, die m van ren is tellen, lelijke o oud eige- :rd de laars, n een oude heb- ;rberg n van daken r zijn en ze iggen. gezet, rlinge nooit ;n pret, I had i had naai"

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1929 | | pagina 3