H n IBlElLlElElrlD (DHTIBIEILIEIEIEID F r LI I r IV I l 'fl J de plaats, die men de gekozen, van dat een gemengde sport zoo vlug kan loopen, te een fietstocht zoo hard te u niet kan bijhouden. De de dame te schikken! om ook den dames eens naar het De rit met de taxi kostte twee gulden vijftig, maar de passagier had slechts twee gulden dertig bij zich. „Ik weet het goed gemaakt," zei de chauf feur, „ik zal u een eindje terugrijden en u daar eruit zetten. Dan heb ik u niet verder dan voor 2.30 gereden!” VAN EEN GLORIE, DIE VERGING: DE RUINEN VAN DE PROPYLAEËN EN DEN KLEINEN NIKÈ-TEMPEL (rechts) OP DEN ACROPOLIS BIJ ATHENE. - EEN HERINNERING AAN HET BOUWKUNSTIG SCHOON VAN HET OUDE GRIEKENLAND. Jet is nog niet uitgemaakt, wie de „goede manieren" heeft uitgevonden. In ieder geval zal het wel iemand zijn geweest, "die zich ergerde aan de slechte manieren van anderen. „Goede manieren" vormen echter een veelomvattend begrip. Wat men in het eene land goede manieren noemt, wordt in een ander land onhebbelijk gevonden. In Nieuw-Zeeland is het bijvoorbeeld gewoonte bij een begroeting de neuzen tegen elkaar te wrijven of een dame, die men een complimentje maken wil, langs den rug te strijken. Doet u zooiets hier eens, in den schouwburg bijvoorbeeld! Waarmee we slechts zeggen willen, dat .ieder land zijn eigen ma nieren heeft, of, zooals men dat noemt: ’s lands wijs, ’s lands eer. In Parijs behoort het tot de „bon ton” een dame bij het begroeten de hand te kussen! De Parijzenaar doet zulks' zelfs op straat! Bij ons denkt niemand aan zoo’n galan terie! Hier laat men een dame steeds rechts loopen; in Engeland en Amerika daarentegen gaat de dame steeds links. Beide gebruiken hebben hun oorsprong in de wijze waarop het verkeer is geregeld en dame afstaat, moet steeds zoo zijn dat zij het minst hinder ondervindt verkeer. Wisselen de goede manieren dus land, waar men zich bevindt, er zijn er ook wel eenige, die universeel zijn, d.w.z. dat zij overal gelden. Onbeleefd is het bijvoorbeeld, wanneer men bij het ontvangen van bezoek op zijn stoel blijft zitten. Of het bezoek door een dame of heer gebracht wordt, doet niét ter zake. In beide gevallen dient men op te staan. Onbeleefd is het ook, tegelijk met een dame gebruik te maken van de lift zonder zijn hoed af te zetten. Het is echter in het geheel niet onbeleefd, de lift het eerst te verlaten en de dame bij het uitstappen behulpzaam te zijn. Het dwaze „dames voor!” is in veel gevallen als een verouderd gebruik afgeschaft, o.a. ook bij het opgaan van een trap of bij het betreden van café, restaurant, schouwburg of concertzaal. Dat het onbeleefd is in tram of trein zijn plaats alleen aan aardige meisjes af te staan, mogen we als bekend veronderstellen. Onbeleefd is het ook, bij een meisje, dat niet „overloopen”, of bij rijden, dat de dame heer hoort zich naar Onbeleefd is het „op hun teentjes te kunnen trappen dat zij, die den ganschen dag niets te doen hebben, des avonds hun op den dag veel geplaagden man bij het verkleeden zoo lang laten wachten, dat ze altijd te laat in schouwburg of bioscoop moeten komen. Waarbij het natuurlijk dan weer van den heer onbeleefd is om zijn wel is waar gerechtvaardigde boosheid door het dichtsmijten van deuren te uiten. Onbeleefd is het, wanneer een dame aan tafel zonder eenige terughouding haar lippen stift gebruikt, hoewel zij eenige minuten tevoren pas de toilette heeft opgezocht. Even zoo onbeleefd is het van den heer, om Vervolg 3e kolom) De parkwachter vond een bedelaar op een bank zitten slapen. Hij schudde hem heen en weer en riep: „Hé, ik moet de hekken sluiten!” „Mij goed,” was het antwoord van den bede laar, die haast alweer sliep, „maar wil je er niet zoo erg mee slaan? Ik slaap heel licht en ik mocht er eens van wakker worden.” EEN GOED IDEE. Toen koning George van Engeland nog student was, raakte hij af en toe in geld verlegenheid. In zoo’n geval wendde hij zich eens tot zijn grootmoeder, koningin Victoria, met het schriftelijk verzoek hem een „douceurtje” te geven. Grootmama be antwoordde zijn verzoek met een eigen handig geschreven brief, waarin ze hem mededeelde, aan zijn wensch geen gevolg te kunnen geven. De jonge prins wist zich echter te helpen. Hij bracht het koninklijke grootmoederlijke schrijven naar een hem bekenden handelaar in autogrammen en verkocht het aan hem voor vijftig pond sterling. Ongelukkigerwijs vernam konin gin Victoria eenige weken later echter wat er met haar brief was gebeurd en zij maakte den prins er heftige verwijten over. Natuurlijk vergaf zij haar kleinzoon wel, maar ze vergat het gebeurde toch nooit. Ze stuurde hem wel later eigen handig geschreven brieven, maar ze liet ze steeds door haar kamerheer brengen en deze moest dan in het paleis van den prins zoo lang wachten, tot de latere troon opvolger de epistels gelezen had. Dan moest de prins den koninklijken bood schapper de brieven weer overhandigen en deze bracht ze aan de afzendster terug. reeds bij het dessert met de sigaar te beginnen. Onbeleefd is het eveneens, in schouwburg, concertzaal of bioscoop te laat te komen en andere bezoekers lastig te vallen, door hun te doen opstaan of op de teenen te trappen. Onbeleefd is ookkortom: alles is on beleefd, waardoor ge een ander last bezorgt of hindert. Werkelijk beschaafd is alleen de dame of heer, die zich zoo weet te gedragen, dat het gezelschap, waarin zij vertoeven vein hun aanwezigheid geen na- doch alleen voordeel heeft! Al getuigt het evenmin van beschaving of van „goede manieren”, indien men in dit op zicht overdrijft! Ook van goede manieren en beleefdheid kan men wel eens te veel krijgen!

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 15