AVONTUREN
TUSSCHEN DE
GORILLA’S
I
L
VOOR
JEUGD
K
ü-
1
1
L
L
ern-
troep gorilla's.”
een wetenschappe-
en volgens
van de
waren
een heelen dag voor
KM
Door welken goal zal
de voetbal het veld
verlaten Indien
eenigszins mogelijk,
moeten jullie 't plaatje
niet omdraaien om
het uit te vinden!
t
„Het was geheel mijn schuld,” hield de pro
fessor vol, terwijl hij met zijn schouder in een
doek bij het kampvuur zat. „Ik begrijp nu, dat
het een belachelijk idee van mij was, maar ik
vond het eerst zoo schitterend, dat ik het in
ieder geval wilde probeeren. Gélukkig maar,
dat ik geen gorilla’s heb ontmoet!"
„Gelukkig is het ook maar een vleeschwond,
professor,” riep Roger uit. „Ik had u wel eens
kunnen dooden."
„Nou, zóó’n goed schutter ben je niet," ant
woordde de professor lachend. „Maar in ieder
geval heb ik genoeg van gorilla's. We gaan
van morgen af Westafrikaansche papegaaien
bestudeeren.heel onschuldige en aardige
vogels.”
blik en van die gelegenheid maakte Roger ge
bruik om opnieuw op hem te schieten. Als een
blok viel het toen op den grond.
Onmiddellijk snelde Roger naar Tom.
„Ben je erg gewond, kerel?” vroeg hij be
zorgd.
„Alleen maar een paar schrammen,” ant
woordde deze. „Gelukkig, dat jij me te hulp
kwam, anders was ik er geweest. Als de pro
fessor zoo'n knaap ontmoet, brengt hij het er
niet levend af...”
„Neen; het is te hopen, dat hij er geen een
tegenkomt,” antwoordde Roger. „Hij zou niet
veel kunnen beginnen. Laten we nu onzen buit
eens gaan bekijken.”
De beide mannen gingen naar den dooden
gorilla en namen hem aandachtig op. Het was
een kolossaal groot dier en inderdaad een
mooie vangst.
Terwijl zij nog naar het dier stonden te kijken,
hoorden ze weer opeens de takken achter zich
kraken en omziend, ontdekten zij een tweeden
gorilla aan den zoom van het woud. Langzaam,
sluipend kwam het dier naar hen toe.
Wit van angst hief Roger zijn wapen op en
zich nauwelijks den tijd gunnend aan te leggen,
vuurde hij... Tot zijn vreugde zag hij het dier
ineenkrimpen. Maai toen gebeurde er iets zon
derlings: het bukte zich, schudde zijn hoofd ver
woed heen en weer en... opeens vloog er iets
weg en zag Roger de bleeke, van pijn ver
wrongen gelaatstrekken van den professor! Hij
had op den professor geschoten!
„Morgen,” zei professor Montague, „begin ik
met mijn waarnemingen van de gorilla's. Het
pak, dat zoozeer jullie nieuwsgierigheid heeft
opgewekt, bevat een complete huid van een
dezer geweldige apen en het is mijn plan die
aan te trekken om aldus vermomd de dieren
van dichtbij te kunnen gadeslaan."
„Maar professor," viel Tom Carr uit, die
tegenover hem aan het kampvuur zat, „wat een
absurd idee. Ze zouden oogenblikkelijk ruiken
dat ge niet een van de hunnen was en u ver
scheuren.”
„Absurd is eigenlijk het woord niet,” merkte
Roger Stevens, de derde van het trio op, „ik
zou het eerder krankzinnig willen noemen. Stel
u niet zoo belachelijk aan, professor! U is uw
leven niet veilig onder een
De drie blanken waren op
lijke expeditie in Belgisch Congo
den professor hadden zij het gebied
menschapen bereikt. De beide anderen
van plan er een te vangen, als ze zoo gelukkig
zouden zijn er een gewaar te worden, en nu
had de professor zijn voornemen te kennen ge
geven om onder hen te gaan leven om hun ge
woonten beter te kunnen bestudeeren.
„Het is werkelijk een goed idee,” zei hij i
stig, „en ik voer het in ieder geval uit.”
De beide anderen haalden hun schouders op.
Ze wisten, dat het geen zin had hem iets af te
raden, wanneer hij er eenmaal toe besloten was
en dus zwegen ze.
Het was nauwelijks dag geworden, toen de
professor zijn beide metgezellen wekte. „Jullie
zullen me even moeten helpen met het aan
trekken van de huid.” zei hij. „Alleen kan ik
er niet inkomen en ze moet ook vastgemaakt
worden."
Tom en Roger deden, hoewel mopperend,
wat er van hen verlangd werd. Spoedig zat de
professor in de huid van een gorilla. Toen
keken de anderen toch wel eenigszins verbaasd
en Tom kon zich zelfs niet weerhouden uit te
roepen: „U ziet er echt als een gorilla uit, pro
fessor. We zullen moeten oppassen, dat we u
niet voor een echten aanzien en op u schieten.”
Inderdaad was de vermomming schitterend:
op het eerste gezicht was het zeer moeilijk te
zien, dat er niet een echte gorilla voor hen
stond.
„Ik zal een paar uur wegblijven," zei de pro
fessor met een stem, die door het masker nau
welijks te herkennen was. Jullie kunnen beter
hier op mij blijven wachten, voor het geval,
dat ik je hulp noodig heb, ofschoon ik dat niet
geloof. Ik durf wel zeker zeggen, dat mijn
proefneming succes zal hebben.”
Waggelend begaf hij zich het woud in, ter
wijl de anderen niet konden nalaten te lachen
over die zonderlinge, harige figuur, die zich hoe
langer hoe meer van hen verwijderde.
Na eenige oogenblikken stond Roger op. „Ik
hoop niet, dat hij in moeilijkheden komt,” zei
hij. „Ofschoon ik het een dom idee vind, is het
toch moedig van hem.”
„Jawel, maar hij bederft
ons, omdat we op hem moeten wachten en niet
kunnen probeeren een gorilla te vangen."
„O, we hebben nog tijd genoeg,” lachte
Roger. „Je wilt toch zeker niet belast en be
laden met gorilla's naar huis terugkeeren?”
Tom bromde wat. Hij verlangde er naar er een
te vangen en die gril van den professor
anders kon hij het niet noemen beteekende
voor hem niets dan tijdverlies.
Den ganschen morgen bleven de beide mannen
in de buurt van het kamp. Door hun gedwongen
werkeloosheid werd hun humeur er niet beter
op en de dierengeluiden, die uit het woud
kwamen, deden hun harten van verlangen
popelen.
Plotseling klonk er een hevig gekraak vlak
in hun nabijheid en stond er een reusachtige
gorilla vlak voor hen, die uit het bosch ge
komen was. Tom greep zijn geweer, en wilde
reeds schieten, toen Roger hem een slag op zijn
arm gaf en riep: „Niet schieten! We willen
toch zeker geen gewonde tot onzen last heb
ben.” En lachend riep hij: „Vooruit, professor,
kom uit je huid. We hebben er nu genoeg van
om hier rond te hangen zonder iets uit te
voeren."
De gorilla bleef onbeweeglijk staan. Roger
werd nu kwaad. „Kom, schei nu maar uit met
dien onzin," zei hij. „Je hebt nu lang genoeg
voor aap gespeeld! Trék die huid nu maar uit.”
Met verbazingwekkende snelheid sprong de
gorilla op hen toe en Tom, die opeens het ge
vaar zag, waaraan zij blootstonden, trachtte het
dier met zijn geweer een slag toe te brengen.
Maar de gorilla greep den loop beet en brak
het wapen doormidden alsof het een lucifertje
was geweest. Het was inderdaad een gorilla!
Door de kracht, waarmee het dier hem het
wapen uit de hand had getrokken, was Tom ge
vallen, en het volgende oogenblik zat de woe
dende aap boven op hem. Onder het uiten van
luide kreten van schrik, die de inboorlingen
dragers naderbij deden snellen, rende Roger op
de beide worstelende figuren af en loste, dicht
bij gekomen, twee schoten uit zijn dubbelloops-
geweer op den harigen reus. Met een geweldig
gebrul van pijn en woede liet het dier Tom los
en viel nu Roger aan. Maar deze was op zijn
hoede en gaf het een slag met de kolf van zijn
wapen. Ofschoon het dier den slag nauwelijks
scheen te voelen, aarzelde het toch een oogen-
71N